Nieuwsanalyse – Bergse ondernemers zijn het gezeik beu: daarom dooft het licht
Foto: Pixabay
Het gaat niet goed met de Bergse binnenstad, ronduit slecht zelfs. Ondernemersvereniging Sterck dreigt met opheffing, nu bij de leden onvoldoende draagvlak is voor verlenging van de BiZone. Daarmee komt een eind aan de verplichte afdracht aan het Ondernemersfonds, en zonder geld geen activiteiten. Koopzondagen, Krabbenfoor en andere straatactiviteiten zijn verleden tijd. Ook de nieuw aangeschafte sfeerverlichting gaat als een nachtkaars uit. Het dreigt een donkere decembermaand te worden in het unieke historische stadshart van Bergen op Zoom, dat velen nog beschouwen als een goed bewaard geheim. Zó goed zelfs, dat op pakweg twee weken voor Kerst het nagenoeg uitgestorven is in de winkelstraten. En dat heeft niet alleen met corona te maken.
Veel ondernemers geloven het wel. Jarenlang heeft de politiek de mond vol over aanpak van leegstand en nieuwe economische bezoekersmagneten zouden het winkelhart uit het slob trekken. Van het beloofde funpaleis voor kids -met sport en recreatie- in het toen leegstaande Gouvernement kwam na maart 2018 niets terecht. Het bleek een luchtballon, een platte verkiezingsstunt van toenmalig GBWP-wethouder Patrick van der Velden – zo zien kritische ondernemer het. Wat wél kwam, waren de sushiwinkels en coffeecorners. Want beter iets dan niets in een pand, is het devies van huidig binnenstadswethouder Jeroen de Lange. In de strijd tegen leegstand zijn alle middelen geoorloofd?
Menig binnenstadsondernemer gelooft het wel. Zij moeten zich staande zien te houden in een krimpend winkelgebied, in een bijna verloren strijd tegen de opkomst van internetwinkels en handel op Marktplaats. Hoe wrang is het dan als de Bergse gemeenteraad, op de dag van het nieuws over de teloorgang van Sterck, uitvoerig debatteert over één specifieke, niet nader te noemen ijssalon in de Wouwsestraat. Deze wil zich graag vestigen in het leegstaande Waaggebouw op het Zuivelplein maar dat staat het bestemmingsplan niet toe.
GBWP-raadslid Aydin Akkaya kondigt met bevlogenheid een motie aan om deze ondernemer tegemoet te komen. Want het is zó’n geweldige ijssalon, al vier generaties lang, die zoveel betekent voor de binnenstad. Wethouder De Lange moet daarom nóg beter zijn best doen om deze ondernemer naar de Waag te krijgen, betoogt hij. En niet kunnen is niet willen, is de samenvatting van een uitvoerig pleidooi van Akkaya. Het is de best denkbare reclamespot voor de betreffende ondernemer. De bedrijfsnaam van de ijssalon valt keer op keer. De GBWP-woordvoerder krijgt bijval van andere fracties, onder meer van Rian Govers van Lokaal Realisme. Haar partij dient de motie zelfs mede in en vraagt het college “om naast deze ondernemer te gaan staan zodat het nieuwe ijsseizoen vanuit een nieuwe ijsmakerij gestart kan worden.”
Terecht trapt D66-voorman Ufuk Cuman in dit debat op de rem. Opkomen voor de belangen van ondernemers, oké. Maar het aanpassen van het binnenstadsbeleid moet voor álle ijsmakerijen en ijssalons gelden en niet toegespitst zijn op één ondernemer. Gelijke monniken, gelijke kappen en uitzonderingsbeleid mag niet aan de orde zijn. De motie van GBWP maakt pijnlijk duidelijk hoe vér de Bergse politiek van de realiteit is verwijderd.
Want de ondernemers hebben niet alleen tegen de BiZone gestemd, ze laten een protest horen. Ze zijn de loze beloftes moe en hebben geen zin om mee te stemmen over de BiZone – want wat haalt het uiteindelijk uit? Ze willen misschien ook wel een motie-op-maat en een voorkeursbehandeling van de Bergse politiek en beleidsmakers. Maar die komt er niet. Ze moeten het zelf zien te redden. In de strijd om het voortbestaan heeft een straatfeestje, een prettige koopzondag of zelfs een Krabbenfoor geen prioriteit. Zeker als de ondernemer niet in het kernwinkelgebied gevestigd is maar tóch moet meebetalen.
Het is niet vijf minuten voor twaalf voor de Bergse binnenstad: het is vijf seconden voor twaalf. Als raad en college niet snel ingrijpen dan is het over en uit. Want wat nu verloren gaat is niet zomaar weer opgebouwd. De wethouder komt in januari erop terug, belooft hij donderdag de raad. Een reddingsmotie van Lokaal Realisme hangt in de lucht, de vraag blijft of er nog tijd is.