West-Brabant

Mensonterend wonen in de West-Brabantse bossen

onmenselijke omstandigheden arbeidsmigranten

Diep verstopt in de bossen woont Tomasz, in de hoop op een betere toekomst.

Onderzoeksredactie Onderzoeksredactie

Een veelgebruikte opmerking over arbeidsmigranten is hoe onmisbaar ze zijn voor het draaiend houden van de nodige sectoren in Nederland. Dat er niet altijd even best wordt gezorgd voor deze mensen is een minder populair onderwerp, al besteden media nog wel geregeld aandacht aan de beperkte kwaliteit van de woningen waarin deze mensen nogal eens worden ondergebracht. Helaas gaat het er soms nog veel dramatischer aan toe. Sommigen overleven noodgedwongen in het bos, onder erbarmelijke en zelfs gevaarlijke omstandigheden en volledig aan hun lot overgelaten.

Wie tijdelijk geen werk heeft kan meteen op straat staan, ook letterlijk. Uitzendbureaus en werkgevers bieden arbeidsmigranten een baan én onderkomen aan maar als het werk gedaan is mogen ze niet in die woning blijven. Dat geldt niet alleen als een contract verloopt maar ook als iemand ziek is of na een ongeluk niet kan werken.

Een deel van de uit Oost-Europa afkomstige werkzoekenden vindt snel of meteen erna nieuw werk. Een ander deel moet tussen twee banen een periode overbruggen en dient dan zelf maar wat te regelen. Er zijn ook mensen die door uiteenlopende omstandigheden niet terug willen of kunnen. Geld voor het huren van een ruimte, mits die al te vinden is, ontbreekt soms. Deze kwetsbare groep zoekt dan een plek op straat, of in de natuur. Als ze geluk hebben is er geld voor een tentje, anders rest het vinden van een zo droog mogelijke slaapplek in de buitenlucht.

Ondersteuning

Sinds 2012 is er Stichting Barka, een organisatie die zich inzet om dakloze arbeidsmigranten te helpen. Ze ondersteunen ook veel gemeentes in onze regio bij de problematiek, aldus Barbara Smietana. Zij heeft als hulpverlener dagelijks contact met de dakloze mensen die het betreft. Samen met haar collega Kamil Mostowski bespreken we meermaals wat er zoal speelt in West-Brabant.

‘Pechvogels’

Zomaar een voorbeeld uit de praktijk: Een jongen werd aangereden met zijn fiets, met als gevolg een gebroken arm. Hoewel de politie en ambulancedienst rapporteerden dat het een ongeval betrof, raakte hij toch zijn baan en huisvesting kwijt. “Hij is uiteindelijk teruggekeerd naar Polen, waar Barka meerdere woon- en werkgemeenschappen heeft voor deze pechvogels.”

Ervaringsdeskundigen

De verhalen die Barbara vertelt zijn even schrijnend als schrikbarend. Zelf is ze ook ooit als Poolse arbeidsmigrant naar Nederland gekomen. Daar komt een deel van haar gedrevenheid vandaan. Ze weet immers waar ze over praat, al is het er de afgelopen jaren alleen maar erger op geworden. “Toen zaten we met hooguit twee mensen op een hotelkamer. Ik had het geluk dat ik veel kon werken, zo’n vijftig tot zestig uur per week. Dat moest ook wel want het uurloon was niet zo hoog.”

Ook zij ontkwam niet aan medische problemen en de bijbehorende zorgen. De Poolse liep tijdens het sporten een gescheurde enkelband op. Ze kreeg twee weken de tijd om te herstellen en weer aan het werk te gaan. Hoewel de dokter een veel langere rusttijd adviseerde ging ze dus weer aan de slag, om het werk en de huisvesting niet te verliezen. En ze had het geluk inmiddels een netwerk te hebben opgebouwd dat haar kon en wilde helpen. Hierdoor lukte het een studentenkamer te vinden. Na een opleiding als sociaal werker is ze bij Barka gaan werken.

Kamil heeft zich gespecialiseerd in verslavingszorg en is zelf ervaringsdeskundig. Hij weet waar hij over praat. Ooit zat hij in zijn thuisland Polen in hetzelfde schuitje en toen schoot Barka te hulp. Een jaar geleden verhuisde Kamil naar Nederland omdat hij gevraagd werd hulp te bieden aan de arbeiders die hier vastlopen en vaak met meerdere problemen kampen. Hij heeft er zijn handen vol aan.

Mensonterend en onveilig

De problematiek doet zich echt in de hele regio voor. Sommigen bivakkeren soms in mensonterende omstandigheden in de openbare ruimte. Vervuild, amper te eten en onveilig. En als ze zich een tentje kunnen veroorloven zoeken ze vaak hun heil in de bossen. Dat beeld wordt bevestigd door boswachter Erik de Jonge, die geregeld mensen tegenkomt. Of hij stuit op de spullen die ze achterlaten. Het levert huiveringwekkende verhalen op, die soms bij hem en dan weer bij Barka terecht komen. Bijvoorbeeld van een echtpaar waarvan de tent in brand werd gestoken, vermoedelijk door jongeren, terwijl ze erin lagen te slapen. Het leverde de vrouw van het stel serieuze brandwonden op.

