Bergen op Zoom

Gemeente Bergen op Zoom wil samen met verenigingen bezuinigen op sport

Maarten Elst Maarten Elst

Als het aan de Bergse sportwethouder Barry Jacobs ligt, gaat gemeente Bergen op Zoom op korte termijn bezuinigen op sport. In een brief naar de 47 Bergse sportverenigingen schrijft Jacobs dat er de komende tijd kritisch wordt gekeken naar de rol van de gemeente in het faciliteren van sport. Volgens de wethouder geeft de gemeente relatief gezien meer uit aan indirecte en directe subsidies ten opzichte van gelijkwaardige gemeenten.

Door: Maarten Elst

In de brief, die donderdag bij de bestuursleden van de Bergse sportverenigingen in de elektronische brievenbus valt, geeft wethouder Barry Jacobs aan dat de gemeente de komende tijd op verschillende gebieden onderzoeken zal doen om te bezuinigen op sport. ,,We hebben zoals bekend met het college de opdracht gekregen om te bezuinigen. Om onze kortetermijndoelstellingen te halen, moeten we ongeveer 223 euro per inwoner van de gemeente bezuinigen. Momenteel geven we 88,40 euro per persoon uit aan sport. Om de cijfers duiding te geven: een referentiegemeente geeft 61 euro per inwoner uit om het sportleven binnen de gemeentegrenzen op peil te houden.”

Directe en indirecte subsidies

Eerder dit kalenderjaar is wethouder Jacobs al in gesprek gegaan met meerdere Bergse verenigingen. ,,Het liefst had ik de sportschoenen aangetrokken en was ik bij alle 47 verenigingen langsgegaan, maar dat gaat vanwege de coronamaatregelen simpelweg niet”, vertelt hij. ,,We moeten bezuinigen op alle gebieden, ook op sport. Uit onderzoeken bleek dat we de rol van de gemeente in het faciliteren van sport bij bepaalde punten moeten herzien.”

Momenteel geeft de gemeente Bergen op Zoom 3,7 miljoen euro aan indirecte subsidies. ,,Hieronder vallen de sportaccomodaties en buitenterreinen”, legt wethouder Jacobs uit. ,,Daar verdienen we bijna één miljoen euro mee terug. Dat is niet voldoende om te dekken. Overigens is dat niet erg, sport mag wat kosten. Sport is heel belangrijk en levert andere dingen op. Het is belangrijk om gezond te blijven en te bewegen. Maar het kan voor de gemeente wel efficiënter hebben we gemerkt. Zeker die dekkingsgraad.”

2,3 miljoen aan directe subsidies

,,Dan hebben we ook nog directe subsidies van zo’n 2,3 miljoen euro”, vervolgt Jacobs, “denk aan basissubsidies (twee tot drie ton, red.), de exploitatie van de zwembaden (anderhalf miljoen, red.), de F!tFabriek (half miljoen, red.). Op basissubsidies valt weinig te bezuinigen, wel wordt er gekeken naar een herijking van de sportsubsidies voor de F!tFabriek en stimuleringssubsidies, maar ook daarover gaan we nog in gesprek met de verenigingen.”

Ook moet er een oplossing komen voor het hoofdpijndossier dat zwembad De Schelp heet. De gemeente heeft miljoenen geïnvesteerd in renovatiewerkzaamheden van het Bergse zwembad. ,,De anderhalf miljoen euro die we jaarlijks aan onze twee zwembaden geven is een hoop geld. Dat kan efficiënter”, weet Jacobs. 

Drieledig onderzoek

De onderzoeken zijn op te splitsen in drie onderdelen. Punt 1 gaat over het normaliseren en uniformeren van dienstverlening sport op buitensportparken. ,,Een goed voorbeeld hierbij is RKSV Halsteren”, geeft Jacobs aan. ,,Zij krijgen als vereniging een vergoeding vanuit de gemeente om zelf het sportpark op peil te houden qua onderhoud. Ook willen we clubs aanmoedigen om de koppen bij elkaar te steken en bijvoorbeeld samen energiecontracten af te sluiten, zonnepanelen op de kantines te leggen of materiaal samen in te kopen. Om het simpel te zeggen: een bal is een bal. Het is voordeliger om samen sportmateriaal in te kopen.”

Het tweede deel spitst zich op het ‘afstoten van sportvastgoed’. Hieronder valt onder meer de toekomstscenario’s van de Bergse zwembaden en de verzelfstandiging van de tennisverenigingen. ,,Tennis is, zonder er conclusies aan te verbinden, kansrijk om goed naar te kijken. Als je kijkt naar de dienstverlening die wij op dergelijke sportparken bieden, dan zit daar nog best veel onderhoud langs onze kant aan. We hebben verenigingen die weinig service nodig hebben, maar ook, zoals de tennisverenigingen, clubs die veel onderhoud vanuit de gemeente nodig hebben. Daar willen we een uniformere aanpak in.” Het derde deel gaat in op de subsidiëring van de sport binnen de gemeentegrenzen.

Meilust

Ook haalt wethouder Jacobs het indikken van het aantal sportparken aan. Momenteel kent de gemeente Bergen op Zoom zes sportparken, 35 sportvelden, 43 tennisbanen, vier sporthallen, drie gymzalen en negen sportzalen. ,,We onderzoeken of het mogelijk is om sportparken in te dikken en als gevolg daarvan sportclubs te verplaatsen. Of de bezettingsgraad van de huidige sportparken te verhogen zodat de dekkingsgraad van de kosten beter loopt.”

Eén van de opties waar de gemeente Bergen op Zoom eerder aan heeft gedacht, is het verhuizen van voetbalvereniging Dosko van sportpark Meilust naar sportpark Rozenoord, waar voetbalvereniging MOC’17 momenteel huisvest. ,,Je drukt daarmee de onderhoudskosten op de lange termijn voor een sportpark, want je hebt er een minder. De bezettingsgraad neemt toe, net als de dekkingsgraad. Je kunt de vrijkomende gronden inzetten voor andere ontwikkelingen die geld opleveren en met dat geld het andere sportpark verruimen met een extra sportveld om zo alle leden een plaats te geven.”

Wethouder Jacobs is op de hoogte van de emotionele waarde die aan de verschillende sportparken worden gehecht. ,,Daar moet je heel zorgvuldig in zijn, dat moet in gesprek met de verenigingen zelf. En ook met de gemeenteraad.” 

Online meeting

Graag had wethouder Jacobs alle verenigingen bijeengeroepen om de plannen in de brief te bespreken. ,,Aan de ene kant zullen we meer gaan vragen van sportverenigingen, maar aan de andere kant zullen we kijken hoe we ze nog beter kunnen faciliteren zodat ze zelf meer inkomsten genereren. We kunnen ons goed voorstellen dat de bestuursleden van onze verenigingen nog met de nodige vragen zitten naar aanleiding van deze brief. Graag ga ik ook het gesprek met hen aan. In de brief wordt er aan de bestuursleden gevraagd om zich op te geven voor de digitale inloopspreekuren.”