Pastoor Paul Verbeek wil meer aandacht voor rol geestelijk verzorgers
Er moet meer aandacht komen voor de rol van geestelijk verzorgers tijdens de coronacrisis. Daarvoor pleit pastoor Paul Verbeek (54) uit Bergen op Zoom. Volgens hem wordt zijn werk en dat van zijn collega’s onderschat en onderbelicht. “Er is in de media veel aandacht voor virologen en microbiologen terwijl het virus ook geestelijk veel schade aanricht”, zegt Verbeek.
Door: Erik Peeters en Robert te Veele
Verbeek, pastoor en bisschoppelijk vicaris in het Bisdom Breda, ondervindt aan den lijve dat huisbezoeken weer moeilijker worden. Voorzien van beschermingsmiddelen gaat hij wekelijks bij gelovigen langs om te praten en een hostie uit te reiken. Ook bezoekt hij verpleeghuizen voor ziekenzalving bij zieke en stervende bewoners.
De bezoeken zijn niet zonder risico. Toch vindt de pastoor het belangrijk om het zo lang mogelijk vol te houden. De gedachte aan mogelijk nieuwe strengere coronamaatregelen vanuit Den Haag stemt hem verdrietig: “Het geeft mij een enorm gevoel van onmacht dat ik mijn kernopdracht niet in de praktijk kan brengen, dat ik belemmerd word doet pijn.”
“Geestelijk verzorgers moeten ook bij Jinek aan tafel.”
Het werk van geestelijk verzorgers is vaak onzichtbaar maar volgens Paul Verbeek daardoor niet minder belangrijk. Het verbaast hem dat zijn collega’s in het buitenland, zoals in België en Italië in tv-programma’s opdraven en deelnemen aan het debat terwijl er in Nederland nauwelijks een geestelijke aan het woord komt.
“Dat zou betekenen dat wij als kerken en godsdiensten niets zouden doen om mensen nabij te zijn, maar het tegendeel is waar. Verbeek vindt dat geestelijk verzorgers, net als de bekende intensivisten en microbiologen, ook zeker moeten kunnen meepraten in talkshows zoals Jinek of Op1.
De pastoor hoopt dat er snel ook in Nederland meer aandacht en ruimte komt voor de geestelijk verzorgers. “Niet voor onszelf maar juist voor de mensen. Dan heb ik het niet alleen over de Katholieke Kerk maar ook de Protestantse Kerk en de Joodse en Islamitische gemeenschappen. We hebben een fundamentele eigen rol. Een luisterend oor bieden, maar ook samen bidden. Contact met de pastoor brengt ook heling bij de mensen. Maar ik denk dat dit onderschat wordt.”
“Verschillende keren zit je met natte ogen.”
Hij beseft dat het tijdens de tweede coronagolf weer lastig zal worden om zijn werk te doen. Als schrijnend voorbeeld noemt hij uitvaarten die onder strikte regels gehouden moeten worden en waar maar weinig nabestaanden bij mogen zijn.
“Ik hoop dat er deze keer meer ruimte blijft om onze taak uit te voeren. Want je rijdt wel langs flatgebouwen waarvan je weet dat mensen nood aan contact hebben. Je vraagt je af of dat over een paar dagen nog mag.”
Verbeek: “Je kunt dan niet echt de tochtgenoot zijn die ik wil zijn. Daar zit de grootste pijn en echt een groot verdriet. Dan heb je echt verschillende keren dat je met natte ogen hier zit en denkt: hoe moet het nu?”