Tomasz leeft in het bos

We spreken zelf met Tomasz, een man die tijdelijk in de buurt van Roosendaal leeft, ook weer in een tentje dat goed verstopt in het groen ligt. Hij leeft op dat moment, in afwachting van een nieuwe baan, van statiegeld dat hij int met bij elkaar geraapte flessen en blikjes. Warm eten is er dus niet bij. Slapen doet bij op zijn eigen kleding, het tentje is gekocht van geleend geld. Hij mag één keer per week komen douchen bij een voorziening in de stad waar Barka ook regelmatig aanwezig is. Daar krijgt hij dan ook een kop warme koffie.

Voor veel mensen is het onvoorstelbaar dat dit in Nederland nog gebeurt, en dat het mag. Toch werkt het arbeidssysteem voor migranten zo. Er zijn drie typen arbeidscontrachten; A, B en C. Hoe langer je werkt, hoe meer rechten je opbouwt. Dan wordt je dus ook duurder en daarom voor veel werkgevers minder interessant.

Een nare realiteit

Volgens Barka blijft hierdoor zeventig procent van de mensen in de A-categorie hangen, waarmee ze bijvoorbeeld geen mogelijkheid meer hebben om een zorgverzekering af te sluiten. Ook verliezen ze het recht op huisvesting als ze niet meer werken. En maar twee uur opgeroepen is dus ook maar voor twee uur salaris. Een reden voor ontslag vinden werkgevers bovendien bijna altijd, wijst de praktijk uit. Door deze mensen vervolgens minstens drie maanden geen werk te geven, komen ze niet in de volgende categorie terecht en blijven het goedkope krachten. Bijna niemand behaald die C-categorie. “Dat is hun werkelijkheid”, vat Barbara samen.

Zo buiten leven niet gezond

Ondanks alles probeert Tomasz er het beste van te maken. Helemaal zonder emoties vertellen over hoe het hem vergaat lukt echter niet. Hij vertelt desondanks heel eerlijk dat het niet goed gaat met ’m. De weken buiten beginnen hun tol te eisen. “Bovendien heb ik last van mijn been.” Later in het gesprek laat hij het zien. Ergens in het gebied van enkel naar kuit is er een onnatuurlijke verdikking van een 1,5 centimeter rondom. Aanspraak op medische hulp heeft hij niet dus Barka regelt dat er naar wordt gekeken.

De Pool kwam in 2018 naar Nederland en liet in zijn moederland naar eigen zeggen niets achter. Daar was hij ooit militair, kok in zijn eigen motel en werkte hij in een meubelfabriek. Hier kwam hij terecht in de logistiek, veelal als orderpicker of bij het laden en lossen. Er ligt een nare bijkomstigheid ten grondslag aan Tomasz’ situatie. Nog niet zo heel lang geleden kwam hij op straat te staan omdat de opdrachtgever het uitzendbureau waarvoor hij werkte te duur vond.

Hij werd in die periode beroofd en raakte ook belangrijke documenten kwijt, zoals zijn identiteitsbewijs. Inmiddels heeft Barka hem daar bij geholpen zodat hij weer elders aan de slag kan. Tussentijds moest hij het elders zien te rooien en dat werd het bos; “Eerst verbleef ik in de stad tussen de daklozen. Daar wordt ook veel drugs en drank gebruikt, dat wil ik niet.” Liggend op zijn eigen kleding komt het enige licht ’s avonds van zijn telefoon. Zo min mogelijk, om het risico op ontdekt worden te beperken. “Dat Handhaving me zou vinden is nog niet zo erg maar wat te denken van andere daklozen die minder goede bedoelingen hebben?”

Locatiebezoek

Samen met de mensen van Barka laat Tomasz zijn slaapplek zien, goed verscholen in de natuur. Hij durft die overdag zelfs onbewaakt achter te laten. “Straks ga ik naar de bibliotheek in de stad. Daar lees ik boeken om mijn gedachten te verzetten. Dit helpt mij om mentaal sterker te worden.” Kamil herkent zich daarin. Toen hij het zelf moeilijk had hielpen de boeken hem ook de dag door.

De tent is goed gecamoufleerd, rondom is er geen spatje vuil te bekennen. Het afval wat er te zien is, is keurig verzameld in een vuilniszakje naast de tent. De binnenkant van de tent is eveneens opvallend opgeruimd. Ondanks dat Tomasz enigszins schroomde deze te laten zien omdat hij naar eigen zeggen niet had op kunnen ruimen deze ochtend. Opnieuw enigszins geëmotioneerd zegt hij: “Voor de toekomst wil ik niet veel, gewoon aan het werk en een dak boven mijn hoofd.”

Het tentje ligt diep verstopt in het bos.

Deze productie kwam mede tot stand met behulp van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.