Bergse kroegbazen vinden zichzelf opnieuw uit
Bergse horecaondernemers mogen hun onderneming tijdelijk ombouwen tot winkel. Dit laat de gemeente Bergen op Zoom weten in een brief aan de horecaondernemers. Ze moeten wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Het moet passen binnen het bestemmingsplan, er mag geen drank verkocht of gedronken worden, er moet een actief deurbeleid gevoerd worden en er moeten hygiënemaatregelen getroffen zijn, zoals een handpompje en kuchschermen bij de kassa.
Door: Maarten Elst en Bianca van Vugt
De horeca is hard geraakt tijdens de coronacrisis. De gemeente Bergen op Zoom wil de horecaondernemers daarom een handje helpen. Ze mogen hun zaken tijdelijk ombouwen tot winkel. Herman van Broekhoven van De Saeck was de eerste die zijn kroeg mocht ombouwen tot vintage winkel. Van Broekhoven: “Ik vind het heel goed dat de gemeente zegt, we gaan dit niet bij een iemand goedkeuren, maar we doen dit door de hele stad.”
Typemachines en elpees op de bar
De donkerbruine kroeg is een passende achtergrond bij de nieuwe inventaris. Of eigenlijk juist oude inventaris, want de kroeg staat vol met vintage typemachines, langspeelplaten, tweedehands boeken en andere snuisterijen. De kroeg is dan ook toepasselijk omgedoopt tot Vintageshop De Duvel & Z’n Ouwe Moer.
Van Broekhoven hoopt wel dat niet alle kroegbazen in Bergen op Zoom een zelfde soort winkel beginnen. “Wat ik wel vind, is dat als je als horecaondernemer iets gaat doen, dat je probeert om creatief te zijn en te proberen om iets unieks te vinden,” vertelt hij. “Dat niet dadelijk heel de stad vol staat met cafés met vintage spulletjes en dergelijke.”
Haren knippen naast de toog
Daar hoeft hij bij collega Hetty Jansens in elk geval niet bang voor te zijn. Want bij haar hoor je het metalen geklik van een schaar: Café bij Jansens is omgetoverd tot Knipcafé bij Jansens. “Ik denk, dan zijn we toch lekker bezig en we hebben hier alles bij de hand: koffie, thee. Hoe makkelijk is dat niet?”
De kroegbaas kreeg het idee na een gesprek met haar dochter. “Die wilde een afspraak maken bij de kapper en die vertelde dat ’t voor twee weken vol zat. Want heel veel mensen dachten natuurlijk ‘zo meteen gaan de kapsalons ook sluiten’. En toen viel dat kwartje,” legt Jansens uit. “Ja, ik ben kapster. Waarom ga ‘k dan niet knippen, als er zoveel vraag naar is? Ik denk ‘ja, dat is het!’
“Goh jongen, wat een leuk idee!”
Behendig knipt Jansens de blonde lokken van een klant. Ze is in het café natuurlijk beperkt in wat ze kan doen. Een wasbak is er bijvoorbeeld niet. “Maar goed, je gaat dan toch denken: wat kan wel hé? Je moet toch positief blijven,” zegt ze nuchter. “We gaan ’t gewoon doen. Wat heb ik te verliezen? Ik heb niks, ik kan alleen maar winnen. Fijn dat de gemeente meedenkt en dat wij de mogelijkheid krijgen om allemaal toch iets te kunnen doen.”
Het levert de kroegbazen soms ook compleet nieuwe klanten op, merkt Van Broekhoven. “Wij zien ook heel veel mensen die nog nooit binnen geweest zijn. Die komen nu naar binnen en zeggen goh, wat gezellig hier. Wat is het eigenlijk?” vertelt hij. “Nou, dan moeten we uitleggen dat het een nostalgische bruine kroeg is en dat we, door de beperkingen die nu opgelegd zijn, een shop zijn begonnen. En die klanten, die weten eigenlijk niet wat ze zien. Die zeggen: goh jongen wat een leuk idee!”
Liever toch bier tappen
Leuk idee of niet, het is voor Van Broekhoven echt geen nieuwe carrière of ommezwaai. “Ik gok zelf dat wij tot november-december deze shop aanhouden. En dat wij waarschijnlijk begin januari weer een beetje klanten mogen ontvangen, waarschijnlijk met een vroegere sluitingstijd,” hoopt hij. “Want zodra wij weer bier mogen verkopen, gaan we dat natuurlijk weer gewoon doen. Dus ’t is echt een overbrugging.”