De Keuken Groep wint De Groene Pluim voor sterk verminderen CO2-uitstoot
De Keuken Groep (DKG) wint De Groene Pluim (foto: De Groene Pluim)
De Keuken Groep, DKG, uit Bergen op Zoom heeft donderdag De Groene Pluim gewonnen. Deze prijs wordt uitgereikt aan bedrijven die veel doen voor duurzaamheid en sociaal beleid. De commissie die onderzoekt of bedrijven De Groene Pluim verdienen, was onder de indruk van DKG. Het bedrijf scoort hoog op de CO2-prestatieladder. Dat is een meetlat voor bedrijven om te zien of ze genoeg doen om de milieuonvriendelijke uitstoot van CO2 te verminderen.
DKG kreeg De Groene Pluim uitgereikt tijdens een ondernemersbijeenkomst in Bergen op Zoom. De keukenmaker krijgt de prijs, omdat het bedrijf steeds duurzamer werkt. Zo maakt het bedrijf keukens van bekende merken als Bruynzeel en Keller in een CO2-neutrale fabriek in Bergen op Zoom. DKG levert ook geen gaskookplaten meer, maar alleen nog inductieplaten. En het bedrijf is bezig een ‘groene’ keuken te ontwikkelen.
Zonnepanelen, ledlampen en gratis gezonde voeding
Dat was niet het enige dat de commissie indrukwekkend vond. “Met de 7.500 zonnepanelen op de fabriek kan 30 tot 35% van het energieverbruik gecompenseerd worden. Het bedrijf bevindt zich op trede drie van de CO2 prestatieladder en doelt erop om dit jaar de hoogste trede vijf te behalen,” somt de organisatie van De Groene Pluim op. En vervolgt: “70% van de personenvoertuigen in het leasepark zijn volledig elektrisch. Per 2030 is dit 100%. Elke showroom is elektrisch verwarmd en alle locaties inclusief de fabrieken zijn voorzien van ledverlichting. Alle verbruikte energie is groene energie uit Nederland.”
Maar De Groene Pluim kijkt niet alleen naar de duurzaamheid voor het milieu. Een bedrijf moet ook duurzaam zijn op het sociale vlak. En ook daar jubelt de commissie over. “Het bedrijf investeert in het opleidingstrajecten, stages, traineeships, presentaties en gastcolleges. En niet te vergeten is er een fietsplan, sportschoolabonnement en gratis gezonde voeding aanwezig. Geen wonder dat langjarige dienstverbanden eerder regel zijn dan uitzondering.”