Protesterende woonwagenbewoners teleurgesteld en bezorgd om naderende kou
Foto: Joke Mentzij
Grote teleurstelling bij de bewoners van het protestkampje in Roosendaal. Ze dachten deze week in te mogen spreken bij een raadsvergadering maar kregen kort daarvoor te horen dat dit niet zo was. De zorgen over hoe ze de naderende herfst en winter door moeten, groeien met de dag.
Joke Mentzij is één van de woonwagenbewoners die op het tijdelijke kampje aan de Turfvaartsestraat verblijft. Ze zitten er uit protest én omdat er gewoonweg geen andere passende woonruimte voor ze is. Met een reguliere woning aanbieden mogen gemeentes zich er wettelijk niet meer van afmaken, staanplekken voor woonwagens zijn er echter momenteel te weinig. Mede daarom is het protestkampje ontstaan.
Teleurgesteld
Joke vertelt dat enkele raadsleden een maand geleden vertelden dat de protesterende woonwagenbewoners in konden spreken tijdens de raadsvergadering. “Dat hebben we dus netjes aangevraagd maar pas twee dagen vooraf kregen we bericht dat we niet op de agenda stonden.” Ze is behoorlijk teleurgesteld, ook in de politiek. Alleen VLP-fractielid Evelien van der Star meldde zich nog, met de trieste mededeling dat inspreken er dit jaar niet meer in zit. “Van de rest hebben we helemaal niets meer gehoord.”
Geen verwaming
Het wachten is nu nog op wethouder Toine Theunis, die voor 1 oktober moet aangeven wat er door de gemeente voor woonwagenbewoners gedaan is of wordt. Dat zal echter de zorgen op korte termijn niet oplossen voor de bewoners van het protestkampje. Joke: “We hebben één aggregaatje, daar kunnen we net een koelkast mee draaiend houden en onze telefoons opladen. Als het straks koud wordt, is er geen verwarming hier.”
Ze hoopt dat er alsnog tijdelijk voorzieningen komen, op de huidige of een andere locatie, waar zij en haar mede-woonwagenbewoners op een menswaardige manier een toegewezen staanplaats kunnen afwachten. “We weten ook wel dat zoiets nog even duurt omdat nieuwe plekken er niet zomaar zijn, wachten vinden we niet zo erg. Maar ze kunnen ons toch niet in de kou laten staan?”