Droom van architect komt uit, kerk wordt bijzonder appartementencomplex
Hoe een autorit van Amsterdam naar Steenbergen kan leiden tot een miljoenenproject en een voorbeeld van moderne architectuur. Dat is het verhaal van architect Paul Dinant (70) uit Amsterdam. Op weg naar Steenbergen, viel zijn oog op de leegstaande Petrus en Pauluskerk in Dinteloord. Nu 2,5 jaar later is het voormalig huis van God omgebouwd tot een ‘thuis voor iedereen’.
De architect is ervan overtuigd: “Dit wordt dé manier van wonen voor de toekomst. We maken een soort mini-maatschappij tegen versombering en eenzaamheid. Het is een plek voor mensen die zich niet thuis voelen in een nieuwbouwwijk. Daar gaat het alleen om het wonen. Hier gaan mensen vanaf volgende maand samen leven.”
“We merken dat er een enorme behoefte is aan deze manier van wonen.”
In de kerk zijn 27 huurappartementen gebouwd, waarbij oorspronkelijke elementen zijn behouden. Soms zijn ze gerestaureerd. Een gewelf als plafond of bakstenen steunberen in de hal, in de appartementen voel je je steeds verbonden met de kerk. In de ruimte in het midden van de kerk kunnen de bewoners elkaar straks ontmoeten op het terras of aan de grote leestafel.
“De mensen die hier komen wonen zijn tussen de 21 en 85 jaar en heel verschillend. Er zijn starters bij, maar ook gescheiden ouders met kinderen en alleenstaande ouderen voor wie eenzaamheid vaak op de loer ligt. Samen kunnen ze elkaar versterken. We merken dat er een enorme behoefte is aan deze manier van wonen. Heel veel appartementen zijn overtekend”, legt Paul uit.
Achter de oude plek van het altaar, is een grote ruimte gemaakt waar kleine bedrijfjes in komen. Bijvoorbeeld een nagelstudio, schoonheidssalon of kapper. Het middenschip kan ook gebruikt worden voor lezingen en exposities. “We proberen zoveel mogelijk gezelligheid en levendigheid te creeëren. Vroeger was de kerk ook een plek waar mensen elkaar ontmoetten, de spil in de maatschappij. Die functie is weg gevallen en die proberen wij terug te brengen.”
Initiatiefnemer Dinant kreeg geen subsidie en moest om zijn droom waar te kunnen maken, teruggrijpen naar een beproefd concept van vroeger. “Ik ben bouwmeester en architect tegelijk. Net zoals de beroemde architect Berlage dat honderd jaar geleden was. Bouwmeesters regelden alles en wisten tot aan het lichtknopje toe hoe het eruit kwam te zien. We hebben alle bedrijven zelf geregeld en de vergunningaanvragen gedaan. Daardoor hebben we twintig procent bespaard.”
“Dit is een grote kans voor architecten.”
Paul Dinant roept zijn collega’s op om zijn voorbeeld te volgen in de ‘strijd’ tegen fabriekswoningen en half bewoonde eengezinswoningen. “Dit is een grote kans voor architecten. Kom achter je beeldscherm vandaan en koop een de oude kerk. Er komen er vijftien honderd leeg te staan in Nederland. Pak het op. Dit is de toekomst van de architectuur”, zegt hij bevlogen.
De nieuwe woonvorm is inmiddels ook opgevallen bij de provincie. Het project is genomineerd voor de Brabantse Stijlprijs. Maar voor Paul Dinant is er geen grotere prijs denkbaar dan de reacties van de bewoners. “Toen ik hier voor het eerst langs reed, greep de kerk mij meteen aan. Die zware baksteenbouw, de Delftse school droop er vanaf. Nu is er straks weer bedrijvigheid en gezelligheid. De cirkel is rond.”