Investeringen in Joint Strike Fighter verdienen zich terug in Woensdrecht
Commandant der Luchtstrijdkrachten Dennis Luyt (foto: Omroep Brabant)
Vliegbasis Woensdrecht heeft sinds vrijdag het eerste onderhoudscentrum buiten de Verenigde Staten voor de straaljager F-35, beter bekend als de Joint Strike Fighter. Alle Europese landen en Israël die JSF’s hebben aangeschaft zullen het onderhoud aan de toestellen de komende tientallen jaren ‘op Woensdrecht’ laten uitvoeren. En daarmee verdienen Brabantse bedrijven nu goed geld, in ruil voor de vroege deelname in de ontwikkeling van de meest geavanceerde straaljager ter wereld.
Philips, Fokker Elmo, Stork en andere bedrijven stapten in de jaren negentig in bij het Amerikaanse project om een opvolger van de F-16 te ontwikkelen. Bij het bedenken en ontwikkelen gaan hoge kosten gepaard. Maar die kosten verdienen zich nu steeds duidelijker terug.
Niet alleen worden nu in Texas en Turkije duizenden F-35’s gemaakt met Brabantse onderdelen, ook het onderhoud en de distributie van onderdelen van die toestellen is in 2014 door het Pentagon gegund aan vliegbasis Woensdrecht.
Zo heeft Woensdrecht al een enorm pakhuis, exclusief voor heel Europa, voor alle reserveonderdelen voor de JSF. Het robotsysteem en de logistiek waarmee de onderdelen worden vervoerd zijn de modernste ter wereld. De luchtmacht heeft dit grotendeels uitbesteed aan het bedrijfsleven.
Al decennia lang heeft Woensdrecht een rijke historie met onderhoud aan vliegtuigen en motoren
Vrijdag kwam daar dus ook officieel het onderhoud aan de straaljagers bij. In nieuwe hallen worden de toestellen grondig nagekeken. In de ene hal worden de vliegtuigen geïnspecteerd en als het nodig is worden onderdelen vervangen. In een geïsoleerde testruimte een halve kilometer verderop wordt gekeken of de motor van de straaljager voldoet aan de normen om mee verder te vliegen. Omroep Brabant mocht daar niet binnenkijken, want volgens de Amerikanen is het zeer spionage-gevoelig.
Het onderhoudscentrum voor de F-35 op Woensdrecht is ook belangrijk voor het behoud van banen op de vliegbasis. Banen die tot voor kort alleen waren gericht op het onderhoud van de F-16, die dus langzaam maar zeker richting de mottenballen worden gestuurd.
Commandant der Luchtstrijdkrachten Dennis Luyt: “Het gaat hier vooral om vervangende werkgelegenheid. Al decennialang heeft Woensdrecht een rijke historie met onderhoud aan vliegtuigen en motoren. Dat we daar nu het onderhoud aan de F-35 voor heel Europa aan mogen toevoegen is een mooie en heel belangrijke stap.”
In 2019 rolde in Fort Worth in de Verenigde Staten het eerste Nederlandse productiemodel van de F-35 van de band. De twee toestellen daarvoor waren proefmodellen. Staatssecretaris Mona Keijzer voorspelde toen al goede verdiensten voor Nederlandse bedrijven. En de tijd van ‘cashen’ lijkt nu aangebroken, zowel voor het leveren van onderdelen als voor het onderhoud aan de toestellen.