Bergen op Zoom

Commotie over vastgoed-uitspraken: Lijst Linssen wil uitleg college

Illustratie: Pixabay

Han Verbeem Han Verbeem

Lijst Linssen is verbijsterd over uitspraken van de Bergse wethouder Petra Koenders, waarin ze namens het college zei de lijst van zestien verhandelbare vastgoedobjecten niet naar de gemeenteraad te sturen. Dat schrijft raadslid Sander Siebelink zondag in een brief aan het college van B&W. Siebelink wil meer transparantie bij de verkoop van gemeentelijke panden en gronden, en heeft een motie daartoe aangekondigd.

Persconferentie

Het verhandelen van vastgoed is een bevoegdheid van het college. Het college heeft wel toegezegd, mede na de discussies in december, de verkoop van maatschappelijk gevoelige panden ter goedkeuring aan de gemeenteraad voor te leggen. Tijdens de persconferentie van vrijdag antwoordde wethouder Petra Koenders op de vraag of het college de lijst van de zestien objecten wil vrijgeven, woordelijk: “Nee, en dat geven we ook niet aan de raad. Daar zullen wel vragen over komen en dan gaan we het daar maar over hebben. ” Op de vervolgvraag waarom het college zo handelt, sprak Koenders: “Dat heeft ook alles te maken met hoe het de vorige keer niet prettig liep en dat willen we graag anders zien.” In december ontstond namelijk politieke commotie over de plannen om tien monumentale en beeldbepalende panden, waaronder de synagoge en het Halsterse Heemhuis, in de verkoop te zetten.

Verantwoordingsplicht

“Lijst Linssen is verbijsterd over deze handelwijze en buitengewoon verontwaardigd”, schrijft Siebelink. “Is het college zich bewust van het feit dat het college een actieve en passieve verantwoordingsplicht heeft naar de raad?” Slechts in zeer bijzondere omstandigheden kan het college besluiten hiervan af te wijken, zo merkt hij op, maar daarvan kan volgens Lijst Linssen hier geen sprake zijn. Volgens de partij zouden de uitspraken in strijd zijn met de Gemeentewet.

Dubieus

“Waarom besluit het college over te gaan tot onderhandse verkoop”, zo vraagt het raadslid zich af en Lijst Linssen noemt dit een ‘uiterst dubieuze’ handelwijze. “Realiseert het college zich dat, in de huidige tijd van spanning op de woningmarkt, de prijzen van onroerend goed behoorlijk stijgende zijn? En dat openbare verkoop dus een aanzienlijk hogere verkoopprijs kan opleveren? Wat dus een beter resultaat oplevert voor de erbarmelijke staat van de gemeentelijke financiën?” Bovendien zouden bij onderhandse verkoop volgens Siebelink in de publieke opinie suggesties kunnen ontstaan over vriendjespolitiek en bevoordeling. “Indien dit gebeurt, is het college daar zelf voor verantwoordelijk en zal Lijst Linssen het college en de desbetreffende leden afzonderlijk, hiervoor verantwoordelijk houden”, schrijft hij.

Slecht daglicht

Siebelink stelt dat de hele gemeentepolitiek door deze opstelling in een buitengewoon slecht daglicht komt te staan. “Zeker na het debacle over onzinnige verkoopplannen van bijvoorbeeld het stadhuis? Deze voorgenomen verkoop leverde immers een hoop commotie op.”

Reactie college

Een woordvoerder van het college heeft inmiddels laten weten de berichtgeving over de uitspraken van wethouder Koenders te betreuren. Later deze week zal wethouder Jacobs de media nader informeren over het gemeentelijk vastgoedbeleid.

Lees ook: Bergs college zet zestien panden in stille verkoop: ‘zelfs raad mag niets weten’