Bergen op Zoom

Aannames over vervanging meubilair en vergoedingen Bergse ambtenaren blijken onzin

Het Bergse stadskantoor, gezien vanaf het parkeerterrein van Plein XIII. Foto: Google StreetView

Hans-Jorg van Broekhoven Hans-Jorg van Broekhoven

Raadslid Reinoud Krijnen, van de éénmansfractie Samen0164, heeft met enkele politieke vragen voor heel wat onnodige onrust gezorgd. Hij stelde dat de gemeente in crisistijd ‘onverminderd’ geld uit bleef geven aan meubilair. Ook zouden alle ambtenaren vijfhonderd euro hebben ontvangen voor thuiswerken. Beide verhalen zijn niet waar, aldus een gemeentewoordvoerder.

Krijnen schreef op 22 juli het college aan en stuurde zijn vragen ook naar de pers. Hij vertelde uit BN De Stem te hebben vernomen dat “op het stadskantoor de investeringen in nieuw meubilair onverminderd door gaan.” Een situatie die voor zijn partij absoluut niet kon, aangezien Bergen op Zoom er financieel uiterst bedroevend voor staat.

Dit jaar vooralsnog geen euro

Namens de gemeente meldt woordvoerder Peter van der Graaf dat er momenteel helemaal geen geld wordt uitgegeven aan herinrichting. Er is in 2016, vier jaar geleden dus, een totaalbedrag van 111.000 euro gebudgetteerd voor vervanging van interieur. Daar was het begin van dit kalenderjaar nog 30.000 van beschikbaar en dat is er nog steeds. Van der Graaf: “Als er komende tijd iets wordt aangeschaft, zal dat alleen gebeuren als het werkelijk noodzakelijk is, maar in eerste instantie wordt bekeken of er intern alternatieve oplossingen zijn.”

Fabeltje

Als tweede meldde raadslid Krijnen in zijn brief dat het verhaal zou gaan dat alle ambtenaren een bedrag van vijfhonderd euro hebben gekregen om het thuiswerken beter mogelijk te maken. Ook die aanname wordt door de woordvoerder naar het rijk der fabelen verwezen. “Er is aan helemaal niemand ook maar iets uitgekeerd”, verzekert hij. De gemeente betreurt dat op deze wijze een onnodig negatief beeld is gecreëerd, dat ook op social media al een eigen leven is gaan leiden.

UPDATE, 30 juli 2020: Raadslid Krijnen laat weten zich niet te herkennen in deze interpretatie van zijn brief. Hij zegt die te hebben geschreven om juist te voorkomen dat het imago van de gemeente geschaad zou worden.