Huisarts Raymond werkte in kamp Moria: ‘Nog nooit zulke dingen gezien’
Raymond met een foto van honderden aangespoelde reddingsvesten. (Foto: Sven de Laet)
Twee maanden lang hielp huisarts Raymond Arnold vluchtelingen in kamp Moria 2 op het Griekse eiland Lesbos. Inmiddels is hij weer aan het werk in Roosendaal, al kostte hem dat de nodige moeite. “Ik kan terug, maar zij blijven daar.”
Eind vorige zomer begon het te borrelen. “Ik heb mezelf altijd voorgenomen om ooit een tijd in het buitenland te werken. Zo kwam Moria op mijn pad.” Dat was trouwens nog vóór de grote brand in het kamp, dat daarna verhuisde naar een andere plek op het eiland. “Als je dan die beelden voorbij ziet komen, is dat ontzettend heftig.” Toch veranderde het niks aan zijn plannen.
Mijn vrouw wist dat ik hier al lang mee worstelde. Zij gunde het me meteen.
Leuk en aardig, maar Raymond had ook door dat het zonder steun van het thuisfront een lastig verhaal werd. “Mijn vrouw wist dat ik hier al lang mee worstelde. Zij gunde het me meteen. En ik heb het getroffen met een geweldige huisarts in opleiding, die de boel zolang van me over wilde nemen.” Met alle lichten op groen, kon Raymond eind februari daadwerkelijk vertrekken.
Daar kwam hij in een totaal andere wereld terecht. Tijdens zijn spreekuren in het kamp zag Raymond dingen, die hij daarvoor nog nooit meemaakte. “Getraumatiseerde mensen die volledig buiten zichzelf treden, zelfverwondingen, je wilt het niet weten… Niet gek, als je hoort wat ze hebben meegemaakt. Ik moest wennen aan die machteloosheid. In Nederland ben ik gewend dat patiënten met een oplossing naar huis gaan. Daar heb je die middelen niet. Je bent alleen maar bezig met lapwerkzaamheden.”
En dan is er nog het coronavirus, dat inmiddels ook het kamp heeft bereikt. “De quarantaineplekken zijn vol, terwijl de besmettingen oplopen. Voorheen mochten de bewoners nog weleens van het kamp af. Nu kunnen ze hun tent niet eens meer uit.” Daardoor begint het steeds meer te lijken op een snelkookpan. Letterlijk: “De temperaturen lopen op in Griekenland. Het is daar nu zo’n 25 graden. Klinkt lekker, maar in een tent word je daar niet vrolijk van. Dat kan op den duur leiden tot heel enge en gevaarlijke situaties.”
Het klinkt cru, maar dan kun je ook oprecht genieten van het eiland.
Samen met negen andere vrijwilligers van Stichting Bootvluchteling sliep Raymond in een huis dichtbij het kamp. Hij draaide voornamelijk avonddiensten. “Dan was ik tot een uur of drie ’s middags vrij. Om het hoofd leeg te maken, ging ik dan vaak hardlopen. Het klinkt cru, maar dan kun je ook oprecht genieten van het eiland.”
Dat contrast maakt het volgens hem zo schrijnend. “Het is een schitterende plek,” vertelt Raymond, terwijl hij op zijn iPad door foto’s scrolt, die rechtstreeks uit een vakantieboek zouden kunnen komen. “Op een paar kilometer van het kamp ligt de hoofdstad van het eiland. Een prachtig plaatsje.” Maar door alle verhalen over Moria, heeft Lesbos het imago van vakantieparadijs allang verloren.
“Daarom kan ik me ergens goed voorstellen dat er vanuit de Griekse bevolking zoveel weerstand tegen het kamp is.” Ook de hulpverleners zijn ze liever kwijt dan rijk, ondervond Raymond. “Buiten het kamp reden we in onopvallende, neutrale auto’s. Allemaal om niet herkend te worden. Zeker toen het inmiddels afgebrande – en veel grotere – kamp er nog was, werden er regelmatig vrijwilligers aangevallen.”
Bij mijn vertrek wist ik dat ik een hoop mensen voor het laatst zou spreken.
Die dreiging is nu minder groot. Dat komt deels doordat het nieuwe kamp een stuk kleiner is en op een nóg onherbergzamer stuk van het eiland ligt. “Daarmee lijkt ook de aandacht voor de vluchtelingen daar nog verder verdwenen. Terwijl de problemen nog even groot zijn.” Dat maakte het afscheid extra moeilijk. “Ik krijg een staafje in mijn neus, pak het vliegtuig en ben weer thuis. Zij kunnen dat niet. Bij mijn vertrek wist ik dat ik een hoop mensen voor het laatst zou spreken. Je wenst ze het beste, maar het is de vraag hoeveel daarvan terechtkomt.”
Eenmaal thuis kon Raymond niet meteen landen. “Mijn vrouw en ik zijn een weekje met de camper op pad geweest. Ik moest weer wennen aan het leven hier. Met al die ellende vers in het geheugen, loop je het risico dat je cynisch wordt en alles hier onzinnig geneuzel vindt. Je moet dingen weer in het juiste perspectief leren zien.”
Of Raymond ooit teruggaat? “Zeker. Of dat naar Lesbos is of een andere plek, weet ik nog niet. Er zijn zoveel gebieden waar hulp nodig is. En ondanks de beperkte hulp die je kunt bieden, kijk ik er met heel veel voldoening op terug. Maar voorlopig eerst maar weer gewoon in Nederland aan de slag. Mijn vrouw zou zich rot schrikken, joh.”