Halsteren

Frietkraam is een doorn in het oog van ploeterende cafetariahouders

Pepijn Vermunt Pepijn Vermunt

De klodders mayonaise vliegen nog net niet om je oren als je Halsteren binnenrijdt. Maar zo heet als het patatje oorlog daar nu wordt gebakken is ongekend. Al bijna een week liggen friettenthouders met elkaar overhoop over een tijdelijke frietkraam op het dorpsplein. Intimidaties en bedreigingen zouden daarbij niet worden geschuwd.

Door: Erik Peeters

Het begon allemaal toen kermisexploitant Paul van der Zande een vergunning van de gemeente kreeg om drie maanden lang friet te verkopen op het dorpsplein. De ondernemer verbouwde noodgedwongen zijn oliebollenkraam tot frietkraam om het verloren kermisseizoen financieel nog enigszins goed te maken. Het besluit van de gemeente leidde tot woede en verdriet bij de bestaande horecaondernemers in Halsteren die hun toch al schamele omzet van de laatste tijd nog verder zagen verdampen.

Van der Zanden is zich van geen kwaad bewust, maar hij zegt dat sommige collega’s hem nu het leven zuur maken. Zo zouden ze onder meer regelmatig provocerend langs zijn frietkar lopen en wordt hij met de nek aangekeken. “De rest houd ik liever voor mijzelf. Ik wil gewoon op een eerlijke manier zaken doen en dat verwacht ik ook terug van mensen.”

‘Het is echt kinderachtig’

Iwan Zhao zit met zijn cafetaria Vogelenzang tweehonderd meter verderop. Hij wil niets weten van bedreigingen of intimidatie. “Ik vind het raar en ik ben ook heel boos. Waarom zou ik hem bedreigen? Dan moet hij aangifte doen en zeggen door wie in plaats van zomaar iets te roepen. Het is echt kinderachtig.”

Iwan kan er niet over uit dat de gemeente Bergen op Zoom toestemming heeft gegeven voor de frietkraam. Sinds de coronacrisis staat ook hij in ‘standje overleven’. De cafetariahouder verloor zestig procent van zijn omzet. De komst van de frietkraam dreigt hem nu de das om te doen: “Ik probeer mijn zaak te redden. Ik heb geen werk meer voor mijn personeel en zij hebben ook kinderen thuis. Dit is onmenselijk en niet eerlijk.”

Patatoorlog

Of er snel vrede komt in deze heuse patatoorlog is hoogst onzeker. Raadslid Paul Schut van de politieke partij GBWP heeft inmiddels kritische vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over de komst van de frietkar van Van der Zande. “Misschien kan het aanbod van friet en snacks in het dorp beter verspreid worden door de kraam te verplaatsen. Daar moet de gemeente snel duidelijkheid over geven.”

Tot die tijd is de strijd tussen de cafetariahouders nog niet gestreden. Ze denken na over vervolgstappen om de frietkar weg te krijgen. Iwan: “Hoe kun je nou zeggen: ik heb gewoon schijt aan jou en ga daar staan? Dat kun je toch als mens niet maken?” Paul van der Zande is niet onder de indruk. “Ik heb een vergunning en ik ga hier niet weg.”