Roosendaal

Van Midden: goedkope arbeid is moderne slavernij

Han van Midden

Han van Midden in het Huis van Roosendaal

Herbert Kats Herbert Kats

Baarde de Roosendaalse burgemeester Han van Midden (47) ooit opzien met de noodkreet dat arbeidsmigranten in zijn stad ‘een verdienmodel’ waren, inmiddels spreekt hij zelfs van moderne slavernij. Niettemin voelt de burgemeester – hoewel hij voortijdig vertrekt – geen onmacht. Een gesprek over concrete stappen in ‘een complex dossier.’

– U heeft het er zelf over gehad: als je het over arbeidsmigranten hebt, dan heb je het ook over huisvesting van arbeidsmigranten, dan heb je het ook over hun bazen. 

De burgemeester: “Al die zaken lopen door elkaar. Ja, dat maakt het moeilijk.”

De sleutel voor oplossingen ligt volgens hem in samenhang. Zijn voorbeeld: “Veiligheid zit vaak ook in het bevorderen van zaken die dingen minder ónveilig maken. Zoals bijvoorbeeld de buitenruimte, verlichting, sociaal contact op straat, al dat soort dingen. Die zorgen vaak meer voor veiligheid dan blauw op straat, bedoel ik.”

Van Midden noemt dat ‘integraal naar dingen kijken’. Een term die vaak wordt gebezigd, maar veel te weinig toegepast, stelt hij. “Maar dat is wel wat we doen. Bij onder andere het onderwerp arbeidsmigranten. Dat gaat wel het verschil maken.”

Geen huisvesting meer

De burgemeester liet zich, al wandelend, bijpraten over de problemen die binnenstadsbewoners ervaren. Hij legt een verband met wat Roosendalers regelmatig waarnemen. “Want de mensen die, om maar even heel plat te zeggen, bij de Jumbo onder de luifel liggen, slapen, verblijven, dat zijn soms mensen die geen huisvesting meer hebben, maar wel bij een bureau hebben gezeten dat arbeidsmigranten aanwerft.”

U heeft daar jaren geleden al van gezegd: dat zijn de dingen waar we de greep op kwijt op zijn.

“Ja, klopt. Het probleem is dat we, ook in Nederland, verslaafd zijn aan goedkope arbeid. Dat is echt het probleem, laten we heel eerlijk zijn. En doordát we verslaafd zijn aan goedkope arbeid, halen we mensen hier naartoe die we eigenlijk overleveren aan arbeidsbureaus of aan uitzendbureaus.”

“En natuurlijk zitten er hele goede tussen, waar ik geen kwaad woord van kan spreken. Maar er zitten er ook hele slechte tussen. En die maken misbruik voor mensen. En vooral mensen die uit een omgeving komen, met een andere taal, andere cultuur, andere mores. Die mensen hebben wel rechten, maar die krijgen ze per saldo niet doorgevoerd.”

Uitgebuit

“En dan kom je dus in de situatie terecht dat je hier komt om te werken, met een goede arbeidsethos. Dan kom je en word je uitgebuit. Dus je wordt al eigenlijk veel harder te werk gesteld dan wat wij in Nederland acceptabel vinden volgens Arbonormen. Te zwaar werk, onbeschermd werk. Dat je veel te lange werkuren draait, dat soort dingen. Vervolgens moet je ook ergens slapen en betaal je daar een heel groot deel van je inkomen aan.”

“Dat is bij wet nu uit elkaar gehaald, maar er zijn nog steeds allerlei constructies mogelijk. Het gebeurt zelfs dat mensen warme bedden verhuren;  12 of 8 uur bedden noemen we die.”

“Het is schrikkelijk, het businessmodel zit niet eens meer in het uitzenden, maar veel meer in het overnachten. En daarnaast worden mensen ook nog eens een keer heel flexibel ingezet. Dan ze krijgen een belofte van 40 uur te werken. En na een paar weken worden die contracten teruggedraaid naar 12 uur. Zodat ze minimaal geld hebben om hun huisvesting te blijven betalen, maar ook niet terug kunnen.”

– Dus daar zit echt een probleem. Dat is bijna niet te doorbreken, of wel?

“Ik denk dat Nederland gewoon op nationaal niveau veel sterkere wetgeving moet hebben.” Van Midden doelt daarbij op het werk van de Commissie Roemer, die zich in 2020 het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten noemde.

