Roosendaal

Een pilsje bij de kapper: het mag voortaan, maar niet iedereen is blij

Bij haarsalon Van der Horst komen de drankjes van de buren.

Sven de Laet Sven de Laet

Een wijntje tijdens het passen van je nieuwe outfit of een biertje in de kappersstoel. Deze zogenaamde mengformules worden met het nieuwe coalitieakkoord toegestaan. Dat was een kwestie van tijd, als je het veel ondernemers vraagt. “In de praktijk is het op veel plekken al de normaalste zaak van de wereld.”

In 2017 werd er in verschillende Brabantse gemeentes al een tijdje getest met de extra service in zaken die normaal geen alcoholische drankjes schenken. Ook in Roosendaal, waar de proef destijds vroegtijdig werd beëindigd na protesten van de SlijtersUnie. Die organisatie vreesde dat de kleinschalige drankhandelaars de dupe zouden worden, wanneer klanten voortaan overal hun pilsje kunnen krijgen.

Toch wil de kersverse coalitie ‘blurring’, zoals de mix van bijvoorbeeld shoppen en horeca ook genoemd wordt, nu toestaan. Volgens Marco van der Horst, mede-eigenaar van Van der Horst Hairstylers, komt dat nieuws niet helemaal als een verrassing. “Dit idee is natuurlijk al zo oud als wat.”

Het mag officieel niet, maar in de praktijk gebeurt het dagelijks.

Daarnaast is het in de winkelstraat al helemaal niet zo bijzonder meer als de wijnglazen uit de kast worden getrokken. Bij Bruut Barbershop in Roosendaal is het zelfs nooit anders geweest, vertelt eigenaar Elvar Schapendonk. “En we zijn er nog nooit op gecontroleerd. Het hoort een beetje bij het ondernemen van nu. Je biedt net even wat extra. Zeker hier, waar we dat old school barbiersfeertje proberen te krijgen. Mannen onder elkaar, biertje erbij.”

En ook bij Marco zelf kunnen klanten tijdens een knipbeurt genieten van een drankje. “Al is het bij ons net iets anders. Hier verdienen wij er zelf niks aan, maar komen de biertjes, wijntjes of cocktails van het café hier naast. Die samenwerking is gestart, toen zij tijdens de lockdowns gesloten waren. Zo kunnen zij toch wat verdienen en bieden wij onze klanten een unieke ervaring.”

Zo wordt alcoholgebruik alleen maar verder genormaliseerd.

Toch is niet iedereen zo gecharmeerd van de plannen. Bij STAP, het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid, zijn ze er zelfs zwaar op tegen. “Dit gaat volledig in tegen de rest van het beleid”, zegt directeur Wim van Dalen. “Aan de ene kant voeren we wel een suikertaks in voor ongezonde frisdranken, maar op het gebied van alcohol gebeurt het tegenovergestelde. Handhavers kunnen hier ook niet blij mee zijn. Als iedereen straks ’s ochtends al een drankje aangeboden krijgt, wat doet dan dan met de veiligheid?”

Dat lijkt Van der Horst wat overdreven. “We bieden de mogelijkheid, maar de keren dat er echt een alcoholisch drankje besteld wordt, zijn zeldzaam. Plus, mensen zitten hier pakweg een half uur in de stoel. Dan drink je hooguit één pilsje.” Meer moet het volgens hem ook helemaal niet worden. “Wij zijn er om te knippen en kleuren, niet om een verkapte horecatent te worden. Het is puur en alleen een extraatje.”

Voor je het weet, zit je in de supermarkt aan een wijnproeverij.

Dat is nou juist een misvatting, volgens Van Dalen. “Het probleem is inderdaad niet dat ene drankje. De essentie is dat alcohol er op deze manier steeds meer bij gaat horen. Voor je het weet, zit je in de supermarkt aan een wijnproeverij of koop je in de Gamma en krat bier. En ook kinderen komen zo continu met drank in contact. Met alle gevolgen voor de toekomst van dien.”