Roosendaal

Roosendaal snakt naar herstel van het stadshart

Impressie van toekomstige Molenstraat

Impressie van toekomstige Molenstraat

Herbert Kats Herbert Kats

ANALYSE – Zwart-witfoto’s nemen de centrumbewoners in het Huis van Roosendaal mee naar vervlogen tijden. Die moeten in een nieuwe gedaante herleven, is de krachtige boodschap van het gemeentebestuur. Het massaal opgekomen gehoor overtuigen dat het deze keer écht kan, is de voorliggende opdracht.

Toch wordt al snel duidelijk dat er meer nodig is, veel meer, dan een geslaagde bijeenkomst op een druilerige midweekse avond. Wethouder Evelien van der Star en projectleider Sabina de Bruijn moeten tijdens hun presentatie alle zeilen bijzetten om de lijn van hun verhaal vast te houden. Want er is verdriet, frustratie en de nodige scepsis over de vraag of ’t Oude Centrum zichzelf zal hervinden. Herstel zal stevige ingrepen vergen en die staan ook op het programma.

Weer op nul?

Bonus is dat burgemeester Mark Buijs rustig en overtuigend bijspringt wanneer dat nodig is. En dat blijkt enkele keren het geval, hoewel de toehoorders overwegend met respect reageren op het verhaal van het gemeentebestuur. Alleen bij kreten als ‘We beginnen weer op nul’ dreigt de stemming even om te slaan. De kalme toon van Buijs helpt in dat geval. Prima zet dus, vooral omdat hij het bij korte interventies laat en dan weer de focus richt hoe het beter móet.

Niettemin klinkt de onvrede, verbittering en teleurstelling over wat de afgelopen decennia is gebeurd telkens door. Het gaat dan over de verloedering van ooit statige straten als de Molenstraat, Brugstraat en Hoogstraat. In de huidige visie nog altijd de entree tot het centrum en daarmee ook onmiskenbaar een visitekaartje. Maar niet op de manier die menigeen graag ziet. Bewoners ervaren overlast en hebben veelal zelf een camera bevestigd om misstanden vast te leggen.

Ja, de nieuwe burgemeester wéét hoe de straten er bij liggen, wat er leeft. Want hij heeft er gelopen, de sfeer geproefd en met mensen gepraat, laat hij weten. En in de marge bekent Buijs desgevraagd tegenover de verslaggever-van-dienst dat hij maar al te goed wist waaraan hij begon in Roosendaal. Een ‘crimefighter’ die ook vriendelijkheid weet uit te stralen.

Verloedering keren

Het is duidelijk dat Roosendaal een heel gevecht wacht. Want de verloedering keren is de centrale missie. Speculeren met pandjes om ze vervolgens vol te stoppen met ongewenste hoeveelheden arbeidsmigranten wordt hard aangepakt, verzekert wethouder Van de Star. En dat geldt eveneens voor drugsoverlast en geweld. Het gevoel van veiligheid moet verbeteren en daarom zal de gemeente voortdurend de vinger aan de pols houden om te meten of de cijfers het beeld bevestigen.

En anders dan voorheen denkt Roosendaal nu ook de (juridische) middelen te hebben. De stad heeft een programma opgezet met de titel Voor Ons Roosendaal (integrale gebiedsaanpak) en zich bovendien van steun (geld) verzekerd in het kader van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid.

Toekomst

Al met al is een veelheid aan concrete stappen en grote betrokkenheid nodig om tot verbeteringen te komen. Niet alleen voor stad en imago, maar bovenal voor de mensen die er nu wonen en volgende generaties.

Als het woord toekomst valt zwenken de gesprekjes al snel naar ‘de jeugd’, waarmee kinderen van de centrumbewoners worden bedoeld. De een is het opgevallen dat Bergen op Zoom afgestudeerde jongeren vaak ziet terugkeren. Om er uit eigen ervaring aan toe te voegen: “En Roosendaal niet.”

Een ander bekent dat zijn dochter zich veiliger voelt in het grote Rotterdam dan in haar geboortestad. Juist de Maasstad, die heeft ondervonden wat de impact is als een oorlogsbombardement het complete hart wegrukt.

Zover is het gelukkig in Roosendaal niet. Dus is er hoop. En daarbij komen die oude foto’s toch weer van pas. Want na afloop mogen centrumbewoners die dat willen een zwart-wit naar keuze meenemen om achter hun voorruit te zetten. Bedoeld als aardige toevoeging bij een nieuwe stadswandeling door Molenstraat en omgeving. Vergelijkend, mogelijk inspirerend en heel concreet. Een kleine stap die past bij een legendarische strofe die niet alleen Rotterdam motiveerde: Geen Woorden maar Daden!