Oekraïense vluchteling over taallessen: ‘Ik wil Nederlands begrijpen’

Met de toestroom van migranten is goed taalonderwijs belangrijker dan ooit. In de gemeente Woensdrecht wordt dat onderwijs gegeven door taalvrijwilligers. Zo geeft docentenechtpaar Herman en Annette de Raat sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne taallessen in Hoogerheide. Wethouder Lars van der Beek bezocht maandagochtend zo’n taalles.

Het bezoek van de wethouder was gepland in het kader van de Week van Lezen en Schrijven. Vier anderstaligen lieten horen wat ze in de afgelopen week hebben geleerd. Ze omschreven in het bijzijn van de wethouder hun woning in het Nederlands. “Het is heel bijzonder om te zien hoe goed ze zich kunnen uitdrukken in het Nederlands. Dat is fantastisch. Dat heeft deels te maken met de lessen en deels met hun bereidheid en motivatie om te leren”, zegt Lars van der Beek.

Wat we in de lessen leren nemen we mee om in de praktijk te gebruiken

En met die bereidheid zit het wel goed, zo blijkt uit een gesprek met de docenten en cursisten. “De wil om aangesloten te zijn in deze maatschappij en in dit land is kolossaal. Je voelt een enorme solidariteit onder de mensen. Het doet er niet toe uit welk land mensen oorspronkelijk komen. Sommigen spreken alleen Arabisch. Google Translate (vertaal applicatie op smartphone, red.) is een uitkomst voor dit soort situaties. Iedereen doet moeite om met elkaar in contact te treden”, legt Annette de Raat uit. Cursist Lea May Batoctoy sloot bijvoorbeeld vriendschap met een medecursisten uit Syrië. De 30-jarige Filipijnse gaat met veel plezier naar de cursus. “We leren veel Nederlandse woorden. Wat we in de lessen leren nemen we mee om in de praktijk te gebruiken.”

Meestal spreken mensen wel Engels, maar ik probeer ook Nederlands te spreken

Ook de Oekraïense Svitlana Chuvilkina zet haar beste beentje voor. “Ik hou ervan om te communiceren met de mensen. Ik wil Nederlands begrijpen en dingen uit kunnen leggen”, zegt ze. De 34-jarige heeft werk in een restaurant. “Meestal spreken mensen wel Engels, maar ik probeer ook Nederlands te spreken. Annete en Herman helpen mij door dialogen te oefenen. Het is erg fijn om met de mensen te kunnen communiceren.”

De taallessen worden gecoördineerd door Monique Swagemakers van To-Taalhuis. Deze organisatie verwelkomde recent de honderdste leerling. In totaal zijn er nu 25 taalvrijwilligers. Zij geven taallessen op vijf ochtenden en vier avonden per week.

Herman en Anette zijn van plan om zo lang als mogelijk door de gaan met het lesgeven. “We hopen en gaan ervanuit dat er altijd mensen zijn die onze hulp kunnen gebruiken. We kunnen ons lekker uitleven”, zegt Annette die net als Herman in het onderwijs werkte. Herman: “Het kost tijd en energie, maar het brengt ons nog veel meer energie.”