Bergen op Zoom

In Memoriam: Voor Rob de Nijs (1942-2025) was Bergse periode een keerpunt

Rob de Nijs in 2010, bij een interview voor ZuidWest tv.

Han Verbeem Han Verbeem

Met het overlijden van Rob de Nijs (Amsterdam, 26 december 1942 – Bennekom, 16 maart 2025) verliest Nederland een van zijn meest invloedrijke zangers. Zijn carrière omspande meer dan zes decennia, waarin hij generaties wist te raken met zijn kenmerkende stem en tijdloze liedjes. Hoewel hij vooral bekend was als Amsterdammer, speelde Bergen op Zoom een bijzondere rol het leven en de carrière van Rob de Nijs.

In de late jaren ’60, op een moment dat zijn muzikale carrière even stagneerde, vond Rob de Nijs een nieuw thuis en werkplek in Bergen op Zoom. Zijn verblijf in deze stad markeerde ook een belangrijk keerpunt in zijn persoonlijke leven. In 1968 trouwde Rob de Nijs met Elly Hesseling, de dochter van de clubeigenaar Jan Hesseling. Zijn huwelijk en de tijd die hij doorbracht in Brabant gaven hem stabiliteit en inspiratie, zei hij later in interviews, waarbij de roep van de muziek onverminderd sterk bleek. Het duurde niet lang voordat hij, met dank aan de samenwerking met Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot, een succesvolle comeback maakte. Zijn grote hits uit de jaren ’70, waaronder Jan Klaassen de trompetter, Dag zuster Ursula en Malle Babbe, bevestigden zijn status als een van de grootheden van de Nederlandse muziek.

Gemengde gevoelens

In latere jaren keek hij met gemengde gevoelens terug op zijn Bergse periode – zoals hij in 2010 ook vertelde in het tv-interview Onder 4 Ogen bij ZuidWest tv. In 1984 scheidde hij van Elly Hesseling, in datzelfde jaar trouwde hij met Belinda Meuldijk, die hij in 1980 had ontmoet. Meuldijk schreef een groot aantal van zijn liedteksten, waaronder Banger hart – zijn enige nummer 1-hit. Met Belinda Meuldijk kreeg Rob de Nijs twee zoons. In 2006 kwam het ook in dit huwelijk tot een scheiding. Twee jaar later trouwde hij met zijn persoonlijk assistente Jet Koetschruiter, in 2012 kregen ze een zoon.

Rob de Nijs – 19 december 2010