Brabantse Wal-gemeenten presenteren sluitende begrotingen 2025, maar zwaar weer komt érg dichtbij

De colleges van Bergen op Zoom, Woensdrecht en Steenbergen hebben hun raden de begrotingen voor de komende jaren gepresenteerd. Voor 2025 verwachten ze allemaal een positief financieel resultaat, maar vanaf 2026 ‘ravijnjaar’ zijn ook op de Brabantse Wal de vooruitzichten minder gunstig. Een bezuinigingsronde lijkt onvermijdelijk – tenzij de regering met extra geld over de brug komt.

De drie gemeenten staan voor flinke uitdagingen. Ze krijgen minder geld van het Rijk, terwijl hun uitgaven blijven stijgen, vooral in de zorg. Hoewel de vooruitzichten voor 2025 nog positief zijn, moeten de gemeenten vanaf 2026 keuzes maken om financieel gezond te blijven en hun ambities waar te maken.

Bergen op Zoom: Wel of niet blijven aflossen

Bergen op Zoom verwacht in 2025 een overschot van één miljoen euro. Dit is een meevaller, omdat de gemeente eerder nog uitging van een tekort van bijna twee miljoen. Vanaf 2026 ziet het er minder rooskleurig uit. Wethouder Joost Pals verwacht dan een tekort van 5,8 miljoen euro, omdat de bijdrage van het Rijk flink daalt. Dat is overigens altijd nog minder dan de eerder gevreesde tekorten van 10 tot 11 miljoen euro.

Eigenlijk zou het tekort voor 2026 in Bergen op Zoom uitkomen op 2,8 miljoen euro, maar in het Bergse bestuursakkoord is afgesproken dat de miljoenenschuld jaarlijks met 3 miljoen moet aflossen. Met het ingelasten van een ‘aflossingsvrije periode’ zou de Bergse gemeentefinanciën minder hoeven te bezuinigen. Die keuze wil en kan het college niet maken, benadrukt Pals. “Dat zou in strijd zijn met het akkoord.” Maar het staat de Bergse raad uiteraard vrij om eigen afwegingen te maken, merkt hij op. Overigens is het weerstandsvermogen van Bergen op Zoom nu op orde – Bergen is beter dan enkele jaren geleden in staat om financiële klappen op te vangen.

Woensdrecht: Hoop op compensatie Rijk

Ook het college van  Woensdrecht kan de raad een positieve begroting voor 2025 presenteren. De gemeente verwacht komend jaar een overschot van zo’n 245.000 euro. En er is volgend jaar in de begroting genoeg ruimte om de afspraken uit het coalitieakkoord te kunnen nakomen, aldus wethouder Jeffrey van Agtmaal.

Maar ook Woensdrecht staat aan de rand van het ravijnjaar 2026 die flinke gaten in de begroting schiet – met tekorten van 1,6 miljoen in 2026, 0,8 miljoen in 2027 tot 1,2 miljoen euro in 2028. “Dit betekent dat we de komende jaren moeten opletten”, aldus Van Agtmaal. De Woensdrechtse bestuurder wil zich echter niet op voorhand té grote zorgen maken. De wethouder verwacht dat de soep niet zo heet gegeten wordt als deze wordt opgediend: “We gaan ervan uit dat het kabinet aandacht heeft voor de scheefgroei vanaf 2026 tussen de voor gemeenten beschikbare middelen en het groeiende takenpakket.”

Steenbergen: Slimmer werken

Als derde gemeente op de Brabantse Wal kan ook de gemeenteraad van Steenbergen voor 2025 een sluitende begroting tegemoet zien.  Ook hier zijn financiële uitdagingen in het vooruitzicht maar wethouder Kees Gommeren wil vooralsnog de rekening niet bij inwoners neerleggen in de vorm van een hogere onroerendzaakbelasting (OZB). In plaats daarvan zoekt Steenbergen manieren om ‘slimmer te werken’ – zoals het vereenvoudigen van gemeentelijke werkprocessen en meer digitaliseren. Hiermee hoopt Steenbergen 1,2 tot 1,5 miljoen euro te besparen.

Daarnaast stelt het college de raad voor om zo’n 431.000 euro apart te zetten, om mogelijke tegenvallers op te vangen. Daarmee wil Gommeren voldoende armslag hebben voor een “toekomstbestendig Steenbergen met een hoger welzijnsniveau.”