Stephan wilde piloot zijn van de olympische bob, maar hij werd de knecht
Stephan Huis in 't Veld. (Foto: ANP, Ramon van Flymen)
De Olympische Winterspelen van 2022 hadden het hoogtepunt in de carrière van Stephan Huis in ’t Veld (25) uit Bergen op Zoom moeten worden. Door een blessure raakte hij echter zijn plekje in de bobslee kwijt en was hij reserve in Peking. Na het olympische seizoen kreeg hij de kans om in de bobslee als piloot aan de slag te gaan. Dat avontuur is inmiddels noodgedwongen voorbij. Teleurstelling na teleurstelling, maar Stephan is vastberaden om door te gaan. “Ik wil naar de Olympische Spelen van 2026.”
Op basis van testen had hij voor de Olympische Spelen van 2022 een plekje in zowel de twee- als viermansbob. Door een blessure kon hij deelname aan het grootste sporttoernooi ter wereld echter vergeten, al was hij wel reserve in Peking. “Die reserveplek was heel frustrerend. Ik heb in China de mannen geholpen waar ik kon, bijvoorbeeld met de sleeën klaarzetten of remmen schuren. Maar ik had natuurlijk zelf in die slee willen zitten. Het was sportief gezien geen leuke periode.”
Het was een grote teleurstelling.
Na de Spelen richtte Stephan zich op een nieuwe positie in de bob. Hij was remmer, waarmee hij achter de piloot in de bob sprong. Stephan kreeg de kans om als piloot aan de slag te gaan. “Het was het eerste jaar wennen, er gingen weleens dingen fout. Ik heb ook een harde crash gehad. Helaas wilde de bond niet met me verder vanwege lichamelijke mankementen. Ik heb een aantal spierblessures gehad en raakte mijn plekje kwijt.”
Opnieuw een geestelijke klap dus voor de Bergenaar. “Het was een grote teleurstelling, ik wilde graag piloot blijven. Qua stuurkunsten had ik het in me. Na de mededeling van de bond zat ik even in een moeilijke fase. Al snel kon ik het echter relativeren, want ik kon terugkeren als remmer. Welke positie in de bob ik ook heb, ik wil naar de Olympische Spelen van 2026″, vertelt Stephan aan Omroep Brabant. “Daar wil ik de komende vier jaar alles voor doen. En misschien daarna nog wel een cyclus.”
Ik rammelde door die bobslee en het deed pijn.
De liefde voor het bobsleeën overwint alle tegenslagen. En dat terwijl de voormalig kogelslingeraar zich in 2019 na zijn eerste afdaling afvroeg of hij nog ooit in de slee zou stappen. “Ik rammelde door die bobslee heen en het deed pijn. Je voelt de versnellingskrachten en door de houding kon ik amper ademhalen. Ik vroeg me echt af waarom ik dit zou willen. De tweede afdaling was nog steeds niet leuk, maar daarna begon de lol te komen. Je leert omgaan met de omstandigheden.”
Een seconde of vijf keihard ‘rammen’, in de bobslee springen en vervolgens met je hoofd naar beneden gaan zitten, dat is waar Stephan voor leeft. “Ons team bestaat uit atleten en met atletiek ben je veelal individueel bezig. In de bob is er een hecht teamgevoel. Tel daar de adrenaline tijdens de hoge snelheden bij op, dat maakt deze sport zo mooi.”