Dwangsom voor enige schoenmaker tussen Goes en Roosendaal: ‘Mag vak niet meer uitoefenen’

De Bergse schoenmaker Ingrid Snepvangers moet mogelijk stoppen met haar winkel. Haar vorige pand in de Sint Josephstraat was te gevaarlijk, vanwege losliggende dakpannen. Daarom verhuisde ze naar een pand, dat een paar deuren verderop zit. Sindsdien ligt ze in de clinch met franchiseorganisatie Mister Minit, waar ze voorheen voor werkte. En dat terwijl ze de enige schoenmaker tussen Goes en Roosendaal is. “Ik word gedwongen te verdwijnen.”

Ingrid werkt al ruim 28 jaar als schoenmaker in Bergen op Zoom. Eerst op nummer 26. “Maar daar bleven de pannen maar van het dak vallen,” vertelt ze over het achterstallig onderhoud. Ze werkte zelfs een aantal maanden met een grote parasol voor haar deur, om het winkelpubliek te beschermen. “Het werd maar niet gerepareerd door de verhuurder.”

Veiligheidsnet

Mister Minit huurde het pand namelijk van een derde partij en verhuurde het onder aan Ingrid. De verhuurder was dus verantwoordelijk voor het onderhoud, Mister Minit moest ervoor zorgen dat dat gebeurde. Dit was daarentegen niet het geval.

Ingrid schakelde daarom de gemeente in, maar tevergeefs. Reparatie bleek niet mogelijk, omdat het een rotte dakconstructie betrof. Ingrid wilde dat het pand veilig werd gesteld, voor haar en het winkelend publiek. “Gooi er een veiligheidsnet overheen,” opperde ze vaak.

Een gemeenteambtenaar verklaarde zelfs dat haar dak in orde was. “Onterecht,” aldus Ingrid. Toen de dakpannen na een hevige sneeuwbui in grote getalen naar beneden vielen, werd het haar namelijk te gevaarlijk. Ze besloot tijdens haar contractperiode te verhuizen naar nummer 4.

Huurcontract

Maar vanwege het concurrentiebeding van Mister Minit mag Ingrid, binnen twee jaar na het stoppen van haar contract, geen winkel openen in een straal van twee kilometer van een van hun vestigingen.

Een pand buiten deze straal zoeken, is voor haar geen optie. “Mensen zijn me kwijt als ‘de krullenbol op ’t hoekske’ uit de binnenstad verhuist. Bovendien heb ik hier een huurcontract. Huizen kosten ook een paar centen. Door de coronacrisis en deze rechtszaak heb ik dat simpelweg niet.”

15.000 euro

Ingrid is inmiddels veroordeeld door de rechtbank. Er hangt haar een dwangsom van 150 euro per dag boven het hoofd, als ze door blijft gaan met haar werkzaamheden. Dit kan oplopen tot maximaal 15.000 euro. “Ik mag mijn vak niet meer uitoefenen. Het kromme is, is dat zij hier geen locatie hebben en dat ik de enige schoenmaker ben tussen Goes en Roosendaal.”

Volgens de Bergse schoenmaakster had deze situatie voorkomen kunnen worden, als de staat van haar vorige pand beter gecontroleerd was. Ze stuurde herhaaldelijk mails naar de gemeente, de verhuurder en Mister Minit, omdat er volgens haar niks gebeurde met betrekking tot de veiligheid. Ze geeft aan dat daar niet tot nauwelijks op werd gereageerd.

ZuidWest Update heeft contact opgenomen met de franchiseadviseur van Mister Minit. Hij liet weten geen commentaar te willen geven, zolang de rechtsprocedure lopende is.

Figuurlijk doodsvonnis

Inmiddels is ze ruim 70.000 euro kwijt aan advocaatkosten en de kosten voor haar vonnis. Dat geld heeft ze niet, omdat ze tijdens de coronacrisis omzetverlies draaide, maar wel de volledige huur moest doorbetalen. “Als ik mijn werk niet meer mag doen, is dat lastig bij elkaar te schrapen.”

Gelukkig steunt goede vriend Mauro Vink haar met een crowdfundingsactie. “Ingrid heeft haar figuurlijke doodsvonnis ontvangen,” aldus de initiatiefnemer. “De kans is zeer groot dat zij en haar gezin hierdoor op straat komen te staan. Simpelweg omdat ze de schuld niet kunnen betalen. We kunnen de uitspraak niet terug draaien, maar we kunnen haar wel helpen met een financiële bijdrage.” Het geld kan Ingrid gebruiken om in hoger beroep te gaan.

Hoger beroep

Het is onduidelijk of er een nieuwe Mister Minit-vestiging in Bergen op Zoom komt. Ingrid mag sowieso nog tot november in het pand blijven zitten. Ze heeft namelijk drie maanden de tijd om in beroep te gaan tegen de uitspraak van het gerecht. Ingrid is er nog over aan het nadenken of ze deze stap gaat nemen.

Zij en haar collega ronden nu de laatste werkzaamheden in de schoenmakerij af, voordat de machines – die van haarzelf zijn – mogelijk verhuisd moeten worden naar een andere locatie. Er zijn al locaties op het oog. Ook kan ze bij collega-schoenmakers buiten de regio terecht, zoals in Roosendaal, om reparaties uit te voeren. “Maar ik hoop dat ik híer gewoon mijn werk kan blijven uitoefenen.”