Bergen op Zoom

‘Liever iets dan niets in een pand’: De Lange wil actie in compacte Bergse binnenstad

Planstudie voor de compacte binnenstad, gepresenteerd tijdens de dialoogavond: het Bergse winkelgebied concentreert zich rondom de Grote Markt, Vierkantje, Parade, Zuivelstraat en Wouwsestraat.

Han Verbeem Han Verbeem

De Bergse binnenstad transformeert van ‘koopmachine’ naar woon-winkel-verblijfsgebied. Het koopgedrag verandert, met minder detailhandel, en ook het Bergse winkelgebied in de binnenstad wordt compacter en kleiner. Winkelpanden krijgen nieuwe, gecombineerde functies en daar gaat het college ruimhartig mee om. Want, zo benadrukt wethouder Jeroen de Lange: “Liever iets dan niets in een pand.”

Faciliteren, faciliteren, faciliteren. Dat is de insteek van het Bergse college en de ambtelijke ondersteuners. Woensdag hield de Bergse raad een dialoogavond over de plannen voor het stadscentrum, vooruitlopend op het maatschappelijk debat dat volgende week in schouwburg De Maagd plaatsvindt. Daarbij kan ook de samenleving meepraten over ‘de compacte stad’.

Doorpakken

Een jaar geleden hebben wethouder De Lange en het provinciebestuur een overeenkomst gesloten om de Bergse binnenstad aan te pakken. Nu, na de coronatijd, is het tijd om dóór te pakken – zegt wethouder De Lange tijdens de debatavond voor de gemeenteraad. “De binnenstad is honderden jaren oud, die kan je niet in één klap veranderen”, aldus de lokale bewindsman. “Dat moet stap voor stap.” Juist het historische karakter en de aantrekkelijkheid voor toeristen is de grote kracht van de binnenstad. “Koester dat”, zegt De Lange tegen de raadsleden. Er is de laatste jaren al veel gedaan om het centrum beter op de kaart te zetten, met onder meer het Stadslab-project, en dat heeft waardevolle informatie opgeleverd. “Dat nemen we mee”, zo belooft wethouder De Lange.

Rotte kiezen

Sander Pasmans komt uit Goirle en werkt sinds juni als projectmanager aan het plan voor de Bergse binnenstad. Pasmans gaf de raadsleden een uiteenzetting van de plannen voor de transformatie van de Bergse binnenstad. Hij heeft regelmatig een rondje door het centrum gelopen, “gewoon om de stad te leren kennen.” Veel praten met beleidsmakers, inwoners, ondernemers. “Ik ken Bergen op Zoom van tien jaar geleden, tijdens een weekeindje weg.” Het was zonnig, het was gezellig, de terrassen waren gevuld.

Rotte kiezen

Maar bij zijn hernieuwde kennismaking werd Plesmans óók geconfronteerd met lelijke plekken, de ‘rotte kiezen’ in het straatbeeld. “Bergen op Zoom heeft een schitterende historische binnenstad, een openluchtmuseum waar je zomaar gratis naar binnen kan lopen.” Het is een stad met twee gezichten: gerestaureerde panden en tegelijk leegstand en verval.

Té grote jas

Koos Seerden woont al ruim dertig jaar in Bergen op Zoom. Het is zijn beroep om ’te werken aan binnnensteden’ in het land en adviseert daarbij ook het Bergse gemeentebestuur. Seerden presenteert de raadsleden de keiharde cijfers. Tussen 2009 en 2020 is er veel veranderd: bijna honderd winkels zijn verdwenen, evenals dertien horecabedrijven. Het aantal vierkante meters detailhandel is met 35 procent afgenomen, van pakweg 51.000 naar 34.000 vierkante meter. “Daarom moet het winkelgebied kleiner worden, de jas is nu véél te groot.” Want die vierkante meters komen niet meer terug, stelt Seerden: slechts de helft van de totale beschikbare winkelruimte in de binnenstad is ook écht nodig.

Stucturele verandering

“We hebben een prachtige binnenstad maar blijkbaar niet aantrekkelijk genoeg om bezoekers hier naartoe te halen”, reageert Piet van den Kieboom. Maar Bergen op Zoom staat niet alleen, overal verdwijnen winkels uit binnensteden. Zelfs in Amsterdam, toeristenmagneet bij uitstek, is een afname van 15 procent te zien. “Dat is een structurele verandering, mooier kan ik het niet maken.” Desalniettemin wil Van den Kieboom de handdoek niet in de ring gooien: “We moeten niet óver de consumenten, maar mét de consumenten praten.”

Modieuze escaperooms

Dominique Hopmans (VVD) vraagt zich af of de bezoeker het centrum nog kan herkennen als ‘beleefstad’ met leasure en vrijetijdsactiviteiten. Sander Siebelink (LijstLinssen) wil terughoudendheid met het toelaten van modieuze verschijnselen zoals escaperooms. “Daar is straks helemaal geen behoefte meer aan.” Lijst Linssen staat kritisch tegenover de binnenstadsplannen. Zo heeft partijvoorman Ton Linssen, oud-binnenstadswethouder, de dialoogavond bewust gemeden omdat er sinds diens vertrek door het huidige college “met geld is gesmeten aan plannen die niets hebben opgeleverd.”

Met iets thuiskomen

Reinoud Krijnen (Samen0164) wordt “verdrietig van de plannen”, merkt hij op. Er zijn winkelcentra die het goed doen, zoals De Zeeland, en er zijn ook succeswinkels in De Binnenstad. Het raadslid ziet de komst van nieuwe horeca, zoals bij het Gouvernementsplein, niet als een bedreiging. Horecapubliek tenslotte is óók winkelpubliek, constateert Krijnen. “Als je op een terrasje zit, dan wil je óók met iets thuiskomen.” Louis van der Kallen wil kansen geven aan ‘hobbyistische initiatieven’ van particulieren die kunnen doorgroeien tot succesvolle ‘snuffelwinkels’ met een eigen publiek, zoals platenzaak De Waterput en boekhandel Quist.

Geen koopmachine meer

Mensen gaat vandaag de dag inderdaad met nieuwe insteek naar de binnenstad, aldus gemeentelijk adviseur Seerden. “Het is geen koopmachine meer, maar een plek waar we graag willen zijn. Waar we willen vertoeven en waar het leuk kopen is.” Winkels omvormen tot woningen hoort daar óók bij, benadrukt Seerden. “Dat gebeurde 35 jaar geleden ook. Gebouwen veranderen regelmatig van functie, dat hoort bij binnensteden.”