Raadslid Julien Voets wil concretere afspraken over de kwaliteit van verhuurde woningen
Al sinds het begin van zijn politieke carrière in Bergen op Zoom maakt Julien Voets, tegenwoordig fractievoorzitter van Lokaal Realisme, werk van het bijstaan van huurders die zeggen problemen te hebben met woningcorporatie Stadlander. Hij is daardoor betrekkelijk kritisch op de organisatie, maar ook op de gemeente en andere verhuurders. Met recente vragen aan het college zet hij een aantal zaken nog wat scherper op de kaart. Zijn oproep: “Verbeter de positie van huurders op de woningmarkt; voer de landelijke wet uit.”
Sinds juli 2023 geldt in Nederland de Wet goed verhuurderschap, die ervoor moet zorgen dat huurders goed behandeld worden, reële prijzen betalen en een woonruimte krijgen die aan bepaalde normen voldoet. Een deel van de wet is vooral gericht op de bescherming van arbeidsmigranten, die soms onder erbarmelijke omstandigheden worden gehuisvest. Maar de regels gelden voor alle verhuurders, van de vrije sector tot sociale huurwoningen. Het is aan gemeentes om erop toe te zien of de wet wordt aangehouden en uitgevoerd door verhuurders.
Positie huurders verbeteren
In zijn brief wijst fractievoorzitter Voets op de belangrijkste functie van de nieuwe voorschriften: “Deze wet geeft gemeenten meer mogelijkheden om ongewenst verhuurgedrag, zoals woondiscriminatie, intimidatie, onredelijke servicekosten en een te hoge borg tegen te gaan.” Hij ziet de wet als een prima instrument om de positie van huurders te verbeteren. Lokaal Realisme roept de gemeente dan ook op hier actief mee te werken.
Onderdeel ervan is het instellen van een meldpunt, waar inwoners terecht kunnen met klachten over ongewenst huurgedrag. Dat moet eigenlijk in iedere gemeente op 1 januari 2024 beschikbaar zijn. Voets noemt het zorgelijk dat er zo weinig mee gedaan lijkt te worden en hij wil opheldering van het college. Niet alleen over of het er tijdig is maar ook of de gemeente het onder de aandacht gaat brengen bij de inwoners.
Duidelijke afspraken
Een andere vraag van de politieke partij gaat over of en hoe er gehandhaafd gaat worden op ongewenst verhuurgedrag. Daarbij wordt Stadlander als voorbeeld genoemd. Een manier om daar meer grip op te krijgen zijn de jaarlijkse prestatieafspraken tussen gemeente en de woningcorporatie. Daar heeft de fractievoorzitter zich eerder over uitgesproken. Inmiddels is hierover direct contact met verantwoordelijk wethouder Joey van Aken.
Julien vertelt tijdens een interview dat door interne ontwikkelingen bij de gemeente de afspraken nog niet vernieuwd zijn maar dat dit wel op korte termijn gaat gebeuren. De wethouder heeft hem persoonlijk verzekerd dat hierin wordt opgenomen dat voortaan specifieker wordt gelet op de kwaliteit van het woningaanbod en het onderhoud ervan. Tevens moet voortaan meetbaar (dus aantoonbaar) zijn dat afspraken worden nagekomen.
Gemeenteraad betrekken
Voets is blij met het concreter en controleerbaar maken van de afspraken en wil dat de raad hierover ook jaarlijks geïnformeerd wordt. In zijn brief benoemt hij bovendien dat bepaalde delen van de gemeente nog wel wat extra aandacht verdienen, net als bepaalde doelgroepen. Dat beperkt zich niet tot alleen Stadlander woningen, schrijft hij. Ook andere verhuurders moeten onder de loep. Hij benoemt daarbij specifiek de onderkomens voor arbeidsmigranten.
Meer aanbod, minder monopolie
Eerder introduceerde de fractievoorzitter het idee om een tweede woningcorporatie naar Bergen op Zoom te halen. Dat vindt hij nog steeds een goed idee, vertelt hij. Wat meer concurrentie kan geen kwaad; “Vooral om tot een eerlijke huurmarkt te komen.” Hij is blij dat de ‘lange strijd’ die hij als politicus al voerde nu vruchten begint af te werpen. Dat merkt hij ook doordat huurders hem dat af en toe melden. Ze zijn blij dat er aandacht is voor hun problemen en wat tegenspraak is richting zowel de gemeente als Stadlander.
Reactie Stadlander
Stadlander is om een reactie gevraagd op de brief van Lokaal Realisme. De organisatie zegt blij te zijn met de Wet goed verhuurderschap en geeft aan dat wat daarin staat er al dagelijkse praktijk is. Voor klachten noemt de verhuurder zelf meerdere kanalen, van een pagina op de website waar meldingen te doen zijn tot de Geschillencommissie en Huurcommissie.
Verder geeft een woordvoerder aan dat Stadlander zich niet herkent in het in de brief geschetste beeld omtrent onfatsoenlijk of oneerlijk behandelde huurders. Dat niet herkennen geldt tevens voor het nakomen van eerdere prestatieafspraken. In 2022 en 2023 lagen er tot nu toe zes zaken bij de Geschillencommissie en eenentwintig bij de Huurcommissie, op een totaal van 14.000 verhuurde woningen. De organisatie zegt altijd te streven naar goede oplossingen en blijvend aan een optimale dienstverlening te werken.
Meldpunt
Namens de gemeente meldt een woordvoerder dat er vanaf januari een digitaal meldpunt zal zijn maar dat dit vooral is bestemd voor inwoners die particulier huren. Klanten van Stadlander moeten zich in eerste instantie melden bij de woningcorporatie en anders bij de Geschillen- of Huurcommissie. Er wordt bevestigd wat de wethouder ook al aan raadslid Voets meldde: “Momenteel worden de prestatieafspraken opnieuw bekeken. Tot op heden gingen die niet zo diep dat er ook over schimmelvorming e.d. in woningen zaken werden afgesproken. We bekijken nu of dat in de toekomst noodzakelijk is.”