Roosendaal

Ongeveer 0,1 procent van de jongeren in Roosendaal zijn spookjongeren

Pepijn Vermunt Pepijn Vermunt

Gemiddeld 0,1 procent van de Roosendaalse jongeren is de afgelopen jaren vertrokken naar een onbekende bestemming. Dat blijkt uit antwoorden die wethouder René van Ginderen geeft op vragen van de Roosendaalse Lijst. Het gaat hierbij om zogenaamde spookjongeren. Dit zijn jongeren die niet meer ingeschreven staan bij een gemeente en dus geen recht meer hebben op sociale voorzieningen.

De aanleiding voor de vragen van de Roosendaalse Lijst was een reportage van de NOS over duizenden jonge mensen die niet ingeschreven staan, zogenaamde spookjongeren. Raadsleden Charl Goossens en Yvonne de Beer wilden weten of het aantal spookjongeren in Roosendaal de afgelopen jaren is gestegen of gedaald. En wat de gemeente er aan doet om deze groep jongeren in beeld te krijgen.

Begeleiding

Volgens wethouder Van Ginderen waren er in 2016 elf spookjongeren, in 2017 zeven en in 2018 negentien. Voor dit jaar staat de teller op 6 jongeren. “Onze jeugdprofessionals, straathoekwerkers en het Werkplein hebben contact met jongeren zonder een vaste woon of –verblijfplaats. Op het moment dat onze jeugdprofessionals en straathoekwerkers met deze jongeren in contact komen begeleiden zij hen zodat zij de ondersteuning kunnen ontvangen die nodig is.”

Redenen

De wethouder legt uit dat er verschillende redenen zijn dat jongeren zich uitschrijven. “Schuldenproblematiek is daar een van, bijvoorbeeld als zij geen gehoor geven aan de oproepen van de deurwaarder. Andere problemen zoals de thuissituatie kan een oorzaak zijn. In andere gevallen zijn jongeren gaan studeren elders of in het buitenland en zijn zij vergeten zich zelf in te schrijven of hun vertrek door te geven.”

Van het aantal jongeren dat vertrekt met onbekende bestemming, worden ook weer een behoorlijk aantal terug ingeschreven.

Lees ook: Roosendaalse Lijst wil zicht op spookjongeren