Roosendaal

Oorlogskind Jan vindt graf moeder na 80 jaar terug

Herbert Kats Herbert Kats

Jan Broos (bijna 82) leeft intussen langer in Haarlem dan hij ooit in Roosendaal is geweest. Toch was hij enorm blij -létterlijk- toen de Stichting Begraafplaatsen liet weten dat het graf van zijn moeder, overleden in de oorlog, was gevonden. Dat graf is door de vrijwilligers van de stichting gerestaureerd voordat Broos zelf kwam kijken.

Na de dood van de Gastelse Anna Tak in de zomer van 1944, echtgenote van Johan Broos, viel het gezin uit elkaar. “Mijn moeder heb ik nooit bewust meegemaakt”, klinkt het vanuit Haarlem. Broos was nog geen twee jaar toen zijn moeder wegviel.

Het gezin woonde op de Gastelseweg in Roosendaal, een huis dat met een ander gezin werd gedeeld. De hele familie sliep op één slaapkamer, ouders en vier kinderen. “Primitief, maar dat was vroeger zo”, klinkt het laconiek. Zijn vader hertrouwde, maar de jongen werd ondergebracht bij een oom en tante. Die zorgden heel goed voor hem, verzekert hij. Toch knaagde er wat. “Helaas heb ik nooit bewust bij mijn ouders gewoond”, blikt hij terug.

Na de dood van zijn moeder werd Jan tot zijn tiende opgevangen door familie. In 1953 belandde hij in een Haarlems weeshuis, waar zijn zusjes al woonden. In de Spaarnestad bleef hij zijn verdere leven. Hij trouwde er en kreeg kinderen en kleinkinderen.

Verloren graf

Jan Broos was de tachtig al gepasseerd toen hij bij Mart Mathijssen van de Stichting Begraafplaatsen aanklopte. Hij informeerde of aan de Bredaseweg een graf bestond met zijn moeders naam erop en een verwijzing naar zijn vader. Die vraag blijkt vooral ingegeven door het nageslacht van de familie, zijn kleindochter en de Zwitserse tak. “Twee nichten uit Zürich hadden al eens gevraagd waar ma was.” Zij waren ook de drijvende krachten die zorgden dat inmiddels ook zijn broer en zus een plekje vonden bij de laatste rustplaats van hun moeder.

De vragen waren een aansporing om op internet te gaan zoeken. Het spoor leidde al vrij snel naar de Stichting Begraafplaatsen in Roosendaal, die zich inzet voor het behoud van de RK begraafplaatsen aan de Bredaseweg en de Bachlaan. Mart Mathijssen van de stichting moest Broos melden dat het graf er ‘weinig florisant’ uitzag, vuil en helemaal onder de korstmos.

Het graf vóór de restauratie.

Broos zelf spreekt van ‘een verloren graf’. Hij wist alleen dat zijn moeder in 1944 (amper 35) was overleden. Niet op welke datum en niet precies waar. Toen hij een foto uit Roosendaal kreeg zag het graf er nog slecht uit. Dankzij de vrijwilligers is het opgeknapt. Broos ontving vervolgens een nieuwe foto. “Het was een verrassing dat de steen zo mooi was opgeknapt”, laat hij over de telefoon weten. Voor Matthijssen en zijn kleine groepje vrijwilligers een erezaak, die af móest voor Broos naar Roosendaal kwam.

Memoires van Opa

‘Dit maakte mij heel blij’, kreeg Mathijssen als reactie op zijn mail met de foto. Hij bekent dat niet alleen Broos geroerd was toen hij kwam kijken. Een hele onderneming, gezien de emotionele kant van het verhaal. Daarna heeft hij het er ook met familie over gehad.

Hij belicht in ‘de beknopte ‘Memoires van Opa Jan’ zijn ervaringen. “In het weeshuis en m’n latere leven, (tot mijn 26ste, toen ik trouwde), was heel bijzonder. Alleen mijn vrouw weet hier alles van, maar mijn twee zoons niet”, legt hij uit. “Het is té hectisch geweest.” Broos heeft zijn fragmentarische relaas met ZuidWest gedeeld. Maar nóg een reis naar het graf in Roosendaal is -mede gezien zijn leeftijd- wat te veel gevraagd.

Op de zwarte rand onderaan de steen van hun moeder prijken intussen ook de namen van Toine en Johanna, broer en zus van Jan.

Mart Mathijssen bekent dat het verhaal hem heeft geraakt. Ook hij weet niet precies hoe het komt dat het zolang duurde voor het graf werd ‘herontdekt’. Wel is duidelijk dat de vragen van de jongere generatie na tachtig jaar voor een stroomversnelling zorgden.

Mathijssen: “De RK begraafplaats is sinds 1 januari 1978 gesloten.” Op verzoek van de Zwitsers tak van de familie zijn echter de jongere broer en oudere zus van Broos nu bij hun moeder. “We hebben ruimte vrij gemaakte voor de urnen en zij hebben die zelf geplaatst. Wij mogen dat niet”, legt Mathijssen uit.

Dit soort gebeurtenissen zijn een ware beloning voor de al maar uitdunnende vrijwilligersploeg van de begraafplaats. Normaliter hebben ze al hun handen vol aan het bijhouden van de paden en perken. Het schoonmaken van de graven vormt een extra taak, die niet alleen de begraafplaats allure geeft maar ook nabestaanden goed doet. Vrijdag 1 november is er een open dag, de dag voor Allerzielen.

Mart Mathijssen van de Stichting Begraafplaatsen in Roosendaal bij het oorlogsgraf van de moeder van Jan Broos.