Bergen op Zoom

Projectleider Bergse binnenstad ziet toekomst en volop potentieel

Sander Pasmans, projectleider Bergse binnenstad (foto inzet: LinkedIn)

Hans-Jorg van Broekhoven Hans-Jorg van Broekhoven

Sander Pasmans is projectleider voor de binnenstad bij de gemeente Bergen op Zoom. De provincie en gemeente hebben een overeenkomst gesloten om het centrum nieuwe impulsen te geven. Hij werkt in die zin voor beiden, al heeft hij in de praktijk met name met Bergen op Zoom te maken. In redelijke brede zin, van ambtenaren en wethouder tot ondernemers, inwoners en allerlei organisaties. Een hele uitdaging…

Hij is er om een aantal bestaande plannen vlot te trekken maar zeker ook om nieuwe initiatieven kansen te geven. Eén van zijn belangrijkste ontdekkingen is dat bijna iedereen ongeveer hetzelfde wil; aanpak van de leegstand, meer beleving, meer economische activiteiten, meer sfeer. Sander: “De vraag is alleen op welke manier we dat gaan bereiken.” Je moet daarbij ook grenzen aan durven houden, stelt hij. “Niemand wil een overkill aan horeca”, geeft hij als voorbeeld.

Het vraagstuk omtrent horeca blijkt lastig

Onlangs stuurden de partijen Lokaal Realisme en Lijst Linssen een brief aan het college. Dit naar aanleiding van de komst van een grote nieuwe sushitent in de Sint Josephstraat, terwijl de raad onlangs een motie aannam om voorlopig geen nieuwe horeca toe te staan. Dit om al gevestigde ondernemers de kans te geven van de coronabeperkingen te herstellen. De gemeente liet weten geen andere optie te hebben dan het sushirestaurant (afhaal en bezorging) toe te laten, omdat in een bestaand bestemmingsplan die vierkante meters beschikbaar zijn. Kort daarop bleek in de Stationsstraat ook een hippe snackbar te openen.

Sander snapt de emotionele bezwaren en ziet tevens het spanningsveld; “Wij willen ook geen ongebreidelde horeca in de stad. Dat leidt niet tot een bloeiende sector.” In deze twee specifieke gevallen moest de wethouder zich echter houden aan de geldende regelgeving, legt de projectleider uit. “Wij hadden het graag ook anders gezien.”

Achter de feiten aan

Het probleem is volgens hem het inmiddels ruim tien jaar oude bestemmingsplan, dat gebaseerd is op de uitkomsten van bijna vijftien jaar oude onderzoeken. “Er zijn initiatieven waar wij heel graag aan mee willen werken maar dat kunnen we niet, conform het bestemmingsplan. Er zijn ook initiatieven die we liever niet hebben maar die moeten we toestaan.” Er dient zo snel mogelijk een nieuw kader te komen, vindt Pasmans. “Zodat we kunnen faciliteren wat we graag willen.” Dat kost echter veel tijd, mede omdat volgend jaar de nieuwe Omgevingswet ingaat. “Dan zou je zomaar een paar jaar bezig kunnen zijn.”

Andere, nieuwe regels

Het klinkt weinig hoopvol maar er wordt gewerkt aan alternatieven, meldt Sander. Er wordt nu bekeken of er tijdelijk andere regels vast te stellen zijn die passen bij de actualiteit; “Bij wat we met z’n allen graag willen.” Het moet een soort gemeentelijke verordening worden die ook juridisch standhoudt. Om dat te doen moeten gezamenlijke verwachtingen en wensen wel eerst heel goed in beeld zijn.

De binnenstadsman wil zijn ogen niet sluiten voor het feit dat je nooit iedereen gelukkig gaat maken, zeker niet op individueel niveau. Denk aan straten die hun winkelfuncties verliezen. Voor pandeigenaren die hoopten op hoge huurinkomsten geen leuke ontwikkeling. Maar de marktbewegingen zijn nu eenmaal zo, weet Sander. Het huidige bestemmingsplannen bevat 100.000 vierkante meter detailhandel in de Bergse binnenstad. Daarvan is zo’n 40.000 in gebruik en de verwachting is dat dit nog iets gaat dalen. Als kanttekening klinkt daarbij wel dat sommige panden een dubbele bestemming hebben: winkel- of woonruimte. “Dat zegt wel iets, zo’n groot deel van de beschikbare winkelruimte leeg.”

Scheef

Op basis van dergelijke cijfers kun je niet anders dan concluderen dat het anders moet. “Het zit scheef”, vat Pasmans bondig samen. En hij heeft ook al plannen: “We willen met name ook andere functies mogelijk maken.” Er moet voortaan eenvoudiger ingespeeld kunnen worden op nieuwe ontwikkelingen en marktbewegingen. Begrippen als funshoppen verdwijnen, terwijl ‘beleving’ in bredere zin juist opkomt. Terwijl 20 jaar geleden nog winkelstraten werden toegevoegd aan het centrum, is er nu juist veel minder behoefte aan vierkante meters. Het is belangrijk om sneller en beter met veranderingen mee te bewegen. Het vraagt om creativiteit, flexibiliteit maar ook veel samenwerking tussen alle betrokken, van gemeente tot inwoners en van ondernemers tot evenementen en verenigingsleven.

Daarnaast moet je breder kijken dan die binnenstad alleen, vindt Sander. Mensen die een stad bezoeken willen vaak ook graag andere mooie dingen zien en beleven. Als voorbeeld noemt hij de watertoren langs het spoor. Wat hem betreft een perfecte plek om op te nemen in ‘het verhaal van de stad’. Het is een voorbeeld om mensen meer te bieden dan alleen het centrum, ze te verleiden langer te blijven (misschien wel met een overnachting) en zo meer te besteden. “Bergen op Zoom geeft gezien haar historie altijd een reden om ernaartoe te gaan.”

Kansen

Juist voor kleinere ondernemers ziet de projectleider grote kansen in het centrum. “Zittende ondernemers zien nieuwe partijen naar hun stad komen, die dure meters ontwikkelen met hoge prijzen. Uiteindelijk gaan die het allemaal niet waarmaken. Vooral de ketens, die hebben het heel lastig op dit moment. Je ziet dat in kleinere straatjes, met het kneuterige, informele, het gezellige… Daar gaat het goed met de winkeliers.”

Het gaat allemaal wel grotendeels afhangen van in hoeverre neuzen werkelijk dezelfde kant op gaan, geeft Pasmans toe. Ondernemersvereniging Sterck en de in de centrumring gevestigde leden moeten zich nog uitspreken over een vervolg op het ondernemersfonds bijvoorbeeld. De gemeenteraad bepaalt op hoofdlijnen de gewenste koers maar er zijn meer spelers nodig om tot succes te komen, van externe marktpartijen tot de Bergenaren zelf. Dat is nog een hele uitdaging, weet de projectleider. Maar hij heeft vertrouwen, het potentieel is er volgens hem.