‘Instructeur vloog voor crash nog met omgekomen piloot’

De 67-jarige leerling-vlieger uit Roosendaal heeft op 31 juli voor zijn fatale crash nog enkele rondjes gevlogen met zijn instructeur. Later kwam hij om het leven toen hij door nog onbekende oorzaak neerstortte op de A58.

Luchthavendirecteur Jan Voeten geeft uitleg als hem wordt gevraagd waarom de leerling alleen in het verongelukte toestel zat. Hij is duidelijk: “Als een piloot wordt opgeleid, hoort dat er op een bepaald moment bij.” Anders gezegd: de instructeur moet vertrouwen in hem hebben gehad. “Wat ik begreep is dat de rondjes samen buitengewoon goed gingen.”

Voeten weet nog altijd niet wat er precies is gebeurd. “Maar veiligheid staat bij het vliegveld altijd op nummer 1. Over twee maanden hebben we weer een inspectie. En daar ben ik helemaal niet bang voor.”

De directeur put zelfs vertrouwen uit de ervaringen met vele inspecties. “Soms duurt het lang voor er een uitkomst ligt, maar het is altijd een plausibel verhaal. En áls er iets fout is gegaan is dan de vraag: wat kun je daarvan leren.”

Statenvragen

Zaak blijft echter hoe het toestel op de snelweg kon neerstorten. De Etten-Leurse CDA’er Ronnie Buiks stelt daar vragen over in de Provinciale Staten. Het Statenlid wil met name weten of de vergunning die het vliegveld heeft nog wel voldoet.

Buiks zegt eerlijk: ,,Ja, het houdt me wel bezig.” Ook hij heeft nog geen harde antwoorden, geef hij ruiterlijk toe. Maar hij vraagt zich wel af of Breda International Airport -of zoals het voor velen nog heet: Seppe- voldoende is toegerust om zowel opleidingen als zaken- en privévluchten te faciliteren. Buiks vindt dat deze samenhang nader bekeken moet worden.

Voeten steigert niet bij dit soort vragen. Maar dat de fractie van Lokaal Brabant in Den Bosch heeft aangekaart wat er hád kunnen gebeuren als het toestel op een woonwijk was terechtgekomen doet hem briesen: “Met zulke ‘wat als-vragen’ kan ik helemaal niks.”

Onderzoeksraad

Intussen houdt ook de Onderzoeksraad voor Veiligheid een vinger aan de pols. De kleine luchtvaart ligt al langer onder het vergrootglas, omdat in de politiek van verschillende kanten is gewezen op risico’s dan wel ongelukken.

In het jongste kwartaalbericht is het ongeval bij Breda Airport nog niet meegenomen. Grote onderzoeken worden grondig uitgevoerd, maar vergen vaak veel tijd, bevestigt woordvoerder Pauline Gras toe. Zij verwacht dat in dit geval de Provincie eerder tot bevindingen komt.

Meeste vliegvelden

Voor Buiks dus alle reden om er in Den Bosch over door te praten. “Brabant is de provincie met de meeste vliegvelden. En wij hebben er al drie”, verwijst hij naar Woensdrecht, Breda Airport en het wat verderaf gelegen Gilze-Rijen. Verderop liggen nog Volkel en Eindhoven.