Roosendaal gaat werk maken van leesvaardigheid
De Roosendaalse wethouder Klaar Koenraad wil de komende jaren stevig aan de leesvaardigheid van de jeugd werken. Dat moet gebeuren met steun van maatschappelijke partners (onder meer onderwijs). Er leven breed zorgen over de gevolgen van ontlezing.
Het probleem speelt al jaren, maar laaggeletterdheid neemt nog steeds toe. Uit cijfers blijkt dat zeker een derde van de leerlingen onvoldoende leesniveau heeft om goed op school te kunnen meedoen. En daarmee in de maatschappij.
“Wij delen uw zorgen en vinden het bevorderen van leesvaardigheid bij kinderen en jongeren ontzettend belangrijk”, verzekert Koenraad de politiek. Die vroeg deze zomer via een aangenomen motie om actie van het college. Daaraan moet nu uitvoering worden gegeven. De redenen voor de verslechterende situatie lijken echter divers.
Effect
De wethouder heeft in overleg met het onderwijs en de bibliotheek een plan opgesteld. “Samen met onze partners bepalen we nu welke interventies we waar gaan uitvoeren, voor zoveel mogelijk affect”, is de boodschap. Anders gezegd: wat er concreet wordt gedaan.
Het onderwerp staat al op de Jeugdagenda 2024-2027, die door de gemeenteraad unaniem wordt ondersteund. In dat kader zijn er ook financiële middelen, meldt de wethouder.
Afleiding
Deskundige Anne-Mascha van Dongen, die zich bezighoudt met leesbevordering en remedial teaching (extra ondersteuning), onderschrijft de noodzaak om in actie te komen. De leesvaardigheid daalt al geruime tijd ‘dramatisch’, is haar inzicht.
Ze keert zich tegen de gedachte dat de drempel om te lezen nóg verder omlaag moet. Tegelijk erkent ze dat het een ‘hele opgave’ is om het tij te keren. “Er is zoveel afleiding voor jongeren dat het op school doorwerkt”, zegt ze op basis van haar brede ervaring, van basisschool tot middelbaar onderwijs.
Van Dongen met een verwijzing naar mobieltjes en social media: “Jongeren hebben zóveel afleiding en dat merk je. De woordenschat wordt minder en minder. Dat blijkt bij elke toets.”
‘Zie het belang!’
Ze gelooft in een frisse aanpak en het formuleren van uitdagingen. Jongeren moeten geprikkeld worden en doordrongen raken van de gevolgen, in maatschappelijke zin, is haar gedachte. Bijvoorbeeld door het mobieltje juist in te zetten met ‘BookTok’ of met een vraag als: “Ik lees dit, wat lees jij?”
“Als we niet oppassen kan meer dan de helft brieven van de overheid niet meer begrijpen”, zegt ze over de noodzaak van verbeteringen. “En dat gaat niet alleen over mensen uit andere culturen. Roosendaal zit echt in een taalarm gebied.”
De leesspecialist is verheugd dat de hele Tongerlo-scholengemeenschap nieuwe boeken kan aanschaffen. “Voor het Norbertus zijn dat er al 3500 en ook het DaVinci en Gertrudis mogen rekenen op drie per scholier. Dat nieuwe materiaal helpt echt.”
Maar ze heeft nog veel meer praktische ideeën, die verder gaan dan een schrijver uitnodigen op school. Als het aan Van Dongen ligt gaan de schouders onder een stevige aanpak van het probleem. Wat haar betreft blijft het ook niet bij de inzet van een leesconsulent.
“Het is een zaak van iedereen, ook van ouders. En net zo goed van docenten.” Ook in andere dan de taal-vakken kan aan het begrijpen van de stof worden gewerkt. ‘Zie het belang!”, is de algemene maar heldere oproep.