De Beek wil verzet tegen kabinetsplan om hertenkampen uit te laten sterven

De besturen van hertenkampen in Nederland gaan samen strijden tegen een plan van minister Piet Adema. Dat zei Peter Dogge van Hertenkamp De Beek in Halsteren donderdag in ons tv-programma M². Minister Adema heeft besloten dat dam- en edelherten vanaf volgend jaar niet meer gefokt mogen worden. En ook niet gehouden mogen worden als huisdier. Hierdoor komt er in de loop der jaren een einde aan hertenkampen.

Minister Piet Adema van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid, wil het verbod in laten gaan op 1 januari 2024. Dat betekent niet dat er meteen geen hertenkampen meer zijn. Want de herten die nu in de kampen en op dierenboerderijen leven, mogen daar gewoon blijven. Maar er mogen geen nieuwe dam- of edelherten gefokt worden. Dus dan sterven de hertenkampen langzaamaan uit.

Handtekeningenacties om druk uit te oefenen

De schok en teleurstelling bij eigenaren is groot. Volgens Peter Dogge van Hertenkamp De Beek in Halsteren zoeken ze manieren om het plan van de minister te stoppen, zoals door handtekeningenacties te houden. “Eigenlijk is heel hertenkamp-Nederland in rep en roer. We zitten allemaal contacten te leggen. We zitten allemaal petities in mekaar te steken,” vertelt hij donderdagavond in ons tv-programma M².

“Dus we zijn helemaal nog niet zover dat die wet ook inderdaad dadelijk geïmplementeerd gaat worden,” hoopt Dogge. “En voor die tijd willen wij gewoon met z’n allen zoveel druk op de overheid de overheid leggen dat die damherten en edelherten gewoon op die lijst komen van dieren die gehouden mogen worden in BV Nederland.”

“In een hertenkamp geboren. Dus die weten niet beter”

Dogge is het niet eens met de argumenten van minister Adema dat herten niet opgesloten horen te zitten. De minister wijst bijvoorbeeld op het instinct van herten, zoals het vluchtgedrag. Dat past volgens hem niet binnen een hekwerk. “Ieder hert dat momenteel in een hertenkamp rondloopt, is in een hertenkamp geboren. Dus die weten niet beter,” brengt Dogge daar tegen in.

Ook vindt Dogge dat de dieren genoeg ruimte hebben voor hun natuurlijke gedrag. “Als ik puur specifiek naar ons hertenkamp kijk: wij hebben bijna 11.000 vierkante meter. Daar hebben wij acht vaste hindes en een bok. Nou, die hebben ruimte zat om te vluchten als het moet. En om achter elkaar aan te zitten,” rekent hij voor.

Beter af dan in de natuur?

Het argument dat herten thuishoren in het wild en niet in een kamp met een hek er omheen, vindt Dogge ook niet sterk. “Ik denk dat, als ik kijk naar de de hertenkampen zoals ze momenteel in Nederland allemaal functioneren, dat die dieren het beter hebben als in de natuur,” legt hij uit. “Wij hebben contacten met een dierenarts. Constateren wij iets dat er met een dier iets mis is, dan hangen we gelijk in de telefoon. Op vaste tijden krijgen de beesten voer. Dus het welzijn van die dieren dat is volgens mij gewoon groter binnen dat hertenkamp als dat ze buiten in een stukje natuur zitten wat continu onder druk staat. Want daar moeten allemaal wegen bij en infrastructuur.”

Als het fokverbod op 1 januari wel gewoon ingaat, dan leven er de komende twintig jaar nog herten in de kampen. “Wij hebben nou een aantal drachtige hindes rondlopen. Die jongen worden volgend jaar geboren, die mogen gewoon blijven. De bokken die gaan er uit,” legt Dogge uit. “We hebben één bok die zit in een uitwisselingsprogramma, die gaat sowieso in het voorjaar weg om inteelt te voorkomen. En die beestjes die nog geboren worden bij ons, die worden een jaar of twintig. Dus over een jaar of twintig zou er in principe het laatste hertje zijn.”