Chronisch zieke Jozia (23) loopt van Bravis naar Bravis met haar stoma
De 23-jarige Jozia van Meer lijdt aan de chronische darmontstekingsziekte Colitis Ulcerosa. Een jaar geleden werd ze behandeld in zowel het ziekenhuis in Roosendaal als in Bergen op Zoom, waar ze uiteindelijk een stoma kreeg. Om meer aandacht te vragen voor haar ziekte, hield ze vandaag een twaalf kilometer lange sponsorloop, van Bravis naar Bravis. “Het houdt mijn leven in de greep.”
Door de opvlammingsziekte heeft Jozia veel ontstekingen in haar dikke darm. “Als ik een opvlamming heb, moet ik meer dan twintig keer per dag naar de wc en komt er alleen bloed uit. Heel pijnlijk.”
Kantje boord
Het infuus dat ze eens in de acht weken kreeg en de medicijnen, die ook bij reuma en kanker worden toegediend, konden dat bij haar niet meer onder controle houden. Ze takelde steeds meer af en verloor tien kilo. “Het was kantje boord.”
Daarom werd besloten om haar van het Bravis in Roosendaal naar het Bravis in Bergen op Zoom over te plaatsen. Daar werd een stuk van haar darm verwijderd en kreeg ze haar grootste angst te horen: ze kreeg een stoma. “De grond zakte onder mijn voeten vandaan.” Gelukkig had ze veel aan haar moeder, die ook een stoma heeft.
Ongeneeslijk
Thuis begon het fysieke en mentale herstelproces pas echt. Inmiddels heeft ze geen pijn en medicatie meer, maar de angst blijft. Haar ziekte is namelijk ongeneeslijk. “Ik blijf bang dat het in een ander deel van mijn darm terugkomt. Het is een onvoorspelbare ziekte, waar weinig over bekend is.”
Met haar sponsorloop haalt ze geld op voor Crohn en Colitis NL, dat onderzoek doet naar deze darmziektes. De Mont Ventoppers, die eerder ook geld inzamelde voor de aan een stofwisselingsziekte lijdende broertjes Bart en Tijn uit Roosendaal, helpen haar daarbij. Zij hebben het bedrag opgehoogd naar 1750 euro, maar er kan nog steeds gedoneerd worden.
Jozia hoopt daarnaast een stuk bewustwording te creëren. “Het houdt het leven van sommige mensen in hun greep. Ik word iedere dag geconfronteerd met mijn stoma. Wat is me overkomen en wat gaat me nog overkomen?”
