West-Brabant

Nieuwsanalyse – Geharnast in maatkostuum en mantelpak: de machtsstrijd in Bouvigne kent alleen verliezers

Het gebouw van Waterschap Brabantse Delta bij Bouvigne in Breda. (Google StreetView)

Han Verbeem Han Verbeem

Het bestuur van Waterschap Brabantse Delta is tot op het bot verdeeld, en dat gaat ten koste van waar het éigenlijk om zou moeten gaan: zorgen voor veiligheid achter de dijken en in de wijken, en voor voldoende en vooral schoon oppervlaktewater. Maar de laatste jaren is het algemeen bestuur van Brabantse Delta meer en meer politiek geworden.
Voor de gemiddelde West-Brabander is het waterschapsbestuur nog steeds een ver-van-het-bedshow: een zeer deskundig maar vooral afstandelijk gezelschap van waterdeskundigen die vergaderen op de eerste etage van het Bouvignekantoor, op een landgoed in de bossen buiten Breda. Om zaken te bespreken die de buitenwereld niet begrijpt, maar die wél van belang zijn voor de waterveiligheid in de samenleving.

Zo ging het er heel lang aan toe. Maar de vaktechnische bestuurders, de waterbouwkundigen en ingenieurs hebben plaatsgemaakt voor beroepspolitici. De woordvoerders gaan geharnast de vergaderzaal in, strijdbaar in maatkostuum -met of zonder stropdas- en mantelpak, om vervolgens de politieke hakken diep in het bestuurlijke zand te zetten. Deskundigheid is dan al snel ondergeschikt aan persoonlijke ambities.

De opvolgingsstrijd van vertrekkend dijkgraaf Kees-Jan de Vet, die per 1 mei met pensioen gaat, is typerend voor de huidige tegenstellingen in het algemeen bestuur (AB). Het verdeelde AB bestaat inmiddels uit twee blokken: enerzijds de coalitiepartijen BBB, VVD, W-B Waterbreed, Water Natuurlijk en Ongebouwd. Daartegenover staat de ‘verstandige oppositie’ van onder meer PvdA, Partij voor de Dieren, Natuurterreinen en 50Plus. Ook de traditionele bestuurspartijen CDA en Ons Water, die jarenlang een zetel in het dagelijks bestuur (DB) mochten leveren, evenals OWP, behoren tot het oppositiekamp.

Vijftien AB-leden waren beschikbaar voor de vertrouwenscommissie, die een functieprofiel voor de nieuwe dijkgraaf opstelt en vervolgens de sollicitaties beoordeelt. Eigenlijk zou deze commissie uit dertien leden moeten bestaan: vertegenwoordigers van de twaalf AB-fracties én een lid van het DB. Maar BBB-fractievoorzitter Peter Stehouwer voelt daar weinig voor, en tijdens de AB-vergadering van september besluit nagenoeg de voltallige coalitie -met steun vanuit CDA en Ons Water- de vertrouwenscommissie tot zeven leden te beperken. Dit is tegen het zere been van het oppositieblok – want daarmee zou de nieuwe dijkgraaf op onvoldoende draagvlak van het algemeen bestuur kunnen rekenen. De oppositie doet haar beklag bij de Commissaris van de Koning, maar deze wil zich niet openlijk in de kwestie mengen.

Tijdens de benoeming van deze vertrouwenscommissie, woensdag 16 oktober, barst de bom. De beoogde leden trekken één voor één hun beschikbaarheid in. Want een vertrouwenscommissie zonder vertrouwen van het voltallige AB kan haar werk niet naar behoren doen, de voordracht van een uiteindelijke dijkgraaf is op voorhand al omstreden. Met ingehouden woede, betraande ogen en verbeten blikken spreken de kandidaten hun teleurstelling uit. Uiteindelijk blijft een kerngroep van zeven AB’ers over: vier leden uit de coalitie en drie uit de oppositie.

Maar waar gaat het over, waar gaat het eigenlijk écht over? Over belangen, zoals van de agrarische sector – de BBB is als ‘one issue’ partij met overgrote winst uit de verkiezingen gekomen en vertegenwoordigt vijf van de 30 zetels. Het gaat om persoonlijke ambities en om macht. En daarvan zijn uiteindelijk de burgers de dupe.

Want noodzakelijk besluitvorming in het waterschap blijft uit. Over twee jaar moeten ook de sloten, waterplassen en rivieren in West-Brabant voldoen aan de strenge Europese regels. Het is nog volstrekt onduidelijk hoe de Waterschappen hieraan kunnen voldoen: vrijwel alle slootwater is vervuild – door jarenlang gebruik van pesticiden, bestrijdingsmiddelen en andere chemicaliën.

De AB-leden van Waterschap Brabantse Delta zouden de West-Brabanders het beste van dienst zijn door zich te richten op uitvoering, en gezamenlijk de taken op te pakken waarvoor de kiezer hen heeft besteld. Vergaderingen waarbij niemand luistert naar niemand, kennen alleen verliezers.