Fout na fout in wijze waarop gemeente omging met Bergse schoenmaakster
Meerdere experts geven aan dat Ingrid onheus is behandeld door de gemeente Bergen op Zoom, ze overweegt nu juridische stappen.
Onlangs publiceerde ZuidWest Update een artikel over de Bergse schoenmaakster Ingrid Snepvangers. Zij kwam in conflict met de verhuurder van het pand waarin ze gevestigd zat. Er was vanwege loskomende dakpannen sprake van een gevaarlijke situatie. Ze verloor twee rechtszaken over de kwestie, waarin de verhuurder als bewijsvoering een e-mail opvoerde van de gemeente. Daarin verklaarde een ambtenaar namelijk dat het dak afdoende was gerepareerd, terwijl dit niet het geval was. Dezelfde ambtenaar en wethouder Letty Demmers beloofden Ingrid te helpen maar het tegenovergestelde was het geval. We vroegen meerdere specialisten hun mening over het handelen van de gemeente. Die komt er niet best vanaf.
Voor wie de voorgeschiedenis nog niet kent. Het hele verhaal van Ingrid lees je hier.
Zowel vanuit onze onderzoeks- als ombudsrol verbaasden we ons hogelijk over de wijze waarop Ingrid is behandeld door de gemeente, die vol blijft houden haar te hebben willen helpen. We legden de gang van zaken voor aan drie experts, die landelijk en soms zelfs internationaal hun sporen hebben verdiend inzake bestuurlijke, juridische dan wel ethische kwesties.
‘Raar verhaal’
Peter van Koppen, Hoogleraar emeritus Rechtspsychologie bij VU Amsterdam en Universiteit Maasstricht, spreekt van een “raar verhaal”. Het bevreemdt hem vooral dat de betrokken ambtenaren nooit zijn ondervraagd tijdens de rechtszaken. Hetzelfde geldt voor de beheerder van het pand, die het zo liet verkommeren. Daar heeft de toenmalige advocaat van Ingrid behoorlijke steken laten vallen, vindt hij.
Opgenomen gesprekken
Dat de gemeente valt over de opnames die de onderneemster maakte van haar gesprekken met de wethouder, maakt bij Van koppen weinig indruk. “Als politie mag je dat niet doen maar als burger gewoon wel.” Hij voegt er alleen aan toe dat het altijd om een gesprek moet gaan waar je zelf aan deelneemt en dat de opname alleen bedoeld mag zijn als mogelijke bewijsvoering. Ook daar is echter niets mee gedaan, zelfs niet bij het hoger beroep.
De hoogleraar maakt een duidelijk onderscheid tussen de civielrechtelijke kwestie die Ingrid had met de franchisegever en haar conflict met de gemeente. Dat kan je niet als één zaak zien. Wel kan ze volgens hem de gemeente aansprakelijk stellen voor de schade die ze geleden heeft, ook nu nog.
‘Toeten noch blazen’
Bert Schouten, bestuurskundige lokale democratie, vindt dat de wethouder te veel leunde op haar ambtenaren. Hij schat in dat de wethouder wel degelijk opdracht gaf, na het gesprek met Ingrid, om zaken recht te zetten. Maar dat is vervolgens waarschijnlijk op ambtelijke weerstand gestuit. “Dat voelt voor hen dan als een nederlaag.” Zijn ervaring is dat een wethouder dan veelal eieren voor diens geld kiest. “Want die weet van toeten noch blazen.” Dat kan ook door een intern juridisch advies gekomen zijn, bevestigt hij.
‘Ze hebben wat te verbergen’
Wethouders maar ook raadsleden zijn grotendeels afhankelijk van ambtenaren, legt Schouten uit, als het om inhoud op dossierniveau gaat. “Dan blijft natuurlijk de vraag: Heeft die ambtenaar goed gehandeld? Als ik het zo hoor: Nee, helemaal niet!” Hij weet waar hij over praat, de bestuurskundige is op interim basis in heel wat plaatsen gemeentesecretaris of griffier geweest.
