Bergen op Zoom

Metershoge foto’s houden herinnering aan Joodse gemeenschap in stand

De fotoborden bij de Bergse synagoge. Rechts Walther Süskind met dochtertje Yvonne, links Mozes de Hes.

Han Verbeem Han Verbeem

Twee metershoge foto’s van Mozes de Hes en Walter Süskind prijken sinds zondag aan de noordelijke gevelwand van de Bergse synagoge – de sjoel, zoals deze door de voormalige Joodse gemeenschap werd genoemd. Met de fotowand van deze twee prominente Bergenaren krijgt de verdwenen Joodse gemeenschap een gezicht.

Sinds bijna 80 jaar bestaat bestaat er geen Joodse geloofsgroep meer in Bergen op Zoom. De Joodse Bergenaren zijn in de oorlog gevlucht, en wie niet wist te ontkomen is gedeporteerd en naar vernietigingskampen gebracht en vermoord. Slechts enkelen keerden terug.

Sjofar

Bij de inhuldiging van de fotoborden blies Jacobs op de sjofar, de ramshoorn die gebruikt wordt om het Joodse nieuwjaar oftewel Rosh Hasjana in te luiden. Dit nieuwjaar begint 6 september. Het hoorngeschal heeft een symbolische betekenis, het roept op tot bezinning. “Wees waakzaam, wees bewust”, aldus Jacobs.

Portretten

De fotowand toont de portretten van enerzijds Moses de Hes, de laatste voorzanger – oftewel chazan, van de synagoge en de bijbehorende Joodse School. Het plein was al eerder naar hem vernoemd. De Hes is afgevoerd naar Auschwitz en vermoord. De tweede foto is van de bekende Joodse Bergenaar Walter Süskind. Hij woonde tot maart 1942 in een huurwoning aan de Burgemeester Mathonstraat en is met vrouw en dochter naar Amsterdam overgebracht. Daar wist hij zo’n zeshonderd kinderen uit de Hollandsche Schouwburg te redden van de dood. Hijzelf, zijn vrouw en dochter Yvonneke hebben de oorlog niet overleefd. Ze zijn door de Duitsers vermoord in een vernietingingskamp, ergens in een concentratiekamp in centraal Europa. Walter zou vermoord zijn door medegevangenen, zo wordt verteld, maar de toedracht van zijn dood is nooit helemaal duidelijk geworden.

Bloeiende gemeenschap

Opperrabijn Binyomin Jacobs is binnen de Nederlandse mediene -de diverse geloofsgemeenschappen, oftewel kehillot- een hoogstgeplaatst geestelijk leider. Jacobs was speciale gast en uitgenodigd om de fotopanelen te onthullen. De ooit zo bloeiende Joodse gemeenschap, die volledig geïntegreerd was in de Bergse samenleving, komt niet meer terug. De kans dat de synagoge weer een gebedsruimte wordt is erg klein, zegt Jacobs. Wel ziet hij mogelijkheden om de sjoel te gebruiken voor Joodse bruiloften en feestelijke gelegenheden. “Dan kom ik hier graag weer eens voor terug”, zegt hij lachend.

Opkomend antisemitisme

In zijn toespraak waarschuwt Jacobs voor een oplevend antisemitisme in de Nederlandse samenleving. Net als tachtig jaar geleden, tijdens de verschrikkingen van het Nazi-regime, zijn er weer anti-Joodse sentimenten. Vluchten voor geweld en onderdrukking komt ook nu voor en de opperrabijn maakt een vergelijking met het oorlogsgeweld in Afghanistan, met een nieuwe vluchtelingenstroom naar Europa. “We moeten die mensen opvangen”, benadrukt hij. “Dat staat buiten kijf. Maar tegelijk moet Nederland alert zijn op antisemitisme.”

Want de Afghaanse vluchtelingen zijn allemaal antisemiet, aldus de opperrabijn. “Ze krijgen met de opvoeding al mee dat de Joden te vuur en te zwaard bestreden moeten worden.” Dat soort ideologiën moet Nederland niet binnen de landsgrenzen halen. “Opvang is nodig, maar dan wél integreren in onze samenleving”, zegt hij.