De mooiste terrine van Bergen op Zoom heeft nu een plaatsje in het Markiezenhof
Voor de kenners is de nieuwste aanwinst van Het Markiezenhof een regelrechte sensatie. Een zilveren dekselterrine van de Bergse zilversmid Willem Brouwers uit circa 1680. Na ruim drie eeuwen glimt en blinkt het vaatwerk alsof het zó uit de werkplaats komt. De terrine is deze zomer aangekocht door de Mastboom-Brosens Stichting uit Oud Gastel, die het in langdurige bruikleen heeft gegeven aan het museum. Woensdagmiddag was in de Hofzaal de overhandiging.
Zilversmid Brouwers (1647-1701) was in zijn tijd een succesvol ondernemer en ambachtsman. Al op jonge leeftijd leerde hij het vak, en produceerde vervolgens tal van hoogwaardige werkstukken voor opdrachtgevers met een goed gevulde portemonnee; zoals de avondsmaalbeker voor de protestantse kerk en imposant gildezilver. Maar ook lepels en ander eetgerei zijn van hem bekend. Het Markiezenhof bezit al een zogeheten hoeflepel, genoemd naar het sierlijke ornament op het steeluiteinde.
Nalatenschap
Een goedgevulde beurs moest ook de Mastboom-Brosens Stichting meenemen bij de aanschaf van de terrine. Het zou gaan om een getal van vijf cijfers, maar voorzitter Maarten van den Oord wil geen bedragen noemen. “Het gaat erom dat onze stichting cultuuraankopen ondersteunt en financiert”, merkt de voorzitter op. De stichting en het daaraan verbonden Mastboomfonds is opgericht na de dood van de naamgever Henri Mastboom (1907-1999), een telg uit een welgesteld West-Brabantse familie.
Bergen op Zilver
Stichtingsecretaris en oud-gemeentearchivaris Cees Vanweesenbeeck heeft uitvoerig onderzoek gedaan naar de geschiedenis van zeven eeuwen Bergse zilverproductie. Onder zijn redactie is in 2017 een boek uitgekomen, ter gelegenheid van een omvangrijke overzichtstentoonstelling ‘Bergen op Zilver’ in het Markiezenhof. Vanweesenbeeck is het nodige over de maker van de terrine te weten gekomen. Zo was Willem Brouwers vermogend en bezat op het eind van zijn leven veel huizen en landerijen in en rondom de stad. Na zijn dood zette weduwe Wilhelmina de zilvermakerij nog een kwart eeuw door, met gebruikmaking van Willem’s meesterteken: een merkje van een boom in een ovaal veld.
Merktekens
Naast het Bergse stadswapen, een jaarletter en de zogeheten trembleersteek is dit meesterteken op al zijn werkstukken terug te vinden. “Als kwaliteitsgarantie”, legt Van Weesenbeeck uit. De trembleersteek is een zigzag-vormig streepje dat achter blijft nadat de keurmeester met een scherp trembleermes een strookje zilver wegschraapt om het zilvergehalte te toetsen. Zo ging dat vroeger. Recentelijk is de terrine opnieuw getest, maar dan met minder ingrijpende middelen. Bij de Waarborg Holland ontdekten de onderzoekers dat het zilver sporen van goud bevat. “Dat duidt erop dat oud, verguld zilverwerk is omgesmolten en hergebruikt voor deze schaal”, zegt hij. Hergebruik en circulair omgaan met grondstoffen is niet nieuw: “Integendeel, vroeger was dat meer regel dan uitzondering.”