Ossendrecht haalt alles uit de kast voor doorkomst Roparun
Aan de vooravond van de Roparun die komend weekend door de regio komt, heerst er een gezonde spanning in de bouwloods van Comite Doorkomst Roparun Ossendrecht. Met man en macht wordt er daar gewerkt aan levensgrote objecten die de Roparunners de motivatie moet geven om de finish van de estafetteloop te bereiken.
Het Comite Doorkomst Roparun Ossendrecht begint met ieder jaar kort na de carnavalsperiode met de voorbereidingen voor de doorkomst in het Pinksterweekend. Eerst alleen op zaterdag, later ook in de avonduren. Ook deze dinsdag zijn de bouwers weer present in de loods op een boerenerf. “We zijn heel blij dat de Roparunners na een paar jaar corona weer terugkeren”, zegt Nick Michielsen, voorzitter van het comité. “In januari heeft de organisatie achter de Roparun ons benaderd of we wat wilden doen. We voelden ons heel vereerd en toen hebben we alles uit de kast getrokken om er een feest van maken.” Het motto is dit jaar dan ook: Feest! We trekken alles uit de kast.
Bartlehiem
Met nog een paar dagen te gaan tot de Roparun zetten de klussers de puntjes op de i. Een metershoge taart krijgt een likje verf, een verlicht houten hart wordt verstevigd en een zwaailicht wordt aangesloten. Tussen de kleurrijke panelen die klaarliggen ligt ook de brug waar de renners overheen gaan. De brug heeft de bijnaam Bartlehiem, vernoemd naar de iconisch Elfstedenbrug in Friesland.
Feesthoedjes
De vrijwilligers hebben ook zeshonderd feesthoedjes gevouwen en versierd met linten. Deze gaan ze uitdelen aan de Roparunners. De eifeltoren die symbool staat voor de run van Frankrijk naar Rotterdam maakt dit jaar plaats voor een grote taart. “De smakelijke topping wordt er nu nog op geschilderd.”
Toeschouwers
De Roparun komt in de nacht van zondag op maandag door Ossendrecht. Ondanks het tijdstip hoopt Michielsen dat veel mensen de Roparunners komen aanmoedigen. “Kom lekker naar buiten. Bouw desnoods een feestje voor je eigen huis of kom naar de markt toe. Samen steken we de lopers een hart onder de riem.”