Bergen op Zoom

Nieuwe plaquette in de Gelder herinnert aan vroegere werkplaats

Rick Minnebach Rick Minnebach

Bij de entree van appartementencomplex De Gelder is donderdagmiddag de plaquette onthuld van de vorige eigenaar. Voordat het woongebouw in Bergen op Zoom werd gebouwd in de jaren 70, was het gebied de werkplaats van Aug. Dijck-Petit Wegenbouw.

Op de granieten plaat staat de tekst Naamloos Vennootschap Aug. van Dijck-Petit Wegebouw ingegraveerd. Prachtig, noemt Guust van Dijck (79) het plaquette. Als zoon van de laatst dienende eigenaar, schenkt hij het plaquette aan de huidige eigenaar van het pand: Stadlander.

“De plaquette is gemaakt door mijn opa en hing aan de voorkant van de gevel bij de straat”, vertelt van Dijck. “Bij de sloop in ’73 is het plaquette gelukkig gered door de sloper. Die heeft mijn oom op gebeld, en uiteindelijk is het bij mij terechtgekomen. Maar omdat ik moest verhuizen ben ik samen met Tom van Eekelen -erfgoeddeskundige- en Marc van der Steen – oud-bestuurder Stadlander – tot deze oplossing gekomen.”

Firma Aug. van Dijck-Petit is opgericht door Augustinus Gerardus van Dijck in de begin jaren van de 20ste eeuw. Het bedrijf is van vader tot zoon gegaan. Vanaf 1911 wordt het bedrijf een maatschap, opgericht door vader en zoon Augustinus. Het bedrijf werd in ’31 een naamloos vennootschap en werd in 1960 opgevolgd door de derde Augustinus van Dijck – de vader van Guust van Dijck. Van Dijck-Petit trad in 1972 toe tot de Nederlandsche Basalt Maatschappij, nu bekend als Koninklijke BAM Groep. In 1974 stierf Augustinus waardoor er geen Van Dijck meer in het bedrijf zat. Bron: Brabants historisch informatie centrum
Walsen in de centrale werkplaats aan de Zuid-Westsingel in Bergen op Zoom, jaren ’30.

Herinnering

Met het plaquette hoopt van Dijck dat de herinnering van vroeger weer gaat leven. “Ik denk dat het meer gaat leven onder de mensen van mijn generatie. Er zit veel jeugd in dit pand die nog nooit hebben gehoord van Dijck-Petit. Het bedrijf is al zo lang weg, maar toch mooi dat het zo weer gaat leven. “