GBWP eist opheldering over nieuwe paaltjes Korenbeursplein: ‘Dit is ondernemertje pesten’
De onlangs geplaatste paaltjes, ter hoogte van de groentenzaak. Rechts een informatiebord dat voorbijgangers attendeert op cameracontrole - het systeem is echter nog niet actief.
De politieke partij GBWP in Bergen op Zoom heeft vragen gesteld aan het college, over de vervanging van paaltjes op het Korenbeursplein. Deze zijn kort voor het weekend geplaatst – zonder overleg met de ondernemers op het pleintje, stellen GBWP-raadsleden Alperen Yilmaz en Arjan van der Weegen. De paaltjes zouden leveranciers van de bedrijven in de weg staan, wat volgens GBWP tot logistieke problemen en financiële schade leidt.
Waar eerst roestvrijstalen paaltjes stonden, zijn nu de ouderwetse ‘Bergenaartjes’ geplaatst – straatpaaltjes met het bekende stadswapen erop, naar Amsterdams voorbeeld. De palen zijn afgesloten met hangsloten – waarvan de ondernemers geen sleutel zouden hebben. In de oude situatie zou de gemeente wél sleutels hebben verstrekt aan de bedrijven. Aan het Korenbeursplein zijn onder meer een bakkerij en een groentezaak gevestigd.
Laden en lossen
De nieuwe situatie zorgt voor aanzienlijke problemen, stelt GBWP. De alternatieve laad- en losplek, een smalle straat om de hoek, blijkt volgens de briefschrijver ongeschikt voor grotere voertuigen. Ondernemersvereniging Sterk is eveneens verast over de terugkeer van de ouderwetse paaltjes bij het Beursplein. “We vragen ons af wat de reden daarvan is”, zegt voorzitter Kees van Male. Overigens is het wat hem betreft wel goed dat er nu “paal en perk wordt gesteld aan de sleuteltjes die her en der rouleren.” Overigens valt het Korenbeursplein formeel gezien buiten het Sterk-gebied, de ondernemers zijn niet aangesloten bij de vereniging.
‘Ondernemertjes pesten’
GBWP noemt de situatie een voorbeeld van ‘ondernemertjes pesten’. Ook verwijten de raadsleden de gemeente een gebrek aan transparantie – zelfs de verantwoordelijke wethouder lijkt niet op de hoogte te zijn van de details, aldus GBWP. “Het lijkt erop dat ambtenaren zonder overleg een ander standpunt hebben ingenomen, wat getuigt van een gebrek aan respect en transparantie.”