Te veel textiel kan niet worden hergebruikt door vuilnis in de kledingbakken
Als je natte, vieze lappen stof in de kledingcontainer gooit, of zelfs gewoon afval, maak je de hele vracht onbruikbaar. Dan kan het textiel niet meer hergebruikt worden en moet het de vuilverbrander in. En dat is zonde. Daarom roept afvalverwerker Saver op om beter op te letten en de kledingbakken schoon te houden. Dat doet het bedrijf samen met de gemeenten Roosendaal, Bergen op Zoom, Woensdrecht en Halderberge met de mini-campage Schoon, Droog & In Een Gesloten Zak.
Vrachtwagens vol met stapels kleding, beddengoed en ander textiel rijden de grote sorteerhal binnen van afvalverwerkingsbedrijf Saver in Roosendaal. Een enorme lopende band stuurt de enorme hoop langzaam langs de kledingsorteerders. Het is de bedoeling dat die het textiel sorteren op kwaliteit, zodat het op de juiste manier hergebruikt kan worden. Maar er zit ook veel rommel tussen die niets met het recyclen van kleren te maken heeft. “Nou wat ik dagelijks tegenkom is voornamelijk heel veel huisvuil, laminaat, bouwafval,” somt kledingsorteerder Iris op.
Met je handen in de schimmel en het huisvuil
Bij textiel denk je niet meteen aan vuil afval. Maar dat valt soms vies tegen. “Nou ja, huisafval kan gaan schimmelen. Ik moet alles uitpakken, dus je staat er met je handen in te graaien. Dus het is niet zo heel fris,” beschrijf Iris haar dagelijks werk. “Het stinkt vaak. En als dat in een baal terechtkomt waar goeie kleding in zit, ja dan stinkt binnen de kortste keren heel de baal naar het huisvuil.”
Textiel dat te vuil is, moet worden verbrand. En dat vind Pascal de Klerk, directeur van Saver, jammer. “Da’s zonde van de grondstoffen. En dat kost natuurlijk veel meer geld dan het opnieuw gebruiken.” Want een deel van de kleding en textiel is goed genoeg om door te verkopen. Bijvoorbeeld aan kringloopwinkels. En de rest kun je opnieuw verwerken. Het slechtste materiaal kun je gebruiken voor poetsdoeken of stoelvulling. En het grootste deel kun je gebruiken om nieuw garen van te maken. En met dat nieuwe garen kun je nieuwe producten of kleren weven.
Eén stuk vuil kan duizenden kilo’s textiel verpesten
Dat kun je vergeten als er vuiligheid in de kledingcontainers terecht komt. En dat gebeurt te makkelijk. Want de kledingbakken zijn gewoon open en sommige mensen gebruiken ze daarom als vuilnisbak. “Ik denk toch dat mensen daar ook wat gemakzuchtiger in zijn geworden. Dat ze alternatieven zoeken van ‘nou ja, ik kan het hier ook wel kwijt’,” vertelt De Klerk. Maar dat doet meer schade dan alleen in die ene kledingbak. “Bij het lossen kunnen wij niet zien wat er in de container zit en voor je het weet vervuilt de ene container dus eigenlijk de hele vrachtwagen. En daarmee de hele vracht. En heb je het over een paar duizend kilo wat eerst goed textiel was en wat dan dus direct naar de afvalverbranding kan.”
Saver wil iedereen er daarom op wijzen beter op te letten en niet zomaar vuil, afval of natte kleding in de bakken te gooien. Op alle inleverplekken zitten stickers met uitleg. “Let hier en hier op. Zorg ervoor dat het netjes is en dat ’t schoon is wat je inlevert,” geeft De Klerk als voorbeelden wat er op de stickers staat. “En natuurlijk online. Doen we ook het een en ander.”
“Gewoon niet meer doen”
Het doel is simpel. “Eigenlijk hopen we, dat we het met z’n allen letterlijk weer een beetje schoner kunnen maken,” zegt De Klerk. “Dus dat wij beter textiel aangeleverd krijgen, minder rotzooi in die bakken. Dat mensen, die paar procent die die rotzooi d’r ingooien, dat die dat gewoon niet meer doen.” Ofwel: recycle je textiel schoon, droog en in een gesloten zak.