Verloederen

“Als we gewoon doen wat er in het rapport van Roemer staat, dan zijn we al een heel eind. Vijftig aandachtstukken. Daar maak ik me ook heel sterk voor. Ik vind ook dat er een onderhoudsplicht moet komen voor panden. Als iemand een pand koopt en daar arbeidsmigranten in huisvest, dan zie je het vaak verloederen waar je bij staat.”

“En dat is heel logisch, want die mensen die daar wonen, die gaan dat huis niet onderhouden. Want die betalen daar huur voor. En vaak een hoog bedrag. Waarom zou je dat huis gaan onderhouden? Dus dat verloedert in het straatbeeld. En daar worden telkens nieuwe mensen in gezet en er wordt gigantisch veel geld aan verdiend.”

“Je krijgt een heel andere bestemming dan eigenlijk beoogd is. Dat is gewoon woonhuis of winkelbedrijf/woonhuis. Zoiets creëert heel veel onveiligheidsgevoelens bij mensen. Vaak wordt er gepraat over een beperkt aantal plaatsen waar mensen kunnen slapen. In de realiteit is dat vaak een veelvoud.”

Maximale controle

“Is er ruimte genoeg om daar controle op uit te oefenen? We voeren daar maximaal controle op uit. Maar ruimte genoeg hebben we natuurlijk niet, hè.”

Dat treft zelfs ook nieuwe appartementen, zo maakte een wandeling door de Molenstraat duidelijk. “Juist daar zie je ook dat panden die opgeknapt zijn door een veelvoud aan arbeidsmigranten wordt bewoond. Tot en met bedden die helemaal in de gang staan. Het is verschrikkelijk. Niet 6, maar 24 of zo.

“Is Roosendaal daarin uniek in? Nee, ik hoor het in veel meer gemeenten. Maar de grensgemeenten die lenen zich er natuurlijk wel voor. Er is hier nog veel handmatige arbeid, heel veel agrarische arbeid.”

“En je ziet het ook in gemeenten met een relatief lage vastgoedprijs meer. Waarom? Omdat vastgoed goedkoper is. Dus het businessmodel is sneller terugverdiend.”

Zoals het Westland veel kassen heeft, is Roosendaal omringd door distributiecentra. Van Midden: “Laten we eerlijk zijn, we hebben die mensen gewoon hard nodig. Dáárom zeg ik: we zijn verslaafd in de goedkope arbeid. Want niemand wil twee euro meer betalen voor het pakketje om te verzenden.”

Geen pas meer

“Laten we het maar een vorm van moderne slavernij noemen. Het komt door die afhankelijkheid. Ja, een dwang. Mensen die ook, dat zijn de verhalen die ik heb gehoord, mensen die ineens geen paspoort meer hebben.”

“Geld gaat hier niet het verschil maken. Handhaving gaat ook niet. Want we hebben zoveel panden, daar kun je niet op blijven lopen. En tegen tijd ze weg zijn uit één pand, is een ander pand weer ingevuld. Dus het gaat vooral om echte regelgeving en het stelselmatig daar neerleggen van de rekening waar die thuis hoort.”

“Want nu is het zo dat er zijn een paar mensen die heel veel geld verdienen en de lasten die ze krijgen op de samenwerking afwentelen. Dat is wat er gebeurt. Gooi je iemand gewoon op straat. Veel plezier ermee. En wij zorgen voor een nachtopvang. Dat kostte Roosendaal veel geld.”

– Was dat ook de strekking van uw veelbesproken interview met de NRC van een paar jaar geleden? ‘Ik heb het gevoel dat ik een greep een beetje op mijn gemeente kwijt ben‘. Is dat gevoel  veranderd?

“Dat is niet de strekking. Dat waswel een noodkreet om aan te geven: er moet echt wat meer gebeuren. De aanbevelingen van de commissie Roemer zijn een hele mooie eerste stap. Maar er is nog veel meer nodig. En daar is in Den Haag wel nu oren naar.”

-Dus u kijkt er positiever tegenaan dan een paar jaar geleden?

“Ik kijk er positiever tegenaan in de zin dat het net zich aan het sluiten is. En dat de boeven die dit soort walgelijke businessmodellen erop nahouden er vroeg of laat op kunnen rekenen dat dit niet meer kan.”