Bergs college zet verkoop parkhuisje in de wacht na kritiek raad

De gemeente Bergen op Zoom zet de verkoop van het parkhuisje aan de Zuidzijde Zoom voorlopig in de wacht. Wethouder Letty Demmers-van der Geest wil eerst onderzoeken wat de monumentale staat van het gebouwtje is, en of er complicaties zijn met de bestemmingsmogelijkheden.

In de Bergse gemeenteraad klonk donderdagavond kritiek over de voorgenomen verkoopplannen. Een marktpartij is bereid 55.000 euro voor het huisje te betalen en het college is bereid mee te werken aan de verkoop.

Koeriersbedrijf

GBWP-voorman Arjan van der Weegen heeft twijfels bij het toekomstige gebruik. “Het blijkt dat er van alles mogelijk is volgens het geldende bestemmingsplan, ook de vestiging van een koeriersbedrijf. Dat moeten we niet willen, met alle te verwachten parkeer- en verkeersoverlast”, merkt hij op – na aanleiding van berichtgeving over het parkhuisje bij onder meer ZuidWest Update.

Nutsvoorzieningen

Ook VVD-raadslid Josita Delhez plaatst vraagtekens bij de gebruiksmogelijkheden. “Ons was verteld dat het om nutsvoorzieningen zou gaan”, zegt ze. En in het raadsvoorstel vermeldt het college dat het parkhuisje uit 1887 geen gemeentelijk monument zou zijn. Maar er rouleren verschillende monumentenlijsten, waarbij het op de één wel vermeld staat en op de ander weer niet.

Duidelijkheid

Daarover wil Demmers-van der Geest nu duidelijkheid. “Ik ga dat intern navragen”, belooft ze de raad. Daarop besluiten de raadsleden het verkoopvoorstel tot nader orde van de agenda te halen.