Bergse Katrientje mag pas gesloopt als zwaluwen en vleermuizen weg zijn
Het historische hoofdgebouw uit 1929.
Zorginstelling tanteLouise mag van de Noord-Brabantse Gedeputeerde Staten nog niet beginnen met de sloop van het Katrientje. Pas als de daar nestelende zwaluwen en vleermuizen vertrokken zijn mag het enorme pand tegen de vlakte.
Op 27 juni diende tanteLouise een aanvraag in voor sloop en vervolgens nieuwbouw op het perceel aan het Sint Catharinaplein. Uit onderzoek is echter gebleken dat er in het pand gierzwaluwen verblijven, tezamen met twee soorten vleermuizen: de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis. Het betreft beschermde diersoorten dus die moeten eerst weg zijn voordat de werkzaamheden beginnen mogen. Dat valt te lezen in een besluit van Gedeputeerde Staten van vorige week.
Hopen op een koude winter
Marc Molenaars, woordvoerder van tanteLouise, kijkt niet op van die beslissing. Hij legt uit dat nu onderzocht gaat worden waar de diertjes zich bevinden. Vervolgens wordt gekeken hoe ze er weg te lokken of jagen zijn. Bijvoorbeeld door in de buurt nestkastjes op te hangen. Wat ook helpt is zorgen dat het in het pand niet langer behaaglijk is. Vleermuizen houden niet van kou en tocht, dus als er in de muren gaten worden gemaakt vertrekken ze vaak vanzelf. Je moet alleen niet de pech hebben van een betrekkelijk warme winter, legt Molenaars uit. Bij een andere locatie, het St. Elisabeth in Halsteren, heeft het anderhalf jaar geduurd voordat de vier vleermuizen die daar woonden vertrokken. De sloop van dat pand kon pas afgelopen november beginnen.