Roosendaal: niet genoeg geld voor beter onderhoud in buitengebied

Er zijn -voor zover bekend- geen onderhoudsproblemen in het buitengebied van Nispen. Dat antwoorden burgemeester en wethouders van Roosendaal op vragen van de VLP. Volgens de gemeente wordt er vaak genoeg gemaaid en gesnoeid om de wegen en bermen vrij te houden. Maar er is te weinig geld om alle wegranden van de on- en halfverharde wegen elk jaar aan te vullen met puin. Alleen de slechtste paden worden opgeknapt, zodat alle buitenwegen kwaliteitsniveau C hebben. Dat is de categorie ‘net veilig’. De VLP vindt dat het buitengebied meer verdient dan dat.

De gemeente Roosendaal houdt het onderhoudsniveau van haar buitengebied net op peil. Kwaliteitsniveau C, ofwel ‘net veilig’. Maar dat gebeurt op aanwijzingen van de gemeenteraad. “We onderhouden het groen en de bermen op een door de gemeente raad vastgesteld niveau; indien nodig voeren we werkzaamheden uit.” Dat schrijven burgemeester en wethouders aan de VLP. De partij was geschrokken van de staat van het buitengebied bij Nispen na een inspectierondje met buurtbewoners. Vooral in de buurt van de Nigtestraat. En het antwoord van de gemeente stelt de VLP niet gerust.

Het maai- en snoeiwerk lijkt niet het grootste struikelblok. Dat doet de gemeente met regelmaat, al is het niet voldoende in de ogen van omwonenden en recreanten. De gemeente maait het langgras twee keer per jaar, de houthakwallen dunt ze elke winter uit en de kikker- en amfibiepoelen maait ze elk jaar. De gemeente controleert ook de bomen en snoeit als dat nodig is, of als er een melding komt dat er een gevaarlijke situatie is.

Alleen allerslechtste buitenwegen opknappen

Het onderhoud van de onverharde en halfverharde wegen rondom Nispen is een groter knelpunt. De gemeente Roosendaal heeft te weinig budget om alle buitenwegen goed bij te houden. En ze wijst daarbij naar de gemeenteraad, want die bepaalt hoe veel er uitgegeven mag worden. “Voor het opvullen van gaten in de berm en het onderhoud van on- en halfverharde wegen is 64.000 euro beschikbaar gesteld. De on/halfverharde wegen hebben een oppervlakte van 140.000 m2. Dit betreft 50 cent per m2 gemiddeld dat de raad beschikbaar heeft gesteld.”

Het lage budget betekent dat de gemeente niet alle paden en wegen jaarlijks kan opknappen. “leder jaar worden keuzes gemaakt en worden alleen de slechtste paden aangepakt,” schrijven burgemeester en wethouders aan de VLP. Uiteindelijk hoeven dan alle routes maar te voldoen aan C-kwaliteit. “Dit houdt in dat over een weglengte van 100 meter, 50 meter van die 100 meter ernstige randschade mag hebben. Tevens mag bij beeldkwaliteit C de berm over de gehele lengte 7cm lager liggen dan de hoofdrijbaan. De Nigtestraat voldoet aan het vastgestelde beeldkwaliteit. Voor groen is er geen achterstallig onderhoud.”

“Buitengebied verdient beter en meer”

De gemeente zegt dus te voldoen aan de regels en het budget die de gemeenteraad heeft opgelegd. Maar dat vindt de VLP te makkelijk. “Als je sommige antwoorden leest dan schrikt de VLP-fractie toch enorm wel van de gehanteerde normeringen en het gemak waarmee wordt ontkent dat er achterstallig onderhoud zou zijn,” zegt raadslid Eric de Regt. “Ik ben zelf met bewoners een kijkje gaan nemen en kwam tot totaal andere conclusies. Het buitengebied verdient beter en meer, wellicht ook meer geld voor onderhoud.”

Na het rondje met buurtbewoners concludeerde De Regt dat struiken te dicht op de weg groeiden of zelfs er overheen. Hierdoor kon verkeer slecht uitwijken voor tegemoetkomend verkeer. “De combinatie van veel landbouwverkeer enerzijds en veel recreatieve fietsers anderzijds maakt het erg gevaarlijk.” En de putten naast de weg zorgen volgens De Regt ook voor een groot risico op valpartijen. “Dat de helft van de weglengte ernstige randschade mag hebben en dat de berm 7 cm lager mag liggen dan de rijbaan, dit is natuurlijk levensgevaarlijk voor fietsers.”

Los van de werkelijkheid

Volgens de VLP heeft de gemeente ook een verkeerd beeld van de verkeersdrukte in het buitengebied. “De gemeente veronderstelt dat er enkel in het weekend veel gefietst wordt terwijl de praktijk al jaren uitwijst dat er heel veel gepensioneerden gewoon door de week fietsen. Gemakshalve gaat de gemeente er van uit dat de boeren in het weekend niet werken,” concludeert De Regt. “Duidelijk een antwoord wat van achter het bureau is gegeven en het gevoel met de werkelijkheid totaal ontbeert.” Maar de vraag is dan al snel of de gemeente andere keuzes kan maken binnen het bestaande budget, of dat de gemeenteraad meer geld moet vrijmaken voor onderhoud. En waar komt dat geld dan vandaan.