180 extra leerlingen: meer volwassenen leren lezen en schrijven door nieuwe aanpak
Taalhuis (foto: Curio)
Opleidingsinstituut Curio en de regionale bibliotheken hebben afgelopen schooljaar extra lessen gegeven aan volwassenen om Nederlands te leren lezen en schrijven. Door subsidie van het rijk konden ze meer leraren inhuren. En met behulp van de Fontys Hogescholen kon Curio ook zelf mensen trainen om Nederlandse les te geven. Hierdoor konden 180 meer mensen dan andere jaren meedoen aan de cursussen Nederlands.
De leerlingen hebben allemaal hun eigen redenen om mee te doen aan de Nederlandse les. “De ene cursist wil werk krijgen of behouden, de ander wil beter kunnen meedoen in de maatschappij, vrijwilligerswerk doen of een kind kunnen helpen met huiswerk,” vertelt Adrian van Tilburg, onderwijsmanager bij Curio.
Sneller werken door zelf de docenten op te leiden
Er zijn twee soorten trainingen. Er zijn lessen voor mensen die een andere taal spreken en Nederlands willen leren. En er zijn lessen voor mensen die wel Nederlands spreken, maar die het niet kunnen lezen of schrijven. Door de subsidie van het rijk kon Curio meer leraren betalen. En dus konden er meer groepen meedoen aan de taallessen dan vroeger. Er kwamen twaalf groepen bij. In elke groep zitten 15 leerlingen, dus dan kom je op zo’n 180 mensen extra. In totaal doen er ongeveer 600 West-Brabanders mee aan de lessen.
Veel bedrijven klagen over personeelstekort. Maar Curio is het toch gelukt om extra mensen op te trommelen. Dat komt door hun nieuwe aanpak: samen met Fontys regelen ze de opleiding voor nieuw personeel voortaan zelf. “We leiden onze eigen docenten op. En ook taalvrijwilligers trainen we zelf. In 2023 tot nu toe alweer 53,” legt Van Tilburg uit. “Dit zijn vooral vrijwilligers die in het taalnetwerk West-Brabant actief zijn. Zij werken onder andere bij bibliotheken, humanitas en andere vrijwilligersorganisaties die iets doen op het gebied van taal.”
Vraag naar taalles nog steeds groter dan aanbod
Curio is blij dat ze meer cursussen kan aanbieden, maar het is nog niet genoeg. Er zijn in West-Brabant nog wachtlijsten voor de taallessen. Curio wil dat mensen die moeten wachten niet de moed verliezen. Daarom kunnen zij toch alvast aan de slag met vrijwilligers in de bieb. “Om hen gemotiveerd te houden bieden we in de bibliotheken oefengroepen aan. Dit gaat via de Digi-Taalhuizen,” aldus Van Tilburg.
Curio geeft de trainingen op haar scholen in Breda, Roosendaal en Bergen op Zoom en in bibliotheken in Hoogerheide, Steenbergen en Oosterhout. Maar dat is voor sommige mensen toch een te grote stap. Daarom zijn er ook taallessen op drie basisscholen in Roosendaal en Oudenbosch. “Daarbij gaat het om ouders van kinderen die naar die school gaan. Dit zijn vaak laaggeletterden die nauwelijks hun huis of wijk verlaten, maar wel bekend zijn met de basisschool. Daarom brengen we ons taalonderwijs daarheen,” legt Van Tilburg uit.
Proefproject om door te stromen naar mbo
Voor de leerlingen die nog verder willen leren, heeft Curio ook een plan bedacht. Na de zomer begint er een proefproject in samenwerking met Roem en Poen in Roosendaal. Leerlingen die na de taallessen willen doorgaan met een mbo-opleiding kunnen hierdoor hulp krijgen. Die hulp krijgen ze van studenten die nu al op het mbo of hbo zitten. Zij kunnen de taalcursisten helpen bij het kiezen van een opleiding, bij de aanmelding en zelfs tijdens de opleiding. “Ze zoeken naar de droom van de student, checken ze of het bedachte beroep daarbij past én welke opleiding dan het meest geschikt is. Daarnaast ondersteunen ze in planning van studenten. Ook geven ze bijles,” aldus Curio.
Lees ook: ZuidWest TV zendt NOS-journaal in makkelijke taal uit Lees ook: Oekraïense vluchteling over taallessen: ‘Ik wil Nederlands begrijpen’ Lees ook: Taalvrijwilligers gezocht om mensen te helpen hun Nederlands te verbeteren