Steeds vaker natuurbranden: ‘We kunnen er zelf een hele hoop voorkomen’

Warm weer, droogte en wind: het zijn drie elementen die de kans op een natuurbrand vergroten. Nu de warme dagen eindelijk zijn aangebroken en er al een tijd geen neerslag is gevallen, is het noodzaak om hier weer rekening mee te houden. Wat zijn de gevolgen van een natuurbrand? En hoe kunnen we deze voorkomen?

Het zeer natte voorjaar is nog maar net voorbij, en toch is er alweer een neerslagtekort. Hierdoor drogen natuurgebieden en bossen snel. “De warmte en droogte is voor de mensen fijn, maar voor de natuur niet”, vertelt Helmut van Pelt van Staatsbosbeheer. “De Brabantse Wal bestaat bijvoorbeeld uit zandgrond, dat is al snel kurkdroog.”

Zo’n 70 procent van de natuurbranden ontstaat door mensen.

Door die droogte ontstaat er snel brand, en dat gebeurt steeds vaker. “Zo’n 70 procent van de natuurbranden ontstaat door mensen, dat vind ik schrikbarend veel. Er hoeft maar een auto met een warme uitlaat of katalysator geparkeerd te staan op een plek met hoog, droog gras en er ontstaat brand”, legt de boswachter uit.

Toch kan zo’n brand voorkomen worden, of we kunnen er in ieder geval een hoop minder veroorzaken dan nu. “Gewoon door een beetje logisch na te denken.” Wat kunnen de mensen dan zoal doen? “Gooi geen brandende peuken op de grond, parkeer je auto niet op hoog gras. Gooi geen afval in de natuur, plastic en glas kan namelijk als een vergrootglas werken waardoor er brand ontstaat. Dit zijn enkele voorbeelden van kleine dingen die mensen kunnen doen om een brand te voorkomen.”

Een dikke laag met bladeren kan dagen doorsmeulen, soms wel tot 200 graden.

Want gaat het een keer mis, dan kan een natuurbrand heel vervelend zijn om te blussen. “Sommige gebieden zijn moeilijk te bereiken. En als er bijvoorbeeld een dikke bladlaag op de grond ligt dan kan dat dagen blijven doorsmeulen, soms wel tot 200 graden. Dan vliegt dat zo weer in brand.” Kijk bijvoorbeeld naar de brand in Ossendrecht die dinsdagmiddag 13 juni ontstond. ’s Avonds laaide het daar ineens toch weer op.

Naast het niet weggooien van peuken, plastic en glas zijn er ook andere maatregelen die getroffen kunnen worden. “Mensen die vlakbij een bos of natuurgebied wonen kunnen bijvoorbeeld speciale planten in hun tuin zetten.” Zo brandt loofhout een stuk minder snel. “De Rododendron of een Conifeer zijn brandversnellend, die kan je beter niet in je tuin hebben. Kruidachtige planten en loofbomen hebben dit minder.”

Kleine maatregelen kunnen grote effecten hebben.

Door het verhaal te delen hoopt Van Pelt wat meer bewustwording te creëren. “In de gemeente Breda geven boswachters voorlichting bij het Mastbos. Dat zou eigenlijk overal moeten! Kleine maatregelen kunnen namelijk grote effecten hebben.”