Nieuwsanalyse – Geld inzetten voor andere doelen, Bergen raakt eraan gewend
Foto: Pixabay
Bergen op Zoom schrijft voor het eerst sinds lange tijd weer zwarte cijfers in de begroting. Want de schuldengemeente gaat het nieuwe jaar met een begroting tegemoet, waar aan het eind van de streep geld overblijft: 3,7 miljoen euro. En dat is maar liefst zeven ton méér dan het college met de raad had afgesproken in het Focusakkoord. De komende jaren is er jaarlijks een overschot van drie miljoen op de rekening, bedoeld om de megaschuld van een kwart miljard euro af te bouwen.
Een mooi resultaat, zo lijkt het. Maar er is iets bijzonders aan de hand in de Markiezenstad. Want heeft Bergen op Zoom niet 5 miljoen van het Rijk gehad, bedoeld voor het sociaal domen? Koning Willem-Alexander heeft in de troonrede immers gemeld dat voor de Nederlandse gemeenten in totaal 1,9 miljard beschikbaar is, specifiek bedoeld voor de jeugd. Die 1,9 miljard is éigenlijk 1,3 miljard euro, want de gemeenten staan tegelijk voor de opdracht om gezamenlijk 600 miljoen te bezuinigen op de jeugdzorg en leveren 31 procent weer in. Het Rijk geeft én neemt in één hand.
Bergen op Zoom neemt de 5 miljoen voor de jeugd mee in de algemene middelen en zet het geld breed in – aldus wethouder Petra Koenders. Want dat is zo afgesproken met de raadsleden. Bergen op Zoom levert opnieuw in voor jeugd, de inkomsten gaan -opnieuw- grotendeels naar andere doelen. Maar de bezuinigingsopdracht voor de Jeugdzorg wordt niet breed verdeeld.
Een week na het heftige raadsdebat ober de verdeling van de coronasteungelden voor de cultuursector, met de val van wethouder Van der Velden, staat de gemeenteraad opnieuw voor een keuze. Ook hier heeft het Rijk de gelden toegekend voor een specifiek doel, de jeugdsector, maar níet geoormerkt. Wethouder Koenders merkt op dat over de meevaller van 5 miljoen duidelijke afspraken zijn gemaakt met de raad. De raad heeft kort vóór de zomer -met uitzondering van 50Plus en de vier linkse partijen- zelf de aanzet gegeven.
Op social media volgen kritische reacties, onder meer vanuit Lijst Linssen, of die brede inzet nu écht zo verstandig is. Andere gemeenten, zoals Woensdrecht, nemen het extra jeugdgeld niet mee in de begroting maar houden deze apart. Het bedrag gaat netjes in de algemene reserve, wachtend op de juiste bestemming.
Tegelijk kan je je afvragen of er in Bergen op Zoom écht sprake is van zwarte cijfers, of dat het gemaskeerde rode getallen zijn. Het Bergse college heeft van de raad de opdracht gehad om een begroting te presenteren met een overschot van 3 miljoen. Zonder de meevaller van het Rijk mee te rekenen, is er eind 2022 geen plus van 3,7 miljoen zijn maar een tekort van 1,3 miljoen. Het maakt het allemaal flinterdun.
Natuurlijk, het eind van volgend jaar is nog ver weg en in een boekjaar dat nog moet beginnen kan nog van alles gebeuren. Het wordt een verkiezingsjaar en ook de gevolgen van corona, het beleid van een nieuw te vormen regering en onzekere factoren zoals de recente energiecrisis kunnen nog roet in het eten gooien. Tegelijk zijn gevolgen van de Septembercirculaire, waarin het Rijk bekend maakt wat er voor de gemeenten in financieel opzicht te wachten staat, voor Bergen op Zoom niet meegerekend. In Woensdrecht wel.
Maandagavond krijgen de Bergse raadsleden de kans om het college te bevragen over de begrotingscijfers. Zouden de raadsfracties nu net zo kritisch zijn als ruim een week geleden tijdens het coronadebat? Of meet de raad nu met een andere maat? Bergen op Zoom staat immers niet alleen in de vrije besteding van het extra jeugdgeld, ruim de helft van alle Nederlandse gemeenten kiest voor deze weg – zo blijkt uit onderzoek van de NOS.
Hoe dan ook; de dag na de raadspresentatie van de begroting, dinsdag 12 oktober, houdt burgemeester Petter naar verluid een gespreksronde met alle fractievoorzitters om de neuzen weer dezelfde kant op te krijgen. Wellicht dat het college in elk geval de belofte heeft kunnen nakomen om alle raadsvragen, van de interpellatie over het cultuursteunfonds, schriftelijk te beantwoorden. En misschien dat ook de raadsleden inmiddels meer zelfreflectie betrachten door zélf eens kritisch in de spiegel te kijken en hun controlerende taken wat scherper uit te voeren.