Boswachter Erik de Jonge treft steeds meer arbeidsmigranten aan
Eerder berichtte de onderzoeksredactie van streekomroep ZuidWest over hoe arbeidsmigranten overleven in de Brabantse Bossen. Na verder onderzoek blijkt dat deze problematiek groter is dan enkele incidenten. Deze mensen zitten soms diep in de natuur verscholen of in een bosje naast een carpoolstrook. In de overlevingsstand wordt ook inbreken niet geschuwd. Boswachter Erik de Jonge wordt regelmatig geconfronteerd met deze problemen.
Gekleed in zijn groene uniform zit Erik ontspannen in een bureaustoel, met zijn trouwe viervoeter Jack onder het bureau. We zijn in zijn kantoor op de Kraaijenberg in Bergen op Zoom. Het verblijf van de arbeidsmigranten in de bossen is hem zeker bekend. Er is niet altijd sprake van dezelfde plekken waar ze verblijven. De boswachter treft ze overal aan. Soms inderdaad in de geringe bosschages naast carpoolplaatsen, dan weer midden in een wei of ergens diep in de natuur. Sinds tien jaar ziet hij een toename in het aantal arbeidsmigranten dat zo bivakkeert.
Hij merkt dat er een piek is in het verblijf in de bossen door arbeidsmigranten als het zomerseizoen voorbij is. Volgens Erik is dit omdat ze dan een klus hebben gehad die voorbij is. Bijvoorbeeld met het plukken van aardbeien of andere fruitteelt. Vaak zijn ze daarna meteen hun werk en huisvesting kwijt. “In de periode eind augustus, september komen wij ze vaker in het veld tegen. Ze wachten dan op nieuw werk of ze willen nog niet terug naar hun eigen land. Het komt ook voor dat we ze aantreffen tijdens het seizoen. Dit komt dan omdat ze uit hun huisvesting gezet zijn.” Zo heeft hij nog een voorbeeld van een aantal weken terug van een groep Polen die in een oud boswachtershuis verbleven. Een aantal van hen was nog aan het werk maar ze hadden het kennelijk te bont gemaakt op de camping waar ze verbleven en daar weggestuurd.
Matrasje met een speentje
Bij het boswachtershuis vertelt de bosbewaker verder: “Hier is ingebroken om er te kunnen slapen. Daar waren nog wel een aantal mensen van aan het werk. Ook lag één van hen in een tent. Een ander lag zelfs zo in een slaapzak onder een overhangende rododendron.” Er zaten op dat moment nog vijf personen in het pand. Onder de aangetroffen de spullen trof Erik ook een schuimrubberen matrasje en een fopspeen aan. Dat doet hem sterk vermoeden dat er een vrouw met haar kindje aanwezig moet zijn geweest. Uiteindelijk heeft hij samen met zijn collega’s en ondersteuning van de politie de mensen eruit gezet. Dit is de weken erna nog een aantal maal gebeurd.
Stroperij
Erik ziet de arbeidsmigranten ook terug in een ander fenomeen, namelijk de illegale visserij. Buiten het feit dat dit gebeurt op plekken waar dit niet mag zijn ze vaak dronken en laten ze veel rotzooi achter. Ze hebben een voorkeur om deze vissen, bijvoorbeeld Karpers en Brasems, die soms zelfs ter plekke worden bereid en gegeten. Dit wordt gedaan door zowel Polen als Roemenen en Bulgaren.
“Deze mensen zijn echte buitenmensen” vertelt hij verder. Deze ouderwetse wijze van stroperij, met een kooitje of strikken, bewijst dat. De gemiddelde Nederlander heeft die kunde eenvoudig weg niet meer. Erik kan hier een soort van professioneel respect voor opbrengen. “Ze staan nog veel dichter bij de natuur. Zij kunnen dat nog en weten het zelfs nog zo te doen dat het nauwelijks door paadjes of iets dergelijks op te sporen is. Dit is erg knap, daar moet je een erg goede bushcrafter voor zijn.”
Gekoppeld aan huisvesting
Exacte cijfers van de illegaal in de bossen verblijvende arbeidsmigranten zijn Erik niet bekend. Wel weet hij dat dit niet probleem voor alleen ‘zijn’ gebied geldt. Ook collega boswachters binnen en buiten Brabant hebben hier last van. “Er zijn jaren, dan hebben we wekelijks dat we tentjes aantreffen en er zijn periodes dan is het rustiger.” Erik is van mening dat de problematiek minder is naarmate de huisvesting en arbeidsomstandigheden beter op orde zijn. Het is ook aan de overheid, gemeenten om hier goed toezicht op te houden. Dan zijn deze mensen minder geneigd om in de natuur te gaan overleven. Vaak wordt de boswachter geholpen door de sociale controle van omwonenden en krijgt hij al snel een berichtje als er een persoon zich verschuilt in de bossen.
De mens achter de boswachter
Erik is eerst en vooral professional maar de omstandigheden waarin hij de mensen aantreft laten hem niet koud. Als de situatie het toelaat spreekt zijn empathische kant. Dan geeft hij de voorkeur aan het inschakelen van Barka (een internationale organisatie die arbeidsmigranten helpt) of de GGZ, zodat er binnen korte termijn een humane oplossing gevonden kan worden. “Ik vind het schrijnend om te zien. Dat dit in Nederland gebeurt, dat moet niet kunnen. Het zijn erbarmelijke omstandigheden voor die mensen.”
Deze productie kwam mede tot stand met behulp van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.