“Je zou denken: Ze hebben wat te verbergen. Dit is in gemeenteland een bijna natuurlijke reflex”, zegt Bert over de bijzondere wijze waarop het aanleveren verliep van de resultaten van ons WOO-verzoek, waarin we alle relevante correspondentie opvroegen. In eerste instantie werd onze redactie namelijk gebeld door de jurist van de gemeente. Die gaf aan dat in verband met privacyregels veel moest worden weggelakt, waaronder de naam van Ingrid Snepvangers. Daarom stelde hij voor dat we samen met haar naar het gemeentehuis zouden komen. Dan kon hij haar de stukken overhandigen en zij ze weer aan ons geven. Twee dagen later werd dat voorstel weer ingetrokken. Uiteindelijk was haar naam gewoon zichtbaar in de geleverde stukken, die in eerste instantie verre van compleet waren.
Geen verslagen?
We betwijfelen nog steeds of er geen officiële verslaglegging is van het in januari 2021 als gevaarlijk geoormerkte dak. Ook een verslag van de hoorzitting in 2024 ontbreekt. Of we alle correspondentie van en met de toenmalige pandbeheerder wel hebben, is voor ons niet na te gaan. En precies daar zou wel eens de werkelijke reden kunnen liggen van de plotse draai die de ambtenaar maakte. Ook die beheerder had wellicht toen al in de gaten dat de actie van deze toezichthouder niet klopte.
‘Onprofessioneel’
Rob van Eijbergen is onder meer hoogleraar integriteit aan de Universiteit voor Humanistiek. Hem legden we de casus eveneens voor. “Het eerste wat me opvalt is wat ik noem het onprofessionele handelen.” Daarmee doelt hij op de gemeente. “Op het moment dat een toezichthoudend ambtenaar een aanschrijving doet zijn ze daarmee partij. En daar moet opvolging aan gegeven worden. Nou, dat hebben ze onvoldoende gedaan.”
Hij heeft zo zijn twijfels over de intenties van de gemeente, mede vanwege de verklaring dat het dak kort na die aanzegging zou zijn gerepareerd, terwijl bewezen is dat dit niet het geval was. “Op het moment dat een ambtenaar dat beweert dan liegt ie gewoon.” Hij benoemt het als een integriteitskwestie en mogelijk zelfs een ambtsmisdrijf.
Van Eijbergen is ook over de klachtenprocedure zeer verbaasd. Het is niet ongebruikelijk dat in de betreffende commissie mensen uit de eigen organisatie zitten. Dat de klachtenbehandelaar echter een dubbelrol heeft en tevens jurist voor de gemeente is, ziet hij als bedenkelijk. “Die heeft twee petten op en dat is niet te combineren.” Dat er geen verslag van de hoorzitting is, vindt hij al net zo vreemd.
Gemeente wel degelijk partij in de kwestie
De verwondering is daarmee nog niet voorbij. Het feit dat een wethouder twee keer toezeggingen omtrent een verklaring doet en die niet nakomt, geeft eveneens te denken. Stellen dat de gemeente geen juridische partij zou zijn noemt hij feitelijk onjuist. De gemeente is bestuursrechtelijk een partij geworden in de kwestie toen die aanschrijving werd gedaan richting de pandbeheerder in januari 2021. Samenvattend noemt Van Eijbergen de gang van zaken “heel onprofessioneel”. De hoogleraar kijkt ervan op dat dit kan gebeuren in een gemeente van dit formaat: “Bergen op Zoom is niet een heel klein stadje of zo dus dat vind ik wel opvallend.”
Wordt vervolgd?
Binnenkort heeft Ingrid een afspraak met een advocaat, die de opgehaalde informatie en gang van zaken opnieuw tegen het licht gaat houden. Als hoogleraar Peter van Koppen gelijk heeft, is de kans groot dat de gemeente inderdaad aansprakelijk gesteld gaat worden voor haar werkwijze en de hierdoor geleden schade.