Boeremaaltijd: Vrouwen bij de stichting? ‘Lat gin ‘arte verlore gaan!’

Bij de Boeremaaltijd komen de leden van de Gròòte Raad (Stichting Vastenavend) en Kleine Raad (Gemeenteraad) bij elkaar voor een leutig samenzijn. Het is een traditie die bijna zo lang bestaat als de Bergse vastenavend zelf. Dit jaar is de blik op de toekomst gericht, want er zij  veranderingen op komst. Een nieuwe burgemeester – voor Frank Petter is het zijn afscheid als burgervader – maar ook gaan geluiden op voor de toelating van meer vrouwen bij de stichting.

Voor het eerst sinds drie jaar is weer een volwaardig Vastenavendfeest mogelijk en dat geldt ook voor de Boeremaaltijd, zaterdagavond in de Hofzaal van ’t Markiezenhof. Momenteel onderzoekt de gemeente nieuwe gebruiksmogelijkheden voor het Stadspaleis maar ook in de toekomst blijft het gebouw in beeld voor de Boeremaaltijd – bevestigt wethouder Letty Demmers na afloop van de bijeenkomst.

Lieve Letty

Al bij het Pratje van de Gròòtste Boer, voorafgaand aan de Boerenmaaltijd, krijgen de Bergse raadsleden het flink te verduren. De Gròòtse Boer heeft zogezegd inzage gehad in de sollicitatiebrieven voor de nieuwe burgemeester – zegt hij in z’n Pratje. Zo zouden sommige politici daarbij zelfs te raden zijn gegaan bij wethouder Demmers, oftewel ‘Lieve Letty’. Zo ook de oud-burgemeester van Roosendaal, Jacques Niederer. Volgens de Gròòtste Boer weet Niederer uit ervaring  “oede ’n vestrekt onbestuurbare stad nóg onbestuurbaarder ken make.” En de brief van Piet Juten blijkt geschreven op de achterkant van een bierviltje, want “d’r motte ommes meer kefeekes komme in Berrege.”

Park-kietje

Volop leutige acts met een knipoog. Soms met de nodige dosis zelfspot, zoals Louis van der Kallen. Het raadslid gaat op de tafel staan met een spoken word-voordracht als zingend ‘park-kietje’. Het is een verwijzing naar het verhitte raadsdebat over het keetje in het Van Duinkerkenpark. Als “een ietwat vreemde vogel” weet Van der Kallen kleur te geven aan de Bergse politiek – ook al gaat hij in het zwart gekleed.

Reket

En dan gaan de borden boerenkool de tafels langs. Na afloop van de maaltijd heeft de Nar nog een toetje in petto: een raketijsje, want “Berrege ga wir as ’n reket.” De Bergse politiek heeft weer volop nieuwe plannen en ideeën voor de stad, zingt de Nar: “Me gaan as ’n reket, me blijve mar luchtkastele bouwe.”

Steketee draagt gedichten voor, soms lang maar ook kort en bondig: “Ik stond vanmorrege n’op, da was ’n goed begin; want as ik nie was opgestaan, dan lag ik d’r nog in.”  Ook vier bastaardzonen van Jan II van Glymes maken deze avond hun opwachting: “Leut et de toekomst, stéék de loftrompet”, klinkt het uit volle borst – als de piano de titelmelodie van de vroegere Blackadder tv-serie inzet.

Foto

De Kleine Raad zingt hoe lastig het is om met z’n allen op een foto te gaan en ook zes vrouwelijke raadsleden -oftewel de Ingekome Stukke- laten hun stem horen. Ook al zijn ze in de raad in de minderheid.

Oproep burgemeesters

De toekomst, betekent ook meer zeggenschap voor vrouwen in het mannenbolwerk van de Stichting Vastenavend. Burgemeester Petter en drie oud-burgemeesters (Dick de Cloe, Han Polman en Peter van der Velden) doen een dringend oproep aan de Gróóte raad om het lidmaatschap ook  voor vrouwen open te stellen. “Zoek de discussie en laat vrouwen meedoen. Laat geen harten verloren gaan.” Vier zingende Nostra Damussen, de toekomstkijkers uit de Gròòte Raad, deden echter een voorspelling: “Vrouwkes bij de Boereploeg? Dees versterreking kom nog te vroeg.”

Nooit van gekomen

Overigens is het lidmaatschap voor vrouwen niet uitgesloten. “Het is er alleen nog nooit van gekomen”, reageert Stichtingvoorzitter Bas van Oevelen na afloop van de Boerenmaaltijd. Alleen Ans van den Berg vormt hierop een uitzondering. Bij haar benoeming tot burgemeester in 1993 werd ze automatisch lid van de Stichting Vastenavond en mag ze nog steeds de driepikkel dragen.

Wie de leut et, et de toekomst. En een toekomst heeft het feest zeker, zoals professor Anton van Duinkerken (1903-1968) in 1928 al schreef in zijn ‘Verdediging van Carnaval’: “Zolang de mensheid bestaat, blijft ook de Vastenavend bestaan.”