Bergen op Zoom

Nieuwsanalyse – Voor de bühne

Pixabay

Han Verbeem Han Verbeem

Voor de gemeentepolitiek is de zomervakantie begonnen. De vorige week stelden ook in Bergen op Zoom en Woensdrecht de raden hun beleidskadernota, oftewel perspectievennota, voor de periode 2025-2028 vast. De nota’s geven richtlijnen aan beide colleges voor samenstelling van de begrotingsvoorstellen, waarover de gemeenteraden dit najaar beslissen. Terwijl de politici vakantie vieren, wordt op het Bergse stadskantoor en Woensdrechtse gemeentehuis hard gewerkt.

De kadernota’s geven vooral een winstwaarschuwing af. In 2025 lijkt het allemaal wel mee te vallen met de financiële misère, maar dan volgt het gevreesde ‘ravijnjaar’ 2026: het moment waarop vrijwel alle Nederlandse gemeenten fors minder geld krijgen van het Rijk. Dat heeft te maken met een andere berekeningsmethode, waardoor de Nederlandse gemeenten bij elkaar drie miljard euro minder te besteden hebben. Ook Bergen op Zoom en Woensdrecht willen voorlopig de knip op de hand houden, en kijken kritisch naar de uitgaven.

Maar de raadspartijen hebben hun wensenlijstjes klaar. Tien moties in de Bergse gemeenteraad, en twee amendementen -ofwel wijzigingen van de kadernota- passeren in urenlange vergaderingen de revue. De Bergse fracties willen onder meer zekerheid over de Kademuren, over een veilige snelfietsroute, over de verkoop van gemeentelijk vastgoed en over schuldhulp en armoedebestrijding. Sommige voorstellen halen het niet – zoals de verkoop van de oude Muziekschool (CKB) en het vroegere politiebureau aan de Wassenaarstraat (archeologisch depot). Ook een plan voor gratis toekenning van babymassages haalt het niet.

In Woensdrecht gaat de oppositie van PvdA, AKT en VVD nóg verder. Geen wensenlijstje, maar uitdelen van geld aan de samenleving; een korting op de belasting voor iedereen. De 17 miljoen die Woensdrecht de laatste jaren heeft overgehouden, kan volgens de drie partijen gebruikt worden voor een algehele gemeentelijke belastingverlaging – zo becijferen de indieners. Maar daarmee begaat de oppositie een basisfout in de cursus gemeentefinanciën: je mag géén eenmalige meevallers gebruiken om terugkerende (structurele) uitgaven mee te betalen. Want de belastingverlaging is voor de Woensdrechtse inwoners éven leuk, maar went snel. En als de 17 miljoen op zijn, moeten de belastingen weer omhoog. En inderdaad: in het afgrondjaar én verkiezingsjaar 2026. Daar zullen de kiezers niet blij mee zijn. De Woensdrechtse coalitie overigens ook niet: het gratis-geldvoorstel van de oppositie krijgt geen kans van slagen.

In Bergen op Zoom kan PvdA-voorman Adam Ahajaj het woord ‘ravijnjaar’ niet eens meer hóren. Door het verdwijnen van de opschalingskorting (één van de Rijksmaatregelen) pakt in 2026 het nadeel voor de Nederlandse gemeenten 675 miljoen lager uit, en lijkt de financiële afgrond minder diep. Het gevreesde ravijnjaar zou zomaar een hobbeljaar kunnen blijken. “Een lastig heuveltje waar we even overheen moeten”, merkt Ahajaj in zijn betoog op. Louis van der Kallen (BSD) schetst echter een gitzwart toekomstscenario. Want de samenleving herbeleeft de donkere jaren dertig van de 20e eeuw, constateert de Bergse sociaaldemocraat. De armoede neemt toe, de gaarkeukens van toen zijn de voedselbanken van nu en ook de zogeheten ‘bedeling’, waarbij minima moeten leven op giften van de rijken, keert terug.

Niemand die het ziet, zegt de onheilsprofeet verbitterd. En wijzend naar de perstribune in de raadszaal: “Wat wil je, want de krant blijft hier ook weg.” De aanwezige journalist van BN/De Stem steekt vervolgens zwaaiend zijn hand op: “Ik ben er wél”. Het leidt tot hilariteit in de raadsbankjes. “In elk geval is de pers onzichtbaar”, probeert de BSD’er zich er nog uit te redden. Maar hij heeft zich met deze misser in eigen voet geschoten.

Want politici als Louis van der Kallen zijn ziende blind. Zij beleven de wereld om zich heen vanuit een eigen werkelijkheid, hopen dat de pers signalen oppakt en publiceert – maar merkten zélf de aanwezige media niet op. Wel  zenden, maar niet in staat zijn te kunnen ontvangen.

De raadspolitiek in zowel Bergen op Zoom als Woensdrecht dienen voorstellen in zonder deugdelijke financiële dekking. Het is makkelijk te roepen dat zaken anders moeten, dat nieuw beleid nodig is, zonder stil te staan bij de kosten. In de Woensdrechtse raad geldt steevast de regel: moties en amendementen van coalitiepartijen worden altijd aangenomen -zelfs als het college deze overbodig vindt, zoals het amendement voor toekenning van vijf ton voor het leefmilieu; en voorstellen van de oppositie halen het nooit. Tenzij er een handtekening van een coalitiepartij onder staat. Dat maakt het voor oppositiepartijen aantrekkelijk om onuitvoerbare moties voor de bühne in te dienen, waarmee je makkelijk kan scoren. Want ze weten toch dat deze het niet halen.