Carnaval in kleine dorpen: is het tijd om tradities los te laten?
Carnaval in Nispen.
Complete protocollen die opstappen, jeugd die carnaval liever in de stad viert en het gebrek aan de juiste opvolging. Het zijn zorgen waar carnavalsverenigingen van dorpen in West-Brabant mee te maken hebben. Is het tijd om oude tradities los te laten zodat de jeugd het carnavalsfeest voort kan zetten?
Als er geen jeugdige opvolging gevonden kan worden voor carnavalsstichtingen, vanwege de huidige regels en gewoontes die er zijn omtrent carnaval, zou het dan niet nodig zijn om het een en ander aan te passen zodat het de generatie van nu wél bereikt? “Nou, als ik iets heb geleerd, dan is het dat carnavalsvierders de meest flexibele mensen zijn die er zijn”, verklaart oud-carnavalsvoorzitter van Nispen, Jack Goorden. “Want tijdens de coronaperiode was er één ding dat doorging, en dat was carnaval. In aangepaste vorm wel. Dus tradities kunnen we echt wel loslaten. Een traditie moet ook niet ten koste van iets zijn, want dan heeft het geen nut en houdt het alsnog op met bestaan.”
Beeldvorming veranderen
Volgens Rick Melisse, de nar van Huijbergen, is ook het tijd om enkele tradities los te laten. “We moeten toch met de tijd meegaan.” Daar kan Jack wel een voorbeeld van noemen: “Vroeger stond het protocol verplicht heel de avond op een plekje in de zaal. We kunnen nu zeggen: trek na het officiële gedeelte een kiel aan en ga lekker feesten. We moeten het niet te zwaar beladen maken. Het is geen zware job, het ligt er gewoon aan hoe je het invult.” Daar sluit Rick zich bij aan: “Wanneer je taak gedaan is, dan is het voor jou ook gewoon feest. Je hoeft echt niet continu te presteren.”
Ik heb echt een geweldige tijd gehad, dat zullen anderen ook gaan beleven.
Er moet iets gedaan worden aan de beeldvorming dus. “Want het is wel de bedoeling dat de jeugd de carnaval voort gaat zetten”, aldus Jack. “Ik heb echt een geweldige tijd gehad bij de stichting. Dat zullen anderen daar ook echt kunnen gaan beleven.”
Nieuw bloed vinden is uiteindelijk het grote probleem. Dat tackelt gelijk het probleem met de leegloop naar de steden. “Organiseer als stichting zijnde dan niet iedere avond een activiteit, maar gun het protocol ook wat vrije tijd zodat ze zelf nog op stap kunnen”, oppert Kitty Joachems. Zij is al jaren goed op de hoogte van de carnavalsstichtingen in de regio, vanwege haar werkzaamheden voor streekomroep ZuidWest.
Problemen in andere dorpen
Problemen zo groot als in Nispen zijn er momenteel niet in andere dorpen. “Maar een paar jaar geleden had Heerle met iets soortgelijks te maken”, vervolgt Kitty. “Toen is voormalig Prins Riekus noodgedwongen teruggekomen. Hij is nu nog steeds prins en de stichting is inmiddels weer wat gegroeid.”
Ook in Wouw hebben ze zware jaren gehad. “Daar heeft de voorzitter het prinsenpak aangetrokken. De stichting staat daar verder wel. Maar het protocol is daar wel een probleem. Normaal zijn ze met vier, de afgelopen jaren met twee. Als een van die twee ziek is tijdens carnaval is er een probleem, want er is daar de afspraak dat ze altijd met minimaal twee man het podium op gaan.” Ondanks dat het goed gaat, is de situatie in Wouw dus wel kwetsbaar. Dat geldt overigens ook voor de oplossing van Heerle, waar een oud-prins opnieuw in zijn pak is gekropen.
Je hoeft als pakkendrager niet veel te missen, je bent er toch altijd gewoon bij.
In Moerstraten wordt gezocht naar een nieuwe Grootste Boer. “Daar vertelde de nar van dat dorp tijdens het Prinsencafé nog iets moois over. Namelijk dat je als pakkendrager echt niet zo heel veel hoeft te missen. Je bent er namelijk toch altijd gewoon bij en je kan gewoon mee feesten. Je staat niet heel de avond aan”, concludeert Kitty.
Het verhaal over problemen rondom carnaval in kleine dorpen bestaat uit twee delen. Lees het eerste deel hier. De interviews zijn gehouden in Midweek Magazine, op ZuidWest FM. Daar stelde Thomas Diederen allerlei vragen over carnaval aan Jack Goorden, Rick Melisse en Kitty Joachems. Je kan de uitzending hier terugluisteren.