Bergen op Zoom

Bertus (74) staat al 60 jaar op de kermis: ‘Ga door zolang ik het volhoud’

Sven de Laet Sven de Laet

Wie weleens een rondje over de kermis heeft gedaan, zal hem ongetwijfeld herkennen: Bertus van Hooijdonk. Deze zomer viert hij een bijzonder jubileum. Hij staat exact zestig jaar tussen de attracties.

Hij komt niet eens uit een kermisgezin, maar toch werd het zaadje voor zijn grote passie al vroeg geplant bij de 74-jarige Bertus. “Als kind woonde ik recht tegenover de kermiswagens. Ik raakte aan de praat met iemand die een paar treintjes had.” Al snel was Bertus verkocht. Hij rolde het wereldje in en was niet van plan daar ooit nog uit te stappen. “Ik heb geen editie meer gemist.”

In al die jaren heeft hij zo ongeveer alle denkbare taken vervuld. “Kaartjes ophalen, op- en afbouwen, de kraam van het ballengooien… Nu ben ik al een jaar of tien correspondent. Dan maak ik foto’s en verslagen van verschillende kermissen en die komen dan weer op verschillende websites en in vakbladen. Met mijn naam erbij.” En er kan natuurlijk niet alleen maar gewerkt worden. “Zo af en toe pak ik nog weleens een attractie mee. De Polyp is mijn favoriet. Die gaat aan het einde nog eens extra snel.”

Als ’s avonds de boel dichtgaat, zoeken we elkaar op en drinken we nog een paar pilsjes. Net een soort familie.

Wat het leven tussen de kramen zo mooi maakt? “De mensen. Als ’s avonds de boel dichtgaat, zoeken we elkaar op en drinken we nog een paar pilsjes. Dan bespreken we hoe de dag is gegaan. Net een soort familie.” De afgelopen anderhalf jaar waren dan ook zwaar voor Bertus. “Het was heel triest. Je mist dat leven verschrikkelijk. Dat ik hier nu weer rond kan lopen, voelt fantastisch.”

Kiezen tussen alle mooie herinneringen is haast onmogelijk, maar er is ook nog een dieptepuntje wat Bertus altijd bij zal blijven. “Ik was een jaar of 16 en stond bij de rups. Daar zaten een paar mooie dames in, dus ik deed alsof ik bij hen in het karretje wilde stappen. Die hadden daar niet zo’n trek in, dus ik sprong er maar weer vanaf. Alleen daar stonden net een hoop mensen, dus ik veerde terug. Kwam er zo’n wagentje recht tegen mijn voet aan. Enkel gebroken. Eigen schuld, dikke bult.”

Ik ga hier mee door zolang het kan.

Maar als dat het is, valt de schade na zestig jaar reuze mee. Vindt ook Bertus, die niet van plan is zijn grote liefde snel te verlaten. “Ik ga hier mee door zolang het kan.”