Rick toverde zomerhit Ik ga zwemmen in z’n uppie om tot carnavalskraker
Het is dé absolute zomerhit: Ik ga zwemmen van Mart Hoogkamer. Nu wordt de kraker nog luidkeels meegezongen aan de Zuid-Europese costa’s, maar dankzij Bergenaar Rick van den Brink is het nummer ook al helemaal klaar voor carnaval. Hij goot het nummer in een dweilbandjasje. En dat helemaal in z’n uppie.
Lessen heeft ‘ie nog nooit gehad, maar toch speelt de 23-jarige Rick inmiddels een hele reeks instrumenten. Toen vorig jaar op 11-11 het carnavalsseizoen niet van start kon door corona, kwam hij met een plan. “Dweilbandjes mochten niet optreden, maar ik kon wel in mijn eentje alle instrumenten inspelen.”
Zo gezegd, zo gedaan. Rick startte een YouTube-kanaal, waarop hij zijn creaties deelde. “Maar na een tijdje kwamen die carnavalsliedjes mijn strot uit. Ik wilde ook weleens wat anders.”
Zijn nieuwste project is daar een goed voorbeeld van. “Iedereen heeft het over dat nummer van Mart. Vrienden vroegen telkens of ik die niet wilde spelen. Maar ik was er in eerste instantie eigenlijk niet zo kapot van.” Uiteindelijk ging Rick toch overstag. “Afgelopen weekend heb ik me er toch aan gewaagd. Ik heb de lijnen uitgeschreven, vervolgens alles één voor één ingespeeld en tot slot de boel door elkaar gemixt.”
Je denkt bij zo’n nummer al gauw dat het niet veel voorstelt, maar er zaten toch nog behoorlijk wat akkoorden in.
Het eindresultaat stond er vrij vlotjes op. “Binnen een uur. Dat was een record, hoor.” Niet dat het per se heel makkelijk was. “Je denkt bij zo’n nummer al gauw dat het niet veel voorstelt, maar er zaten toch nog behoorlijk wat akkoorden in.”
Net als bij het origineel, stromen ook de reacties op Ricks cover inmiddels binnen. “Ik krijg vanuit alle hoeken de vraag of mensen het arrangement kunnen kopen. Het zijn vooral dweilbands, die het ook willen gaan spelen. Maar daar ben ik terughoudend in. Het moet wel een beetje speciaal blijven.”
En of Rick inmiddels wél fan is van het nummer? “Ik ben hem wel meer gaan waarderen. Stiekem is ‘ie best leuk.”